Wij noemen onze zeventiende eeuw
meestal De Gouden Eeuw. Waarom wij dat doen is duidelijk: de handel
floreerde, een flink deel van de bevolking was welvarend, we bevochten met
succes onze vrijheid en er werd
prachtige kunst vervaardigd. Bovendien stond ons land bekend als een vrijplaats
voor andersdenkenden. Lees Simon Schama’s Overvloed
en Onbehagen en je hebt een vrij betrouwbaar beeld van het leven in de Republiek
der Vereenigde Nederlanden. Maar er was ook een keerzijde. We waren vaak in
oorlog. De Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje duurde tot 1648, met als enig
intermezzo het Twaalfjarig Bestand tussen 1609 en 1621. En vanaf 1652 voerden
we drie oorlogen tegen Engeland. De eerste twee daarvan werden op zee
uitgevochten, de derde op Nederlands grondgebied. Die laatste oorlog begon in
1672, het ‘Rampjaar’. De legers van
Frankrijk, Engeland en de bisdommen Münster en Keulen vielen tegelijk de
Republiek binnen. In dat jaar begint ook de meest recente roman van A.F.Th. van
der Heijden, De ochtendgave.
Op een mooie ochtend in de zomer van 1672 trouwen Caspar
Sonmans en Sara Sermont in Nijmegen. Caspar is voor één dag door het stadsbestuur vrijgesteld van zijn taak om
vanuit een kerktoren de inslagen te turven van de kanonskogels die de Franse troepen voortdurend
op de stad afschieten. De dreiging blijft evenwel door zijn hoofd spoken, ook
gedurende de trouwplechtigheid. Maar Caspar en Sara kunnen met hun familie en vrienden
het programma van hun trouwdag ongestoord afwerken. Na afloop van het feest, wanneer
ze zich beiden hebben teruggetrokken in de bruidskamer, wordt er een brief
bezorgd voor Sara. Ze laat die, ondanks zijn aandringen, niet door Caspar
lezen. De volgende ochtend ontdekt hij dat zijn bruid is verdwenen. Ze heeft
geen bericht achtergelaten. Hij zal haar de volgende zes jaar niet zien.
De ochtendgave speelt in Nijmegen in de jaren 1672, 1678 en 1705. In
dat laatste jaar kijkt een al wat oudere Caspar, Nijmegens gemeentesecretaris, terug op de gebeurtenissen. Het is zijn relaas
dat we lezen. De bulk van het verhaal speelt in 1678, het jaar waarin de
vredesonderhandelingen tussen de oorlogvoerende partijen worden afgesloten met
het Verdrag van Nijmegen. Caspar maakt als secretaris van de onderhandelaars
namens de Staten-Generaal het overleg van nabij mee. Voor hem is het een
spannende maar ook verwarrende tijd. Zijn geliefde Sara, waarvan hij inmiddels vermoedt
dat ze nog leeft en dat ze een rol speelt in het politieke steekspel rondom de
onderhandelingen, komt voor zijn gevoel met het naderen van de vrede steeds
meer binnen zijn bereik. Hij hoopt dat de dag dat het vredesverdrag zal worden ondertekend ook een
dag van hereniging zal zijn.
Deze roman danken we aan de stad Nijmegen, die Van der Heijden de
opdracht gaf een historisch verhaal te
schrijven dat zich afspeelt in Nijmegen ten tijde van het vredesoverleg. Door omstandigheden – onder andere de dood van
zijn zoon Tonio – en door Van der Heijdens toenemende fascinatie voor het
onderwerp liep de verschijning vertraging op en groeide de novelle uit tot een roman.
Ik ben een liefhebber van het werk van Van der Heijden. Wat mij
aanspreekt is zijn literaire creativiteit, zijn thematiek en wat ik maar noem
‘het grote gebaar’. Hij durft, hij zoekt grenzen op en bewandelt consequent zijn
eigen weg. Dat resulteert in een oeuvre met een smoel. Welke schrijver heeft
het lef om een cyclus als De tandeloze
tijd op te zetten, waarvan in 1983 het eerste deel verscheen en die nog
steeds groeit, zij het langzaam? En wie komt op het idee een roman te schrijven
waarin Roman Polanski in de gevangenis Charles Manson ontmoet, de moordenaar
van zijn echtgenote Sharon Tate? Lees Het
schervengericht en realiseer je hoe ongelooflijk goed Van der Heijden kan
zijn.
De ochtendgave is van een andere orde. Het is een onderhoudende roman
die ik met plezier heb gelezen maar die mij niet meesleepte. Van der Heijden
heeft zich het zeventiende-eeuwse Nijmegen eigen gemaakt en gebruikt dat
vakkundig als locatie voor zijn verhaal. In afzonderlijke scènes, zoals die van
de onthoofding van een voormalig burgemeester waar het boek mee begint, toont
hij zich de superieure verteller die hij is. Ook Caspar Sonmans, door wiens ogen
we alles beleven, is geloofwaardig. De overige personages blijven jammer genoeg
wat vlak en het verhaal als geheel wil voor mijn gevoel maar niet echt op gang
komen. En als de ontknoping dan daar is, is dat er een met de wat overtrokken dramatiek
van een opera. Heel geslaagd is dan wel weer hoe Van der Heijden het boek
afsluit door de ochtendgave – ik ga niet vertellen wat dat is – een dubbele
plek in zijn vertelling te geven. De kracht zit in dit boek in de details.