Eind november vorig jaar was die thuishaven voor iedereen te zien in een van de laatste afleveringen van het helaas al verdwenen VPRO-boekenprogramma Brommer op zee. Presentator Wilfried de Jong sprak er met de schrijver, met als resultaat een heel sfeervolle, verstilde en welhaast poëtische reportage waarin met weinig woorden en veelzeggende beelden een helder portret van Nooteboom ontstond. Die aflevering, waaruit de foto hieronder is genomen, is via NPO-start nog steeds te zien. Een aanrader.
Menorca is voor Nooteboom een plek van bezinning. Hij beleeft zijn directe omgeving intens, met name zijn tuin is voor hem een soort van microkosmos waarvan hij de diepere zin probeert te doorgronden. Zijn vele zelf geplante palmen en cactussen zijn voor hem levende wezens. Hij speelt tegenwoordig zelf niet meer de tuinman, maar kijkt gebiologeerd toe wanneer zijn vaste tuinman langskomt voor herstelwerk na een storm of het behandelen van een zieke plant. In de avond, bij helder weer, ‘wandelt’ hij zittend in een gerieflijke stoel door de sterrenhemel, feilloos zijn weg daarin vindend. Het grote zien in het kleine, en het universum als één samenhangend geheel.
Maar hij is, ook op hoge leeftijd, nog steeds een publicerend schrijver. En zijn uitgever herdrukt, doet nieuwe bundelingen van Nootebooms poëzie verschijnen en kondigt voor begin september het eerste deel van de ‘Dagboeken’ aan. Ik ben heel benieuwd.
Zijn mooiste publicatie van de laatste jaren, evenwel, is voor mij 533. Een dagenboek. Het is een kleine, handzame bundeling die, de titel zegt het al, gedurende 533 dagen ontstond. Herinneringen uit zijn schrijversleven komen erin naar boven, contacten met bevriende collega’s en passages uit gelezen teksten die hij zich herinnert. Hij leest trouwens nog heel veel. En herleest. Moet dan denken aan Harry Mulisch, die ooit aan hem vroeg: ‘Wie leest er nu nog Slauerhoff, Cees?’ Waarop hij antwoordde: ‘Ik, Harry’. Max Frisch, Bertold Brecht, Borges, de antieken, dat zijn wat van de namen die passeren. En ook zijn eigen schrijverschap komt aan bod. Bijvoorbeeld hoe hij begin jaren zestig, bescheiden want auteur van een nog bescheiden oeuvre, zich wat verloren voelde te midden van het geweld waarmee de toenmalige ‘groten’ – Reve, Hermans, Wolkers – op de trom sloegen. Nu is hij zelf een ‘grote’, niet alleen in Nederland maar ook internationaal. En bouwt, in een tempo dat hoort bij zijn leeftijd, in alle rust verder aan zijn oeuvre.Cees Nooteboom / 533. Een dagenboek / 266 blz / De Bezige Bij, 2016