Is het zinvol om je levenseinde al decennia voordat dat moment zal aanbreken te regelen? Cyril en Kay, een Brits echtpaar van begin vijftig, zijn van mening dat dit een prima idee is. Ze hebben zojuist de langdurige lijdensweg van haar vader meegemaakt, die lichamelijk en geestelijk steeds meer aftakelde en er ruim tien jaar over deed om daadwerkelijk te overlijden. Ook voor Kay was het een lijdensweg, in die jaren ging een groot deel van haar vrije tijd op aan mantelzorg voor een in toenemende mate ondankbare man, die haar op het laatst zelfs niet meer herkende. Zowel Cyril, arts in een ziekenhuis van de National Health Service als Kay, verpleegkundige, besluiten naar aanleiding van deze ervaring zichzelf én hun kinderen zo’n aftakeling te besparen. Ze spreken af dat ze gezamenlijk uit het leven zullen stappen wanneer de jongste van hen beiden, Kay, tachtig wordt. Cyril is de drijvende kracht achter dit plan, en om hen er dagelijks aan te herinneren zet hij alvast een zwart doosje met de dodelijke pillen op het bovenste rekje in de koelkast.
De jaren gaan voorbij. Cyril brengt hun voornemen nog wel eens ter sprake, hij lijkt er zelfs enthousiaster voor te worden naarmate D-Day nadert. Voor hem is het een plechtige belofte die ze elkaar hebben gedaan. Maar voor Kay leeft het plan wat minder, zeker nadat ze vervroegd gestopt is met haar werk en van een tweede carrière als interieurontwerper – een oude liefhebberij van haar – een succes weet te maken. Voor haar staat de afspraak óók vast, maar om daar jaren tevoren al naartoe te leven? Ze ziet het wel als het zover is, stelt ze zichzelf gerust.
En dan komt de grote avond. Het is Kays tachtigste verjaardag, Cyril vierde de zijne al een jaar eerder. Ze heeft uitgebreid gekookt, in stijl deze wereld verlaten lijkt haar mooi. Ook van de wijn wil ze deze avond echt nog genieten. Cyril ervaart de laatste wereldse genoegens minder als een traktatie, hij kan niet wachten tot na het dessert het pillendoosje op tafel komt. Wanneer het zover is, neemt de avond een voor hem onvoorziene wending. Kay heeft bedenkingen Ze is immers nog gezond, geniet van het leven. Sterker: ze genieten sámen nog van het leven. Haar einde zelf in handen nemen, ja. Zo hebben ze dat ook afgesproken. Maar moet dat al nú?
De Amerikaanse auteur Lionel Shriver is een meester in het spelen met maatschappelijke onderwerpen. Haar bekendste roman, We Need to Talk About Kevin, gaat over een moeder wiens zoontje met zijn kruisboog op zijn school een bloedbad aanricht. Maar ook andere onderwerpen die tegenwoordig spelen in de Amerikaanse samenleving, zoals morbide obesitas, de peperdure ziektekostenverzekeringen of het verslaafd zijn aan joggen, groeiden onder haar handen uit tot romans waarin het probleem helder wordt geanalyseerd. Haar toon is soms wat cynisch, maar vaker zoekt ze het in ietwat bijtende humor om haar betoog kracht bij te zetten.Dat laatste is in Should We Stay or Should We Go eveneens het geval. De ontknoping die niet verliep zoals Cyril het had gedacht, is namelijk niet de enige ontknoping. Shriver biedt de lezer na deze eerste versie elf andere slothoofdstukken, steeds met een ander scenario. Kiest u maar, lijkt ze te zeggen. Maar is kiezen wel doenlijk?
Ten tijde van de publicatie van de roman schreef Shriver een uitvoerig artikel voor The Guardian, waarin zij ingaat op dit dilemma. De inspiratie voor het boek blijken haar ouders te zijn, beide in de negentig en beide steeds minder zelfstandig. Haar persoonlijke, vrijwel dagelijkse confrontatie met hun problemen heeft ze voor het boek geabstraheerd, een meer algemene zeggingskracht gegeven. Dat is knap gedaan.
Shriver situeert de roman in Groot-Brittanië, ten tijde van de aanloop naar Brexit. Dat werkt heel geestig. Ook over Brexit blijken Kay en Cyril namelijk een tegenovergestelde mening te hebben, bevinden ze zich in verschillende kampen: Remain en Leave. We weten inmiddels wie dát gewonnen – of misschien liever: verloren – heeft.
Lionel Shriver / Should We Stay or Should We Go / 271 blz / The Borough Press, 2022 /
Nederlandse editie: Tot de dood ons scheidt