vrijdag 24 februari 2012

Weemoed

V.S. Naipaul arriveerde in 1950 op 18-jarige leeftijd vanuit Trinidad in Engeland, met een scholarship voor Oxford op zak. Ruim twintig jaar later verhuisde hij van Londen naar het Engelse platteland en betrok een cottage in een dorpje in Wiltshire. Voor hem betekende dit opnieuw een 'aankomst', nu in een Engeland dat hem grotendeels onbekend was. Met de ogen van een buitenstaander beschrijft hij in The Enigma of Arrival de mensen en het landschap in zijn omgeving. In deze jaren veranderde het platteland snel, oude mensen en tradities verdwenen, maakten plaats voor jongeren en moderne levenswijzen.
Het boek wordt op de titelpagina een roman genoemd, maar het is natuurlijk een  autobiografie. Het mededogen waarmee Naipaul de lotgevallen van zijn buren beschrijft en de passages over zijn eerste 'aankomst' in Engeland in de jaren vijftig verraden zijn persoonlijke betrokkenheid. Het boek deed me in sommige opzichten denken aan Geert Mak's Hoe God verdween uit Jorwerd. Maar Naipaul gaat verder en dieper, is persoonlijker. Het gevoel dat dit verhaal 'recht uit het hart' komt, maakt het sterk. Het verslag van de onafwendbare teloorgang van het landgoed waar Naipaul zijn cottage huurt is prachtig beschreven, met een gevoel van weemoed dat mij nog lang bijbleef.

dinsdag 21 februari 2012

Een boek met vissen

Gould's Book of Fish van de Australische auteur Richard Flanagan is een hoogst opmerkelijk boek. Op zich lijkt het verhaal eenvoudig. Omstreeks 1830 weet een gevangene in de strafkolonie Sarah Island, voor de kust van Tasmanië, de voltrekking van zijn doodvonnis uit te stellen door schilderijtjes à la Constable te maken voor zijn cipier, die ze vervolgens met een mooie winst verkoopt. Maar in het geheim maakt hij ook tekeningen van vissen, die hij verstopt in zijn cel, een ruimte die aan de kust ligt en bij iedere vloed grotendeels volstroomt. Aan deze vissen hangt hij verhalen op over zijn leven en over de belangrijke personen in de strafkolonie, waaronder vooral de dokter (en diens streven naar wetenschappelijke erkenning in de beschaafde wereld) en de gouverneur (en diens grootheidswaan, die hem ertoe brengt de strafkolonie om te vormen tot een 'Venetië in de Pacific'). De strafkolonie als een microversie van elementen uit de Westerse beschaving. De roman zit vol onverwachte en absurde wendingen, is een spannende mengeling van historische feiten en fantasie. Die je, als je wilt, als een filosofische beschouwing over de menselijke dwaasheid kunt lezen. Verrassend, geestig, speels. Een aanrader.

vrijdag 17 februari 2012

Zwijgen

Philipp Perlmann is een taalwetenschapper. Wanneer hij van de firma Olivetti het verzoek krijgt een denktank te organiseren over taal, een bijeenkomst waarvoor hij zelf de deelnemers mag selecteren, gaat hij daar op in. In de aanloop naar de conferentie overlijdt zijn echtgenote. Daardoor, en door een afnemende interesse in wetenschappelijke arbeid die zich toch al bij hem manifesteerde, bereidt hij niets voor de bijeenkomst voor. Wanneer de deelnemers aan de conferentie arriveren in het luxe hotel in de kleine badplaats bij Genua, realiseert Perlmann zich dat hij geen programma in elkaar heeft gezet en bovendien ook zijn eigen bijdrage niet gereed heeft. Hij maakt zichzelf wijs dat hij zich daar wel uit zal redden. Dat er, wanneer hij zijn presentatie laat weet in te plannen in de vijf weken durende bijeenkomst, nog tijd genoeg is om die te schrijven. Hij ontkent het probleem, schuift het voor zich uit. Deze passieve opstelling uit zich ook in het contact met de groep door hem uitgenodigde collega's: hij verschuilt zich, neemt nauwelijks deel aan de gezamenlijke maaltijden en houdt zich bij de bijeenkomsten zoveel mogelijk afzijdig.
In plaats van in de vrije dagen en uren hard aan zijn bijdrage te werken, neemt hij de vertaling van een Russische tekst ter hand. Deze tekst is hem gestuurd door een collega die de conferentie niet kon bijwonen omdat de Russische autoriteiten hem een uitreisvisum weigerden. Wanneer hij na enkele weken deze vertaling gereed heeft, en nog steeds niet aan zijn eigen bijdrage is begonnen, besluit hij de vertaalde tekst als zijn eigen essay te presenteren en verdeelt hij kopieën daarvan onder de deelnemers. Maar dan ontvangt hij bericht dat de Rus onverwacht wel toestemming heeft gekregen om de bijeenkomst bij te wonen en dat deze al de volgende dag zal arriveren. En realiseert Perlmann zich dat hij zichzelf volledig klem heeft gezet. Noodgedwongen moet hij dan zijn toevlucht nemen tot extreme maatregelen, waaronder een moordplan.
Pascal Mercier schreef met Perlmann's Silence (Perlmanns Schweigen) een boek dat verschillende genres bestrijkt. Het is in de eerste plaats een psychologische thriller van hoog formaat. Maar het is ook een verhandeling over de zin van wetenschappelijk onderzoek. Zoals de titel van het boek al aangeeft zwijgt de hoofdpersoon, communiceert hij nauwelijks met anderen en onttrekt hij zich aan gezamenlijke activiteiten. In deze zelfgekozen afzondering gieren de gedachten evenwel door zijn hoofd, door de kritische houding van zijn collega's en de toenemende druk in een steeds dwingender tempo. De gedachte dat hij ontmaskert kan worden als een bedrieger, een plagiaatpleger, voert de spanning bij Perlmann op tot onmenselijke proporties. Zijn bewustzijn vernauwt zich, alles om hem heen wordt gereduceerd tot dit ene: hoe kan hij voorkomen dat hij van zijn wetenschappelijke voetstuk valt. Tegelijkertijd realiseert hij zich dat zijn wetenschappelijke status hem totaal niet meer interesseert omdat de wetenschap zelf hem niet meer kan boeien.
Dit is een boek dat ik moeilijk terzijde kon leggen. Mercier bouwt de spanning heel effectief op, steeds wanneer je denkt dat het niet extremer meer kan zet hij een tandje bij. Nu toch Night Train to Lisbon maar eens gaan lezen, de bestseller die Mercier tien jaar later schreef.

donderdag 9 februari 2012

Sabbath's Theater

In 1995 publiceerde Philip Roth Sabbath's Theater. Het is het verhaal van Mickey Sabbath, een werkloze poppenspeler van 64 jaar. Wanneer de vrouw met wie hij al jaren een verhouding heeft overlijdt, is dat het begin van een proces waarin hij langzaam maar zeker zijn greep op de realiteit verliest. De relatie met deze vrouw, de uit Joegoslavië afkomstige Drenka, is vooral gebaseerd op sex. De slopende ziekte waaraan zij lijdt berooft Sabbath van het door hem verafgoodde weelderige lichaam, haar dood van hun ontmoetingen die voor hem de enige spannende momenten vormen in een verder vooral zielloos bestaan. Zijn echtgenote is een alcoholiste die hem verwijt dat zijn gedrag de oorzaak is van haar drankverslaving. Een baantje als docent aan een middelbare school is hij kort tevoren al kwijtgeraakt als gevolg van een affaire met een leerlinge. De opeenstapeling van problemen doet Sabbath besluiten te breken met zijn oude leven.
Roth laat zijn hoofdpersoon op een zwerftocht gaan. Sabbath reist naar New York om zijn oude impressario te bezoeken. En naar zijn geboortedorp, in het kader van de niet verwerkte dood van zijn broer in de Tweede Wereldoorlog. Sabbath lijkt zich tijdens deze tocht steeds meer in een toestand te bevinden waarin hij de werkelijkheid niet goed bevat, een soort droomtoestand. Als lezer werd ik daarin meegezogen: flashbacks, monologue intérieur, absurde situaties, onverwachte wendingen, prachtig lang uitgesponnen sfeerbeelden. Roth op zijn best. Het einde van het boek is in al zijn soberheid en troosteloosheid indrukwekkend.