Jan Hoedeman en Remco Meijer
schrijven voor de Volkskrant over het Koninklijk Huis. In 2004 verscheen van
hun hand het boek Vrouwen van Oranje. De nieuwe prinsessen en de
monarchie. In 2010 publiceerden zij Willem IV. De biografie, op dat moment de
meest volledige biografie over de kroonprins. Van dit boek verscheen nu
een bijgewerkte versie. Met een deels herziene titel, want Willem-Alexander koos ervoor als koning zijn eigen naam te behouden, en niet als Willem
IV aan te sluiten bij zijn mannelijke voorgangers uit de negentiende eeuw. Daarom nu de titel Willem-Alexander. Van prins tot koning. De biografie.
Een biografie schrijven van
iemand die pas midden veertig is, is niet eenvoudig. Veel gebeurtenissen liggen
pas kort achter ons, waardoor reflectie daarop of een historische analyse ervan
nauwelijks mogelijk is. Dergelijke biografieën monden dan al snel uit in een
chronologische opsomming van de gebeurtenissen in het leven van de hoofdpersoon.
De auteurs hebben hier echter voor
een min of meer thematische opzet gekozen, waardoor die valkuil wordt vermeden.
Het boek begint met de perikelen rondom de verloving en het huwelijk van Willem
Alexander en Maxima, daarna volgen hoofdstukken over de jonge jaren, de prins
als student en zijn groeiende betrokkenheid bij maatschappelijke
ontwikkelingen. Hoedeman en Meijer citeren ruim uit de bijna honderd gesprekken
die zij hebben gevoerd met mensen uit de omgeving van de prins. Daardoor heeft
de tekst vaak het karakter van een levendig ooggetuigenverslag, wat heel
prettig leest.
Die gesprekspartners zijn
enerzijds mensen die gedurende lange tijd met de prins te maken hebben gehad,
zoals zijn particulier secretaris Jaap Leeuwenburg, maar veel vaker ook
personen die incidenteel met hem in contact kwamen. Zo doorliep Willem
Alexander, nadat hij in Leiden zijn studie geschiedenis had afgerond, een door
Herman Tjeenk Willink bedacht oriëntatieprogramma waarbij hij informele bezoeken
bracht aan tal van maatschappelijke sectoren zoals de rechtshandhaving, het
bedrijfsleven en de museumwereld. Een autoriteit uit zo’n sector werd dan gevraagd
het programma in te vullen. Floris Maljers, oud-topman van Unilever, nam de kennismaking
van de prins met het bedrijfsleven voor zijn rekening, terwijl de kunst aan
Henk van Os, hoogleraar en oud-directeur van het Rijksmuseum, werd
toevertrouwd.
Door hun uitvoerige onderzoek en
zorgvuldig geschreven tekst slagen de auteurs erin een helder en genuanceerd
beeld te geven van de prins en zijn voorbereiding op het koningschap. Hoe hij
zijn rol als koning zal invullen en welke plaats hij zich daarmee verwerft in
de Nederlandse samenleving moet nog blijken, maar ik vond het zinvol dit boek
te lezen om de persoon van onze nieuwe koning iets beter te leren kennen. Een
aanrader.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten