woensdag 9 maart 2016

Oorlog en liefde

Wij noemen onze zeventiende eeuw  meestal De Gouden Eeuw. Waarom wij dat doen is duidelijk: de handel floreerde, een flink deel van de bevolking was welvarend, we bevochten met succes  onze vrijheid en er werd prachtige kunst vervaardigd. Bovendien stond ons land bekend als een vrijplaats voor andersdenkenden. Lees Simon Schama’s Overvloed en Onbehagen en je hebt een vrij betrouwbaar beeld van het leven in de Republiek der Vereenigde Nederlanden. Maar er was ook een keerzijde. We waren vaak in oorlog. De Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje duurde tot 1648, met als enig intermezzo het Twaalfjarig Bestand tussen 1609 en 1621. En vanaf 1652 voerden we drie oorlogen tegen Engeland. De eerste twee daarvan werden op zee uitgevochten, de derde op Nederlands grondgebied. Die laatste oorlog begon in 1672, het ‘Rampjaar’.  De legers van Frankrijk, Engeland en de bisdommen Münster en Keulen vielen tegelijk de Republiek binnen. In dat jaar begint ook de meest recente roman van A.F.Th. van der Heijden, De ochtendgave.

Op een mooie ochtend in de zomer van 1672 trouwen Caspar Sonmans en Sara Sermont in Nijmegen. Caspar is voor één dag door het  stadsbestuur vrijgesteld van zijn taak om vanuit een kerktoren de inslagen te turven van de kanonskogels die de Franse troepen voortdurend op de stad afschieten. De dreiging blijft evenwel door zijn hoofd spoken, ook gedurende de trouwplechtigheid. Maar Caspar en Sara kunnen met hun familie en vrienden het programma van hun trouwdag ongestoord afwerken. Na afloop van het feest, wanneer ze zich beiden hebben teruggetrokken in de bruidskamer, wordt er een brief bezorgd voor Sara. Ze laat die, ondanks zijn aandringen, niet door Caspar lezen. De volgende ochtend ontdekt hij dat zijn bruid is verdwenen. Ze heeft geen bericht achtergelaten. Hij zal haar de volgende zes jaar niet zien.

De ochtendgave speelt in Nijmegen in de jaren 1672, 1678 en 1705. In dat laatste jaar kijkt een al wat oudere Caspar, Nijmegens gemeentesecretaris,  terug op de gebeurtenissen. Het is zijn relaas dat we lezen. De bulk van het verhaal speelt in 1678, het jaar waarin de vredesonderhandelingen tussen de oorlogvoerende partijen worden afgesloten met het Verdrag van Nijmegen. Caspar maakt als secretaris van de onderhandelaars namens de Staten-Generaal het overleg van nabij mee. Voor hem is het een spannende maar ook verwarrende tijd. Zijn geliefde Sara, waarvan hij inmiddels vermoedt dat ze nog leeft en dat ze een rol speelt in het politieke steekspel rondom de onderhandelingen, komt voor zijn gevoel met het naderen van de vrede steeds meer binnen zijn bereik. Hij hoopt dat de dag dat het  vredesverdrag zal worden ondertekend ook een dag van hereniging zal zijn.

Deze roman danken we aan de stad Nijmegen, die Van der Heijden de opdracht gaf een  historisch verhaal te schrijven dat zich afspeelt in Nijmegen ten tijde van het vredesoverleg.  Door omstandigheden – onder andere de dood van zijn zoon Tonio – en door Van der Heijdens toenemende fascinatie voor het onderwerp liep de verschijning vertraging op en groeide de novelle uit tot een roman.

Ik ben een liefhebber van het werk van Van der Heijden. Wat mij aanspreekt is zijn literaire creativiteit, zijn thematiek en wat ik maar noem ‘het grote gebaar’. Hij durft, hij zoekt grenzen op en bewandelt consequent zijn eigen weg. Dat resulteert in een oeuvre met een smoel. Welke schrijver heeft het lef om een cyclus als De tandeloze tijd op te zetten, waarvan in 1983 het eerste deel verscheen en die nog steeds groeit, zij het langzaam? En wie komt op het idee een roman te schrijven waarin Roman Polanski in de gevangenis Charles Manson ontmoet, de moordenaar van zijn echtgenote Sharon Tate? Lees Het schervengericht en realiseer je hoe ongelooflijk goed Van der Heijden kan zijn.

De ochtendgave is van een andere orde. Het is een onderhoudende roman die ik met plezier heb gelezen maar die mij niet meesleepte. Van der Heijden heeft zich het zeventiende-eeuwse Nijmegen eigen gemaakt en gebruikt dat vakkundig als locatie voor zijn verhaal. In afzonderlijke scènes, zoals die van de onthoofding van een voormalig burgemeester waar het boek mee begint, toont hij zich de superieure verteller die hij is. Ook Caspar Sonmans, door wiens ogen we alles beleven, is geloofwaardig. De overige personages blijven jammer genoeg wat vlak en het verhaal als geheel wil voor mijn gevoel maar niet echt op gang komen. En als de ontknoping dan daar is, is dat er een met de wat overtrokken dramatiek van een opera. Heel geslaagd is dan wel weer hoe Van der Heijden het boek afsluit door de ochtendgave – ik ga niet vertellen wat dat is – een dubbele plek in zijn vertelling te geven. De kracht zit in dit boek in de details.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten