dinsdag 30 april 2013

Beatrix

Toen Beatrix in 1980 aantrad als koningin wist zij zeker dat zij het anders zou gaan doen dan haar moeder Juliana. Waar die zich vaak liet aanspreken met 'mevrouw' was het de wens van Beatrix om met 'Majesteit' te worden aangesproken. Dat lijkt een kleinigheid, maar het is tekenend voor haar meer zakelijke opstelling. Zij is de koningin, daar hoort de aanspreektitel Majesteit bij. We doen de dingen zoals het decorum eist, was het uitgangspunt. De hofhouding werd omgevormd van een vrij informele club naar een professionele organisatie. Het toch wat oubollige jaarlijkse defilé bij Paleis Soestdijk vond ze niet meer van deze tijd en werd vervangen door bezoeken in den lande. Dossierkennis - niet een van de sterkste punten van koningin Juliana - was voor Beatrix zo belangrijk dat haar naaste omgeving wel eens klaagde over de vele avonden en soms nachten die zij doorwerkte om goed voorbereid te zijn op overleg met ministers en op staatsbezoeken.
Jutta Chorus beschrijft in Beatrix. Dwars door alle weerstand heen hoe Beatrix haar eigen stijl ontwikkelde. Na het warme, soms moederlijke optreden van Juliana werd Beatrix' houding wel eens als koel ervaren. Haar keuze was echter gebaseerd op de stellige overtuiging dat zij op die manier haar koningschap veel effectiever kon invullen, meer kon betekenen. Hierin vond zij een geestverwant in Ruud Lubbers, minister-president van 1982 tot 1994. Met geen van zijn opvolgers zou zij meer zo'n goede band krijgen. Nog belangrijker was prins Claus voor haar. Hij was de man die zij zelf had uitgezocht om haar leven te delen, tegen de nodige scepsis en soms zelfs weerstand in. Claus was zich vanaf het begin bewust van zijn rol aan Beatrix' zijde en wat dit voor zijn leven zou betekenen. De depressies waar hij vanaf de jaren tachtig aan leed, lijken dan ook niet geheel hieraan te wijten. Zijn oorlogservaringen als soldaat bij de Wehrmacht speelden daarin ook een rol, zoals Jutta Chorus laat zien. Claus was haar klankbord en adviseur, na zijn dood in 2002 ervoer Beatrix haar ambt als oneindig veel zwaarder.
Is het koningschap van Beatrix geslaagd te noemen? Die vraag rijst natuurlijk bij een troonsafstand. Het beeld dat oprijst uit dit boek is dat van een koningin die door haar consequente houding en optreden na twee decennia door een groot deel van de bevolking werd gerespecteerd en/of bewonderd. De heftige schandalen die het koningschap van Juliana hadden geteisterd en het openlijk slechte huwelijk van haar ouders: het waren toestanden die bij haar niet voorkwamen. In de laatste fase van haar koningschap zou zij tot haar eigen verdriet toch ook niet vrij van blijven van kwesties: het verleden van vader Zorreguietta, de ontboezemingen van haar nichtje Margarita, 'Mabelgate', de villa in Mozambique. De ophef daarover in de media gaf haar het gevoel dat zij nu toch echt in een glazen huis woonde. In 2000 stelde zij op uitnodiging van Rudi Fuchs in het Stedelijk Museum in Amsterdam een tentoonstelling samen van haar favoriete kunstenaars. In de Volkskrant werd die tentoonstelling afgekraakt in een recensie met de kop 'Beatrix heeft geen smaak'. Dat hakte er diep in. 'Ik kan geen goed meer doen in dit land' verzuchtte Beatrix tegen Huub Oosterhuis. Dat de bespreking achteraf gezien uiterst tendentieus was, de Volkskrant onwaardig, verzachtte de pijn niet.
Jutta Chorus heeft voor haar boek gesprekken gevoerd met tientallen mensen uit de omgeving van Beatrix. Dezelfde methode die Hoedeman en Mijer hanteerden voor hun biografie over Willem-Alexander (hier in april besproken). Onder deze geïnterviewden overheerst de mening dat Beatrix het koningschap door haar invulling ervan weer de nodige stabiliteit en geloofwaardigheid heeft teruggegeven. Wat met het oog op het draagvlak onder de bevolking en de continuïteit van het ambt precies datgene is waar het behoefte aan had.

zondag 21 april 2013

Onaangepast

Een boek over de jeugd van Jezus? Ik weet nog dat ik de boekhandel verliet met The Childhood of Jesus  van J.M.Coetzee in mijn tas en dacht: dat wordt spannend, want wat is daarover nu helemaal bekend? Maar J.M. Coetzee heeft die titel bewust gekozen, want zijn roman gaat wel degelijk over de jeugd van Jezus. Maar toch ook weer niet.
Het verhaal begint met de aankomst van een iets oudere man en een jongen van vijf in een niet nader aangeduid land. Ze arriveren per schip. Op zee is de jongen een brief kwijtgeraakt die informatie bevatte over zijn moeder. Sindsdien ontfermt de man zich over hem, hij wil de jongen helpen zijn moeder te vinden. De man en de jongen krijgen na aankomst een naam, Simón en David. Ze hebben geen herinneringen aan hun oude leven, niemand van de vele immigranten heeft die. De instanties die zijn belast met de zorg voor de immigranten zijn heel behulpzaam. Binnen enkele weken heeft Simón een appartement en werkt hij als sjouwer in de haven. En hij vindt Davids moeder. Althans, hij ontmoet een vrouw waarbij hij ogenblikkelijk voelt dat zij de moeder moet zijn. Zij, Ines, is een ongetrouwde vrouw van omstreeks de dertig. Hij biedt haar spontaan de jongen aan, én zijn appartement. Zelf verhuist hij naar een schuurtje langs de kade waar hij werkt.
Waar speelt het verhaal zich af? Tijd en plaats worden niet exact benoemd. In het land wordt Spaans gesproken. Er zijn ouderwetse auto's, paard en wagen worden nog gebruikt, schepen worden door sjouwers gelost, dossiers bevinden zich nog in eindeloze rijen archiefkasten. Coetzee lijkt hiermee aan te geven dat tijd en plaats onbelangrijk zijn, dat zijn verhaal van alle tijden kan zijn. Arbeid wordt goed betaald, voedsel is goedkoop maar smakeloos, de meeste mensen eten voornamelijk brood, de uniforme behuizing (woonkazernes) is gratis. Niemand heeft uitgesproken meningen, iedereen stelt zich  'redelijk' op. Een zorgzame, misschien wel socialistische staat, waar hartstocht en passie ver te zoeken zijn en niemand zijn hoofd boven het maaiveld uitsteekt.
Gaandeweg draait het verhaal steeds meer om het gedrag van de jongen David. Hij is wat je kunt noemen 'een onafhankelijke geest'. Hij leert snel, maar vindt het niet belangrijk dat op school aan zijn leraar te laten blijken. Hij heeft afwijkende oordelen over van alles en nog wat en hij uit die opvattingen ook. Hij vertelt andere kinderen dat hij tovenaar wil worden. Dit gedrag irriteert de schoolleiding en er wordt een procedure in gang gezet om hem op een speciale school te plaatsen én hem te onttrekken aan de zorg van Simón en Ines. Dat brengt hen tot de ultieme daad van verzet en de daaruit volgende ongewisse toekomst voor Simón, Ines en David geeft het boek een mooi open einde.
Het kostte mij na lezing wel een paar dagen om te begrijpen waar het boek nu eigenlijk over gaat. Over immigratie, over het vluchtelingenprobleem, over een zorgzame en/of controlerende overheid? Ja, die onderwerpen spelen een rol en Coetzee doet er uitspraken over. Maar het verhaal gaat vooral over onaangepast gedrag, over een afwijkende opstelling en de mogelijke reacties daarop van de samenleving. Precies de dingen waar het bij Jezus ook om ging en die leidden tot zijn kruisiging. Coetzee legt die link nadrukkelijk. Het verhaal bevat veel verwijzingen naar het leven van Jezus, zowel heel duidelijke als slim gecamoufleerde. Dat iedereen voornamelijk brood eet is een direct herkenbare link, evenals de wens van David om twee broertjes te hebben, zodat hij deel uitmaakt van een driemanschap. Maar andere verbanden zijn lastiger op te merken, het werd tijdens het lezen een soort sport om ze te herkennen.
Het gaat Coetzee in dit boek niet in de eerste plaats om het verhaal zelf. Dat is meer een vehikel om allerlei zaken - waaronder de hierboven genoemde - aan de orde te stellen. De essentie speelt zich af op een abstracter niveau. Het verhaal is een allegorie Als lezer blijf je door die gelaagdheid wel achter met vragen. Die je zelf mag oplossen. Maar als dan na nog eens doorbladeren van het boek en enig nadenken de stukjes steeds meer op hun plek beginnen te vallen, blijkt het verhaal heel knap in elkaar te zitten.

zondag 14 april 2013

De weg naar het koningschap



Jan Hoedeman en Remco Meijer schrijven voor de Volkskrant over het Koninklijk Huis. In 2004 verscheen van hun hand het boek Vrouwen van Oranje. De nieuwe prinsessen en de monarchie. In 2010 publiceerden zij Willem IV. De biografie, op dat moment de meest volledige biografie over de kroonprins. Van dit boek verscheen nu een bijgewerkte versie. Met een deels herziene titel, want Willem-Alexander koos ervoor als koning zijn eigen naam te behouden, en niet als Willem IV aan te sluiten bij zijn mannelijke voorgangers uit de negentiende eeuw. Daarom nu de titel Willem-Alexander. Van prins tot koning. De biografie.
Een biografie schrijven van iemand die pas midden veertig is, is niet eenvoudig. Veel gebeurtenissen liggen pas kort achter ons, waardoor reflectie daarop of een historische analyse ervan nauwelijks mogelijk is. Dergelijke biografieën monden dan al snel uit in een chronologische opsomming van de gebeurtenissen in het leven van de hoofdpersoon.
De auteurs hebben hier echter voor een min of meer thematische opzet gekozen, waardoor die valkuil wordt vermeden. Het boek begint met de perikelen rondom de verloving en het huwelijk van Willem Alexander en Maxima, daarna volgen hoofdstukken over de jonge jaren, de prins als student en zijn groeiende betrokkenheid bij maatschappelijke ontwikkelingen. Hoedeman en Meijer citeren ruim uit de bijna honderd gesprekken die zij hebben gevoerd met mensen uit de omgeving van de prins. Daardoor heeft de tekst vaak het karakter van een levendig ooggetuigenverslag, wat heel prettig leest.
Die gesprekspartners zijn enerzijds mensen die gedurende lange tijd met de prins te maken hebben gehad, zoals zijn particulier secretaris Jaap Leeuwenburg, maar veel vaker ook personen die incidenteel met hem in contact kwamen. Zo doorliep Willem Alexander, nadat hij in Leiden zijn studie geschiedenis had afgerond, een door Herman Tjeenk Willink bedacht oriëntatieprogramma waarbij hij informele bezoeken bracht aan tal van maatschappelijke sectoren zoals de rechtshandhaving, het bedrijfsleven en de museumwereld. Een autoriteit uit zo’n sector werd dan gevraagd het programma in te vullen. Floris Maljers, oud-topman van Unilever, nam de kennismaking van de prins met het bedrijfsleven voor zijn rekening, terwijl de kunst aan Henk van Os, hoogleraar en oud-directeur van het Rijksmuseum, werd toevertrouwd.
Door hun uitvoerige onderzoek en zorgvuldig geschreven tekst slagen de auteurs erin een helder en genuanceerd beeld te geven van de prins en zijn voorbereiding op het koningschap. Hoe hij zijn rol als koning zal invullen en welke plaats hij zich daarmee verwerft in de Nederlandse samenleving moet nog blijken, maar ik vond het zinvol dit boek te lezen om de persoon van onze nieuwe koning iets beter te leren kennen. Een aanrader.

donderdag 11 april 2013

Zacht

John Steinbecks Of Mice and Men is een klassieker. Het boek verscheen in 1937 en is sindsdien vaste prik op veel leeslijsten van scholieren. Een niet onbelangrijke reden daarvoor zal de beknopte omvang van de roman zijn. Maar ook de heldere structuur van het verhaal maakt het een ideale kennismaking met de literatuur.
Het is de geschiedenis van George Milton en Lennie Small, twee vrienden die tijdens de Great Depression in Californië van ranch naar ranch trekken op zoek naar werk. George is slim, Lennie is een reus met het verstand van een klein kind. Ze hebben een droom: een kleine ranch voor zichzelf, waar ze hun eigen voedsel kunnen verbouwen en waar Lennie konijnen kan verzorgen. Hij houdt namelijk van het strelen van zachte oppervlakken, de vacht van een konijn is zijn ultieme genot. George en Lennie zijn gevlucht van de vorige ranch waar ze werkten omdat Lennie de fluwelen jurk van een vrouw had betast, haar daarna niet meer had losgelaten en vervolgens werd beschuldigd van een poging tot aanranding.
Ze vinden werk op een nieuwe ranch, waar het ze lukt Lennie's beperkte verstandelijke vermogens te verhullen. Ook ontmoeten ze daar een knecht met wie het klikt en die hen aanbiedt samen een kleine ranch te kopen. Maar alles loopt fout wanneer George met de andere knechten gaat stappen in een naburige stad en Lennie alleen achterlaat. Die raakt aan de praat met de jonge vrouw van de zoon van de rancheigenaar en biecht haar op dat hij graag zachte dingen aanraakt. Ze biedt hem dan aan dat hij haar lange blonde krullen mag strelen. Dat is het begin van het einde. Er vallen doden.
Ook ik las dit boek ooit voor mijn lijst  De kern van het verhaal was me wel bijgebleven, maar de details en veel van de sfeer was ik inmiddels vergeten. In dit luisterboek is die sfeer optimaal tot leven gebracht: het dialect van de personages zoals gesproken door voorlezer Gary Sinise, de stiltes die vallen op lome avonden, muziek uit de streek waarmee de hoofdstukken worden geopend en afgesloten. Die effecten versterken de indrukwekkende tragiek van Steinbecks verhaal. Dat maakte het herlezen tot een uiterst plezierige bezigheid.  

zondag 7 april 2013

Zweven

Vaslav Nijinsky staat te boek als een van de grootste dansers aller tijden. Hij beschikte over een springtechniek waardoor hij even leek te zweven, de zwaartekracht leek te ontkennen. Na een ontmoeting in 1909 met de impresario Sergei Diaghilev trad hij toe tot diens gezelschap Les Ballets Russes. Hij was daarvan de sterdanser. Beroemde balletten als Le sacre du printemps op muziek van Igor Strawinsky ontstonden in die jaren. Hij en Diaghilev waren ook minnaars. In 1913 kwam aan die relatie een einde. Les Ballets Russes ging op tournee naar Zuid-Amerika zonder Diaghilev, die bang was voor zeereizen. Tijdens die overtocht werd Nijinsky ingepalmd door de danseres Romola Pulszky, en zij trouwden nog tijdens de tournee. Zodra Diaghilev daarvan hoorde ontsloeg hij Nijinski, per telegram.
Arthur Japin heeft voor zijn roman Vaslav een interessant uitgangspunt gekozen. De handeling speelt zich af op 19 januari 1919, in Sankt Moritz in Zwitserland. Vaslav Nijinsky verblijft daar met vrouw en kind en zal die dag voor het eerst in lange tijd een solo-opvoering geven. Die opvoering zou tevens de laatste in zijn loopbaan zijn, tot aan zijn dood in 1950 trad hij nooit meer op. Een groot deel van die resterende jaren zou hij vanwege schizofrenie doorbrengen in psychiatrische klinieken. Maar dat is op de ochtend van die 19de januari nog niet bekend, hoewel de  hoofdpersonen wel vermoeden dat er met Vaslav iets vreemds aan de hand is.
Het verhaal heeft de vorm van een drieluik. We beleven het door de ogen van drie personen: Peter, de jonge bediende van Vaslav; Sergei Diaghilev, die zonder vooraankondiging is overgekomen uit Londen om zijn voormalige partner nog eens te ontmoeten; en Romola Pulszky, de echtgenote. Bij die laatste twee, beide gedreven door ambitie en door de vurige wens het dreigende verval van Vaslav te stoppen, spelen de emoties hoog op. Peter is de meer objectieve verteller.
Het gaat Japin om meer dan alleen de val van Vaslav. De gedrevenheid je leven te willen wijden aan de dans, alles opzij te willen zetten voor een vluchtig moment van uiterste perfectie fascineert hem en hij weet die levenshouding perfect onder woorden te brengen. Zijn zorgvuldige formuleringen én de effectieve spanningsopbouw maken dit boek een genot om te lezen.

maandag 1 april 2013

Een pelgrimage

Harold Fry is sinds zes maanden met pensioen. Die periode heeft hij grotendeels doorgebracht in verveling. Soms doet hij een boodschap of een klusje, maar de meeste tijd brengt hij door in een stoel in de huiskamer. Hij werkt zijn vrouw Maureen op de zenuwen. En zit ook in de weg wanneer zij het huis z'n dagelijkse schoonmaakbeurt geeft. Harold en Maureen praten niet, ze leven langs elkaar heen.
Dan ontvangt Harold op een dag een brief van Queenie, een oud-collega van de bierbrouwerij waar hij lang als vertegenwoordiger heeft gewerkt. Het is een afscheidsbrief, Queenie schrijft dat ze ongeneeslijk ziek is. Dat bericht brengt Harold van slag. Hij schrijft een kort antwoordbriefje en gaat daarmee naar de brievenbus, maar kan er niet toe besluiten zich er zo gemakkelijk van af te maken. Dus loopt hij een brievenbus verder, en nog een, en nog een. Eenmaal wandelend, en geïnspireerd door een toevallige ontmoeting in een benzinestation waar hij iets te eten koopt, besluit hij naar Queenie te lopen om haar zelf bij te staan. Hij belt het hospice waar zij ligt, schrijft onder het briefje aan Queenie 'PS. Wacht op mij', doet het alsnog op de bus en begint aan zijn tocht.
Harold woont in Dorset, aan de Engelse zuidkust. Queenie ligt in een hospice in het noorden. De route dwars door Engeland beslaat meer dan vijfhonderd mijl. Harold loopt op zijn bootschoenen en draagt een eenvoudig windjack. Hij heeft wel geld bij zich, maar zijn mobiele telefoon ligt thuis. Ook heeft hij geen wandelkaart, hij loopt daarom maar over de autowegen. Zijn weinige bagage zit in een plastic tas. Hij overnacht in eenvoudige pensions.Wanneer hij na een week enigszins gewend is aan de fysieke inspanning ontstaat er in zijn hoofd plek voor andere gedachten. Hij maakt een praatje met mensen die hij tegenkomt en vertelt hen van zijn tocht. Hij neemt de tijd om tijdens het lopen het landschap te bekijken. Met behulp van een natuurhandboek ontdekt hij planten en dieren. Door het langzame tempo en de overvloed aan indrukken komen bij Harold herinneringen naar boven aan zijn jeugd, zijn huwelijk en zijn werk. Herinneringen die hij bewust of onbewust had weggedrukt. Zo krijgt de tocht een extra dimensie: naast een poging om door zijn pelgrimage de dood van Queenie uit te stellen of haar misschien wel te genezen, wordt het ook een reflectie op zijn eigen leven en onverwerkte emoties.
Rachel Joyce heeft van Harold een aandoenlijke man gemaakt. Hij is een beetje naïef, misschien ook wel wereldvreemd, maar hij is oprecht en de vasthoudendheid waarmee hij de tocht volbrengt neemt je als lezer voor hem in. Maureen, die in het begin wordt neergezet als een bitch, ontwikkelt door de situatie een andere kijk op haar huwelijk. Uiteindelijk is zij het die ervoor zorgt dat Harold zijn missie volbrengt. Het verhaal is met veel creativiteit geschreven. Al na tien bladzijden staat het einddoel vast, maar de weg erheen zit vol verrassende wendingen.Zonder het slot te willen onthullen - niet alles loopt goed af - is het wel zo dat ik na de laatste bladzijde met een heel goed gevoel achterbleef. Rachel Joyce was actrice bij de Royal Shakespeare Company en schreef hoorspelen voor BBC Radio 4. The Unlikely Pilgrimage of Harold Fry is haar eerste roman.