De bundel bevat twee korte verhalen en twee langere. In het eerste korte verhaal, getiteld ‘Overal leegte’, raakt een werkeloze juriste die een appartement bewoont in een groot complex waarvan het overgrote deel leegstaat, betrokken bij de letterlijk ‘clowneske’ eigenaardigheden van een mannelijke medebewoner. In het tweede korte verhaal, ‘Kraaien in de schoorsteen’, beschrijft De Boer hoe een jonge man een bezoek aflegt aan zijn moeder, die in haar eentje een groot huis in een bosachtige omgeving bewoont. Een afwezige kat, de lieveling van de jongen, beheerst zijn gedachten.
In het eerste lange verhaal reist de hoofdpersoon, Balthasar Tak, naar een exotische locatie om daar een baantje in de keuken aan te nemen. Omdat hij heel onhandig blijkt te zijn, wordt hij in de tuinen tewerkgesteld. Hij bewatert de godganse dag de gazons en planten. In het tweede lange verhaal, ‘Luchtkasteel’, reist een jonge vrouw na een noodkreet van een goede vriend te hebben ontvangen naar Parijs. Om daar te ontdekken dat die vriend in een schijnwereld leeft, het zicht op de werkelijkheid is verloren.
Duidelijke, om niet te zeggen stevige verhaallijnen. De korte verhalen zijn voor mijn gevoel sterker, het eerste door de absurde kantjes die verrassen en het tweede door de weemoedige sfeer die De Boer knap, met weinig woorden, weet op te roepen. Bij het lezen van de twee lange verhalen kreeg ik het gevoel dat het allemaal te bedacht is. En daarbij heel duidelijk af en toe ‘geleend’. Zo verandert Balthasar Tak tijdens het uitoefenen van zijn werk langzaamaan in een levensgroot insect! Maar de beklemming die beide lange verhalen doordesemt is mooi opgebouwd.
Merijn de Boer / Nestvlieders. Verhalen / 192 blz / Meulenhoff, 2011