zondag 24 juli 2011

The Fry Chronicles

1997 beschreef Stephen Fry zijn jeugdjaren in Moab Is My Washpot. Nu vervolgt hij het verhaal in The Fry Chronicles, dat zijn jaren als student in Cambridge en de daaropvolgende periode tot 1987 omvat. Zoals je Fry wellicht kent uit zijn optredens in films en televisie-series - spits, geestig, verzot op woordgrappen en uitvoerige verhalen - zo kom je hem ook tegen in dit boek. In Cambridge is hij heel actief in allerlei toneelclubs, de colleges bezoekt hij naar eigen zeggen zelden. Al in deze clubs komt hij in contact met Emma Thompson, Hugh Laurie en anderen die later in zijn loopbaan een grote rol zullen spelen. In de jaren die volgen op Cambridge vormt het acteren een belangrijk deel van zijn leven: van een kleine rol in een commercial naar een bijrol in een musical, het schrijven van het libretto voor de musical Me And My Girl, het deelnemen aan enkele (televisie)shows met sketches tot aan het grotere werk als Lord Melchett in Blackadder II. Door het grote aantal bekende Engelsen dat de revue passeert, krijgt het boek een beetje het karakter van een Who is Who in de Engelse theater- en televisiewereld. Vol erg grappige anekdotes, met soms een ernstige ondertoon. Een aanrader.

donderdag 14 juli 2011

Lijmen

Dit boek heb ik voor het eerst gelezen op de middelbare school voor mijn lijst. Dat is inmiddels al zo'n 35 jaar geleden. De biografie over Willem Elsschot door Vic van de Reijt (zie hieronder) bracht me ertoe om Lijmen / Het Been nog eens te lezen. Maar nu in de vorm van een luisterboek, voorgelezen door Job Cohen. Vanaf mijn ipod, op de fiets naar en van het werk. Dit is een ideale manier om boeken een tweede keer te 'lezen'. Door het voorlezen beleef je het verhaal op een andere manier. Cohen spreekt rustig en duidelijk, met een onderkoelde intonatie die goed past bij de sobere schrijfstijl van Elsschot.
Ik kan me herinneren dat ik het verhaal bij eerste lezing ietwat absurd vond, een beetje ongeloofwaardig ook. Maar het is in de kern dus echt gebeurd. Dat maakte het voor mij ditmaal een fascinerende leeservaring.

zondag 10 juli 2011

Familieherinneringen van een slagerszoon

In zijn debuut Een slagerszoon met een brilletje uit 1985 presenteert  Tom Lanoye in vier verhalen een staalkaart van zijn kunnen. In het titelverhaal heeft Lanoye's moeder drie dagen voor zijn geboorte een droom waarin duidelijk wordt hoe de familie al generaties een slagerij runt. Het verhaal 'Bij Jules en Alice' is een vertelling over iemand die auto's wegsleept bij ongevallen, maar onderweg enorme hoeveelheden antiek koopt.  Daarna volgt een verhaal over een man die zich ten doel stelt alle boeken op de wereld te lezen. De afsluitende vertelling speelt zich af in theater l'Olympia in Parijs, waar Tom Lanoye's van verschillende leeftijd optreden en voor een publiek van beroemdheden over hun leven en familie praten.
Ik vond de verhalen een feest om te lezen. Lanoye schreef originele, fantasierijke en grappige verhalen. Ik las niet eerder iets van hem, maar ga dit nu zeker doen.

zaterdag 9 juli 2011

Wildlife

T. C. Boyle heeft iets met de natuur. Ook in de veertien verhalen in de bundel Tooth and Claw varieert hij weer op onverwachte manieren op dit thema. In vrijwel ieder verhaal wordt de hoofdpersoon geconfronteerd met een aspect van de natuur dat hevig ingrijpt in zijn of haar leven. In het titelverhaal is dat een serval, een poema-achtige wilde kat, die door een jonge man tijdens een dobbelspel in een café wordt gewonnen. Hij neemt de kooi met de kat mee naar huis, daarbij geholpen door de aantrekkelijke serveerster van het café. Thuisgekomen laat hij de kat op haar verzoek los in de slaapkamer. Vanaf dat moment is zijn leven ontregelt: het huis staat op zijn kop, de serval sloopt langzaam maar zeker de slaapkamer en het voederen van het dier is levensgevaarlijk. Maar de man heeft de volle aandacht van het meisje.
Veertien verrassende variaties op de clash tussen ongetemde natuurkrachten en de leefwereld van de mensen. Met veel plezier gelezen!

vrijdag 8 juli 2011

De eigen ervaring als literatuur

Dat Willem Elsschot zijn ervaringen als reclameman gebruikt heeft voor zijn romans wist ik. Maar pas bij lezing van de nieuwe biografie van de schrijver Elsschot. Leven en werken van Alfons de Ridder drong tot me door dat dit veel verder ging dan ik dacht. Elsschot baseerde vrijwel al zijn grote romans in sterke mate op zijn werkzaamheden als reclameman en 'lijmer'. Soms lijkt het wel een 1-op-1 relatie te zijn. Het boeiende van de biografie door Vic van de Reijt is dat hij zijn materiaal zo presenteert dat je als lezer ziet hoe verweven de auteur en zijn werk zijn. En ook gaandeweg je realiseert dat Elsschot als reclameman dromen verkocht aan zijn klanten en van de tijdschriften en jubileumboeken die hij in opdracht samenstelde en uitgaf het liefst onwezenlijk hoge oplagen verkocht aan zijn opdrachtgevers. Je leest dan als het ware de 'real life' versie van romans als Lijmen / Het Been of Kaas. Een prachtige biografie waarin Elsschot als schrijver én persoon zorgvuldig wordt neergezet.



zondag 3 juli 2011

Ritselaar in Singapore

Paul Theroux publiceerde deze roman in 1973, toen hij nog geen van de reisboeken had geschreven waarmee hij nadien zo beroemd is geworden. Het verhaal speelt zich af in Singapore. De hoofdpersoon is Jack Flowers, een Amerikaan die als student zijn land moest ontvluchten om aan vervolging wegens een drugsovertreding te ontkomen. Hij belandt in Singapore, waar hij zijn brood verdient bij een firma voor scheepsbevoorrading. In zijn vrije tijd verhuurt hij callgirls en maakt toeristen wegwijs in de rosse buurt.  Deze nevenactiviteiten groeien langzaamaan uit tot zijn hoofdactiviteit. Theroux beschrijft de avonturen van zijn hoofdpersoon met een subtiele ironie. Ook weet hij de sfeer in de voormalige Engelse kroonkolonie goed neer te zetten. Saint Jack is een onderhoudend verhaal - ik las het tijdens een lange vlucht - maar haalt niet het niveau van de reisboeken.

vrijdag 1 juli 2011

Droomrivier

Water Music uit 1981 is de vroegste roman van T.C. Boyle, die tot dat moment uitsluitend korte verhalen had geschreven. Het was de enige roman van hem die ik nog niet had gelezen. De eerste en (voorlopig) laatste dus. En zoals bij vrijwel ieder boek van hem dat ik eerder las: het is een meeslepend verhaal. De hoofdpersoon is Mungo Park, een Engelsman die eind 18e eeuw deel uitmaakt van een kleine expeditie naar de rivier de Niger in West-Afrika. Na het gedeeltelijke succes daarvan - ze bereiken na veel avonturen en verschrikkingen de rivier maar zakken deze niet af - keert hij terug naar Engeland. Hij publiceert een boek over zijn reis en wordt beroemd. Het leven als familieman in een dorp in Schotland bevalt hem niet en wanneer hij na enkele jaren de kans krijgt een nieuwe, groot opgezette expeditie naar de Niger te leiden pakt hij die met beide handen aan. Zoals vaak bij Boyle spelen er twee verhaallijnen naast elkaar die gaandeweg dichter bij elkaar komen. In dit geval is die tweede lijn het verhaal van Ned Rise, een oplichter/sjacheraar die zijn kostje bij elkaar scharrelt langs én net over de grens van het criminele. Beide figuren komen samen aan het begin van de tweede expeditie in Afrika.
Het verhaal zit vol prachtige karakters, onverwachte ontwikkelingen en mooie sfeerbeelden. Boyle moet een liefhebber van Dickens zijn, de in Engeland spelende hoofdstukken doen daar sterk aan denken. Nu maar wachten op het volgende boek.