zondag 24 maart 2013

Wanhoop



In Mogelijke memoires van Herman Brusselmans gebeurt na 130 bladzijden iets opmerkelijks: het wordt opeens, van de ene op de andere zin, een totaal ander boek. Tot dan hebben we samen met de schrijver teruggekeken op zijn jeugd. In twaalf hoofdstukken beschrijft Brusselmans chronologisch de momenten en gebeurtenissen die hem hebben gevormd. We ontmoeten zijn vader, die trambestuurder is; zijn moeder, die een model-moeder is; zijn blinde grootvader Frans; zijn oom Manke Theofiel en Ludovic, de kroegbaas van café De Maréchal. Kleurrijke figuren die de jonge Herman Brusselmans omringen. 
Deze vertoont zelf nogal uitgesproken gedrag. Hij verlummelt zijn dagen op de  manier die we kennen van de volwassen auteur. Hij is bij vlagen hondsbrutaal. En hij schrijft als vijftienjarige graag brieven naar bekende schrijvers als Hubert Lampo, Ward Ruyslinck en Hugo Claus. Wanneer hij dan geen antwoord krijgt of een antwoord dat hem niet bevalt, leest hij nooit meer iets van ze. De toon van deze hoofdstukken is soms weemoedig, de sfeer af en toe wat folkloristisch. Het is een milde terugblik, de aanzet tot memoires.
Maar dan ineens, tijdens een scène die zich afspeelt op een huwelijksfeest, vervalt de handeling en treedt de schrijver naar voren. Die geeft aan dat hij het leven niet meer volhoudt, dat hij bang is voor de inktzwarte nacht, dat zijn geliefde hem heeft verlaten, dat het allemaal zinloos is. Daarmee zijn we terug bij Brusselmans’ roman Watervrees tijdens een verdrinking, waarin hij het vertrek van zijn echtgenote probeerde te verwerken. 
Dat dit proces twee jaar later nog lang niet is afgerond blijkt uit de ruim tweehonderd bladzijden die volgen. In één lang hoofdstuk, zonder onderbrekingen of zelfs maar een witregel, laat de auteur ons delen in zijn misère. Hij leeft 's nachts, slaapt in de ochtend, rookt zich te pletter, is sinds het vertrek van zijn geliefde Lio impotent, heeft geen sex maar fantaseert er des te meer over, bouwt een deels denkbeeldige kring van vriendinnen op en mijmert over de waarde van zijn oeuvre. Hij ontmoet Lio bijna dagelijks, maar meer dan zijn boodschappen doen en voor hem koken zit er niet in. In de nacht schrijft hij aan het tweede deel van het onderhavige boek en ontmaskert daarin veel biografische feiten uit het eerste deel als pure fantasie. Op zijn manier is hij op zoek naar zijn ware ik. En gaat daarbij diep. Maar 'op zijn manier' betekent ook dat het verhaal is doorspekt met kolder, met geestige woordgrapjes en met verhalen in verhalen.
Ik ben een liefhebber van Brusselmans, dus voor mij geldt hoe heftiger hoe beter. Maar ook wanneer je het objectiever beschouwt is het tweede deel van Mogelijke memoires beslist een kunststukje. Het is één heel lange litanie van klachten van een schrijver die de vaste grond onder zijn voeten kwijt is. De wanhoop is voelbaar. Het is wonderlijk hoe het Brusselmans lukt het verhaal tegelijk ook geestig, vaak bijna kluchtig te laten zijn. Maar alleen zo is het uit te houden, zowel voor de auteur als voor de lezer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten