Water Music uit 1981 is de vroegste roman van T.C. Boyle, die tot dat moment uitsluitend korte verhalen had geschreven. Het was de enige roman van hem die ik nog niet had gelezen. De eerste en (voorlopig) laatste dus. En zoals bij vrijwel ieder boek van hem dat ik eerder las: het is een meeslepend verhaal. De hoofdpersoon is Mungo Park, een Engelsman die eind 18e eeuw deel uitmaakt van een kleine expeditie naar de rivier de Niger in West-Afrika. Na het gedeeltelijke succes daarvan - ze bereiken na veel avonturen en verschrikkingen de rivier maar zakken deze niet af - keert hij terug naar Engeland. Hij publiceert een boek over zijn reis en wordt beroemd. Het leven als familieman in een dorp in Schotland bevalt hem niet en wanneer hij na enkele jaren de kans krijgt een nieuwe, groot opgezette expeditie naar de Niger te leiden pakt hij die met beide handen aan. Zoals vaak bij Boyle spelen er twee verhaallijnen naast elkaar die gaandeweg dichter bij elkaar komen. In dit geval is die tweede lijn het verhaal van Ned Rise, een oplichter/sjacheraar die zijn kostje bij elkaar scharrelt langs én net over de grens van het criminele. Beide figuren komen samen aan het begin van de tweede expeditie in Afrika.
Het verhaal zit vol prachtige karakters, onverwachte ontwikkelingen en mooie sfeerbeelden. Boyle moet een liefhebber van Dickens zijn, de in Engeland spelende hoofdstukken doen daar sterk aan denken. Nu maar wachten op het volgende boek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten