Papyrus is de titel, en Vallejo begint haar verhaal dan ook in het enige land waar deze plant groeide, aan de oevers van de Nijl: Egypte. De stengels van de plant, op ingenieuze wijze bewerkt, leveren een heel werkbaar materiaal om op te schrijven. Het enige nadeel is dat vanwege de nerfrichting slechts een zijde bruikbaar is. Van de hele vroege teksten, daarop geschreven, zijn er maar weinig bewaard gebleven want ze vragen een droog woestijnklimaat, in vochtiger omstandigheden is de levensduur van papyrus slechts een paar honderd jaar.
Misschien wel een veel grotere revolutie dan de vondst om dit materiaal te gebruiken in plaats van de traditionele kleitabletten is de ‘uitvinding’ van een alfabet. Het beheersen van het oude schrift, eigenlijk een soort beeldtaal die we in de Egyptische versie hiërogliefen noemen, vergde een grondige studie. Wanneer je besluit om slechts een beperkt aantal schrifttekens te gebruiken – letters - en die volgens een grammatica te hanteren, wordt schrijven en lezen ineens een stuk gemakkelijker. Hoe dat proces precies is verlopen is wat duister, maar uit bronnen mogen we misschien opmaken dat de allereerste versie ontstond onder handelaren in de scheepvaart. Bedacht om op snelle, korte wijze voorraden te noteren.
Een tweede revolutie, maar nu qua materiaal, voltrok zich met betrekking tot de drager van het schrift, het papyrus. En dat als gevolg van een domme zet van een Egyptische farao, die om politieke redenen de uitvoer van papyrus verbood. Noodgedwongen zochten de voormalige afnemers ervan naar een alternatief, en vonden dat in de doorontwikkeling van een oudere techniek, het gebruik van dierenhuiden. Dat wat wij kennen als perkament. De nieuwe naam ervan komt van Pergamum, de stad in Klein-Azië waar dit gebeurde.
Speelt de vroege geschiedenis van het boek zich bij Vallejo af in Egypte, halverwege verplaatst zij de handeling naar Rome. De focus wordt dan meer gericht op de functie van het boek, de verzamelaars en de wijze waarop in boeken de historie werd vastgelegd. De Romeinen baseerden zich graag op voorgangers, dus de befaamde bibliotheek van Alexandrië in Egypte, opgezet door farao Ptolemeus II komt uitgebreid in beeld. Dat geldt ook voor de overgang van boeken op rollen naar boeken uitgevoerd als een blok, wat met losse vellen perkament natuurlijk veel gemakkelijker te realiseren is dan met papyrus.
Veel van deze kernmomenten in de geschiedenis van het boek zijn eerder beschreven. Wat Vallejo toevoegt is het aanbrengen van grotere verbanden, en daarnaast een verfrissende, speelse gewoonte om dwarsverbandjes te leggen, door de geschiedenis heen en heel regelmatig zelfs tot het nu. Zo lees je over de oude Romeinen, zo lees je over Frodo en Sam, de personages uit Tolkiens Lord of the Rings. Voor de popularisering van de oude geschiedenis zou dit boek zomaar een heel effectief instrument kunnen zijn.
Irene Vallejo / Papyrus. De geschiedenis van de wereld in boeken / Vertaald uit het Spaans door Adri Boon / 536 blz / Meulenhoff, 2021