Philipp Perlmann is een taalwetenschapper. Wanneer hij van de firma Olivetti het verzoek krijgt een denktank te organiseren over taal, een bijeenkomst waarvoor hij zelf de deelnemers mag selecteren, gaat hij daar op in. In de aanloop naar de conferentie overlijdt zijn echtgenote. Daardoor, en door een afnemende interesse in wetenschappelijke arbeid die zich toch al bij hem manifesteerde, bereidt hij niets voor de bijeenkomst voor. Wanneer de deelnemers aan de conferentie arriveren in het luxe hotel in de kleine badplaats bij Genua, realiseert Perlmann zich dat hij geen programma in elkaar heeft gezet en bovendien ook zijn eigen bijdrage niet gereed heeft. Hij maakt zichzelf wijs dat hij zich daar wel uit zal redden. Dat er, wanneer hij zijn presentatie laat weet in te plannen in de vijf weken durende bijeenkomst, nog tijd genoeg is om die te schrijven. Hij ontkent het probleem, schuift het voor zich uit. Deze passieve opstelling uit zich ook in het contact met de groep door hem uitgenodigde collega's: hij verschuilt zich, neemt nauwelijks deel aan de gezamenlijke maaltijden en houdt zich bij de bijeenkomsten zoveel mogelijk afzijdig.
In plaats van in de vrije dagen en uren hard aan zijn bijdrage te werken, neemt hij de vertaling van een Russische tekst ter hand. Deze tekst is hem gestuurd door een collega die de conferentie niet kon bijwonen omdat de Russische autoriteiten hem een uitreisvisum weigerden. Wanneer hij na enkele weken deze vertaling gereed heeft, en nog steeds niet aan zijn eigen bijdrage is begonnen, besluit hij de vertaalde tekst als zijn eigen essay te presenteren en verdeelt hij kopieën daarvan onder de deelnemers. Maar dan ontvangt hij bericht dat de Rus onverwacht wel toestemming heeft gekregen om de bijeenkomst bij te wonen en dat deze al de volgende dag zal arriveren. En realiseert Perlmann zich dat hij zichzelf volledig klem heeft gezet. Noodgedwongen moet hij dan zijn toevlucht nemen tot extreme maatregelen, waaronder een moordplan.
Pascal Mercier schreef met Perlmann's Silence (Perlmanns Schweigen) een boek dat verschillende genres bestrijkt. Het is in de eerste plaats een psychologische thriller van hoog formaat. Maar het is ook een verhandeling over de zin van wetenschappelijk onderzoek. Zoals de titel van het boek al aangeeft zwijgt de hoofdpersoon, communiceert hij nauwelijks met anderen en onttrekt hij zich aan gezamenlijke activiteiten. In deze zelfgekozen afzondering gieren de gedachten evenwel door zijn hoofd, door de kritische houding van zijn collega's en de toenemende druk in een steeds dwingender tempo. De gedachte dat hij ontmaskert kan worden als een bedrieger, een plagiaatpleger, voert de spanning bij Perlmann op tot onmenselijke proporties. Zijn bewustzijn vernauwt zich, alles om hem heen wordt gereduceerd tot dit ene: hoe kan hij voorkomen dat hij van zijn wetenschappelijke voetstuk valt. Tegelijkertijd realiseert hij zich dat zijn wetenschappelijke status hem totaal niet meer interesseert omdat de wetenschap zelf hem niet meer kan boeien.
Dit is een boek dat ik moeilijk terzijde kon leggen. Mercier bouwt de spanning heel effectief op, steeds wanneer je denkt dat het niet extremer meer kan zet hij een tandje bij. Nu toch Night Train to Lisbon maar eens gaan lezen, de bestseller die Mercier tien jaar later schreef.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten