Joost Zwagerman heeft iets met
kunst. Hij schrijft al jarenlang bijdragen over dit onderwerp voor kranten en
tijdschriften. En ook zijn boekenweekgeschenk uit 2010, Het duel, heeft kunst als thema. In zijn artikelen weet Zwagerman
zijn enthousiasme voor kunst met speels gemak op de lezer over te brengen. Of
hij nu schrijft over een schilder als Mark Rothko of een auteur als John
Updike, na lezing krijg je zin om de schilderijen van Rothko ooit nog eens
aandachtig te bekijken en de genoemde romans van Updike weer eens door te
bladeren.
Zwagerman gaf de bundel als motto
een passage mee uit een gedicht van K. Schippers: 'Als je goed om je heen kijkt
/ zie je dat alles gekleurd is'. En goed om zich heen kijken is precies wat hij
doet. Zwagerman bezoekt musea, kijkt aandachtig, leest catalogi en vormt een
oordeel. Dat geeft hij je, meestal verpakt in een mooi, afgerond verhaal. Zijn
eigen ervaringen, allerlei nuttige informatie én ook nutteloze maar opmerkelijke
trivia vormen de bouwstenen. Zo begrijp je na lezing van het stuk over de kunsthandelaar
en verzamelaar Peggy Guggenheim wat haar belang is geweest voor de moderne
kunst, maar weet je ook het nodige over haar schoothondjes en haar opmerkelijke
uiterlijk - 'een kruising tussen Dame Edna en Mrs. Slocombe'.
De artikelen zijn kort, op zijn
hoogst tien bladzijden. Soms is een beschouwing een vogelvlucht, vaker werkt Zwagerman een enkel aspect dieper uit. Dit laatste is het geval bij een
vraaggesprek met Marlene Dumas, in meerdere stukken over Andy Warhol en in het
essay over Mark Rothko. Een mooi citaat uit dit laatste stuk: ‘Iedereen heeft ooit
weleens een pot verf gekocht met “levend
wit” op het etiket. Bij Rothko leven alle kleuren’. Vervolgens legt hij uit hoe
de schilder dat voor elkaar kreeg.
Ruim twintig artikelen gaan over
schrijvers. Naast Kees Fens krijgen ook
Martin Bril en John Updike zo’n mooi, uitgebalanceerd In Memoriam waarin hun
stijl en werkwijze onder de microscoop worden gelegd. Onder de andere schrijvers die aan bod komen
zijn J.D. Salinger, V.S. Naipaul, Vladimir Nabokov, Michael Cunningham en David
Foster Wallace. Het lezen van het boek Ik
Jan Cremer 3 inspireert Zwagerman tot een geestige uitvergroting van de
door de auteur beschreven seksuele escapades. Dodelijk, je durft daarna in
gezelschap nooit meer te bekennen dat je het boek hebt gelezen.