zaterdag 19 november 2011

Terug naar Rusland

Sergej Prokofjev (1891-1953) was een van de belangrijkste Russische componisten van de twintigste eeuw. In Dagboek 1907-1933. Een keuze maken we drie momenten uit zijn leven van nabij mee: 1915, 1917 en 1927.
In 1915 is Prokofjev 24 jaar. Afgestudeerd aan het conservatorium van Sint Petersburg, een jonge componist wiens eerste composities enthousiast worden ontvangen door de artistieke voorhoede. De relatie met zijn vriendin Nina verloopt moeizaam, wat de belangrijkste reden is dat hij besluit in te gaan op een uitnodiging van Sergej Dhiagilev om naar Rome te komen. Altijd op zoek naar componisten die muziek willen schrijven voor zijn Ballets Russes, had deze zijn oog op Prokofjev laten vallen. Tijdens het verblijf in Italië ontmoet Prokofjev veel kunstenaars uit de kring rond Dhiagilev, waaronder Igor Syrawinsky en een aantal Futuristen. Het meest fascinerend aan dit deel van het dagboek vond ik echter de beschrijving van de reis, per trein en boot, van Sint Petersburg naar Italië, dwars door het in oorlog zijnde Europa.
In 1917, het jaar van de Russische revolutie, is Prokofjev volop bezig met componeren en de uitvoering van zijn stukken. Ondanks het feit dat hij in Sint Petersburg woont, het centrum van de omwentelingen, lijkt het alsof de essentie van de gebeurtenissen niet tot hem doordringt. Hij raakt op straat verzeild in schermutselingen, hoort van de gevechten en de doden, maar beklaagt zich pas echt wanneer uitvoeringen van zijn werk door de onzekere situatie niet van de grond komen. Gedurende de zomer huurt hij een landelijke gelegen boerderij buiten de stad om er in alle rust te kunnen componeren. Zijn leven daar, en de concerten die wel doorgaan, vormen voor hem de hoogtepunten van het jaar. In december besluit hij plots om Rusland te verlaten en zich in de Verenigde Staten te vestigen.
In 1927 keert hij voor het eerst weer terug naar zijn vaderland, voor een drie maanden durende toernee. Hij geeft concerten in Moskou, Sint Petersburg, Kiev, Charkov en Odessa. Ook ontmoet hij veel oude vrienden. De samenleving is nu een communistische. Heel rigoreuze of heftige uitspraken doet hij daar niet over in zijn dagboek. Hij zou Rusland de jaren erna vaker bezoeken en er zich in 1936 definitief vestigen.

woensdag 16 november 2011

Max Havelaar

Aan het einde van Multatuli's Max Havelaar geeft de voorlezer, Job Cohen, een toelichting op de keuze om voor dit luisterboek gebruik te maken van de recente hertaling door Gijsbert van Es. Deze hertaling is in hedendaags Nederlands en bovendien korter dan het origineel. Om dat verschil te illustreren leest Cohen na zijn toelichting de originele versie van de inleiding tot het boek voor. Een passage die ongeveer 550 woorden bevat, tegen zo'n 390 woorden in de hertaling. Het verschil zit hem vooral in de vereenvoudiging van omslachtig aandoende formuleringen. Maar eerlijk gezegd vond ik die originele passage in het geheel niet storend. Ze geeft vooral een gevoel van authenticiteit. Dus ik zou het boek nog eens kunnen luisteren, maar dan in de originele versie.
Niet dat ik niet heb genoten van de moderne versie. Integendeel. Het sterke verhaal en de goed in het gehoor liggende stem van Cohen zijn een genot. Ook is het een ervaring om de toespraak tot de Hoofden van Lebak eens te horen in plaats van te lezen. De rol van Droogstoppel was in mijn herinnering veel kleiner. Maar hij blijkt een groot stempel te drukken op het verhaal. Kortom, ik heb mijn 'verloren' momenten van de afgelopen weken - fiets, auto - weer uiterst zinvol besteed.

dinsdag 8 november 2011

Verrukkulluk

Vijftig jaar nadat het boek voor het eerst werd gepubliceerd is Het leven is verrukkulluk van Remco Campert de roman die tijdens de actie Nederland leest wordt uitgedeeld aan bezoekers van openbare bibliotheken. Campert beschrijft in het verhaal een willekeurige dag uit het leven van twee Amsterdamse tieners, Mees en Boelie. Ze ontmoeten in een park het meisje Panda, zitten met haar op een terras, beroven een oude man van tweehonderd gulden en kopen daarvan drank om een feest aan te richten. Tussen deze scènes door beschrijft Campert wat enkele andere jongeren in hetzelfde deel van de stad op deze dag overkomt. Het boek eindigt met het feest in het huis van Mees en Boelie. Het verhaal leest als een niemandalletje. Alsof alles volstrekt willekeurig en leeg is, alsof het niets betekent, er geen lijn in het verhaal zit. Maar dat zorgeloze effect is door Campert bewust nagestreefd. Het is de sfeer van de vroege jaren zestig. Mooi om dat door deze manifestatie nog eens te herlezen.