De beste manier om een gedicht tot je te nemen is misschien wel het te horen, voorgelezen door iemand die de tekst aanvoelt en dat in zijn of haar vertolking weet over te brengen. Dit is
natuurlijk een persoonlijke mening, maar iedereen die Hier komt de poëzie ! beluistert, de box met 7 CD’s waarop Ramsey Nasr zijn keuze uit acht eeuwen Nederlandse dichtkunst
voordraagt, zal moeten beamen dat er iets in zit. Nasr weet de sfeer van een
gedicht, het ritme én de emotie meestal heel mooi samen te voegen tot
overtuigende voordrachten.
Ramsey Nasr
werd in 2009 benoemd tot Dichter des Vaderlands. Hij wist in de vier jaar van
zijn termijn heel vaak de publiciteit te vinden en zo de dichtkunst onder een
breed publiek te promoten. Deze box was een project dat hij kort voor zijn
terugtreden realiseerde. Met deze bloemlezing sluit hij aan bij een genre dat
de laatste decennia vooral door Gerrit Komrij – ook Dichter des Vaderlands - populair
werd gemaakt. Het verschil met diens kloeke bloemlezingen is niet alleen dat Nasr
het voorleest, maar ook de omvang van de selectie verschilt wezenlijk. De
verzamelde bloemlezingen van Komrij bevatten duizenden gedichten, Nasr beperkt
zich hier tot 350 stuks. Dat betekent dat hij scherper heeft moeten selecteren.
In de begeleidende tekst schrijft hij dat het uiteindelijke criterium altijd
zijn persoonlijke smaak was.
Alle grote dichters zijn vertegenwoordigd, van de dertiende-eeuwse Hadewijch en Jacob van Maerlant tot de vijftigers en hun tijdgenoten. Daar stopt het, Nasr heeft geen gedichten van de afgelopen dertig jaar opgenomen. De keuze is inderdaad persoonlijk. Overbekende klassiekers zitten er soms wel bij, maar even vaak niet. Zo zal je vergeefs zoeken naar Vondels gedicht over het stokske van Van Oldenbarnevelt, of de hemels mooie ode van Constantijn Huygens aan zijn overleden vrouw ‘Sterre’. Maar daarentegen werd ik aangenaam verrast door gedichten die voor mij, als niet-specifieke poëzielezer, nieuw waren. Van de Tachtigers is een ruime keuze voorhanden, waarbij vooral bij Willem Kloos en Herman Gorter ontdekkingen te doen zijn. Daarnaast was ik getroffen door de ontroerende gedichten van de zestiende-eeuwse Anna Bijns, die Nasr echt prachtig voordraagt.
Alle grote dichters zijn vertegenwoordigd, van de dertiende-eeuwse Hadewijch en Jacob van Maerlant tot de vijftigers en hun tijdgenoten. Daar stopt het, Nasr heeft geen gedichten van de afgelopen dertig jaar opgenomen. De keuze is inderdaad persoonlijk. Overbekende klassiekers zitten er soms wel bij, maar even vaak niet. Zo zal je vergeefs zoeken naar Vondels gedicht over het stokske van Van Oldenbarnevelt, of de hemels mooie ode van Constantijn Huygens aan zijn overleden vrouw ‘Sterre’. Maar daarentegen werd ik aangenaam verrast door gedichten die voor mij, als niet-specifieke poëzielezer, nieuw waren. Van de Tachtigers is een ruime keuze voorhanden, waarbij vooral bij Willem Kloos en Herman Gorter ontdekkingen te doen zijn. Daarnaast was ik getroffen door de ontroerende gedichten van de zestiende-eeuwse Anna Bijns, die Nasr echt prachtig voordraagt.
Een keuze
die zo persoonlijk is als deze leidt ook tot aardige thematische
dwarsverbanden. Daarvan twee voorbeelden, van dichters die op hun eigen
specifieke wijze omgaan met het begrip liefde. Eerst enkele regels uit een
bijna vierhonderd jaar oud gedicht van P.C. Hooft:
‘Mijn lief,
mijn lief, mijn lief.’ Zo sprak mijn lief mij toe,
dewijl mijn
lippen op haar lieve lipjes weidden.
De woordjes
alle drie, wel klaar en wel bescheiden
vloeiden
mijn oren in, en roerden (’k weet niet hoe)
al mijn
gedachten om, staag malend, nemmer moe;
etc.
De Vlaming Louis
Paul Boon, geobsedeerd door vrouwelijk schoon, gaf daarvan zo’n vijftig jaar
geleden een geheel andere maar erg geestige versie:
Vandaag bij
je graf lieve paps
wou ik je
zeggen hoe mooi
de meisjes worden
en hoe kort
hun rokjes
zijn en hoe dik
hun tieten
worden
je zag dat
zo graag lieve paps
je keek het
aan met je goedige ogen
de rustige
glimlach van de oude man
je sprak zo
graag lieve paps
over een
koppel ferme tieten en toeten
en je had ze
ook graag nog eens
beetgenomen
ouwe sloeber lieve paps
dat wou ik
je zeggen bij je graf
hoe mooi ze
deze zomer waren
hoe
liefdevol ik keek met jouw ogen
naar hun
rokjes zo kort
naar hun
spannende spijkerbroeken
je mocht het
niet aankijken
van mams ik
weet het
je wendde de
goedige blik af
je bruine
zachte ogen
van een te
brave hond
vandaag
vertel ik het dan
met wat
weemoedige glimlach
aan je graf
En het
klinkt op deze box natuurlijk nog beter dan het leest. Is er een mooiere manier
om saaie autoritten op te vrolijken?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten