In 2008 fietste Ilja Leonard Pfeijffer met zijn vriendin van Leiden naar Rome. Zij keerden niet terug en wonen sindsdien in Italië. In Genua, de stad waar zij tijdens hun doortocht verliefd op werden. In zijn nieuwe roman La Superba - dat is de bijnaam van Genua - beschrijft Pfeijffer de stad. De vorm die hij daarvoor heeft gekozen is niet die van de reisgids, en ook niet die van een stadsgeschiedenis. Wat hij wel doet is veel persoonlijker. Hij beschrijft de lotgevallen van ene Ilja Leonard Pfeijffer, afkomstig uit een Noordeuropees land, die zich vestigt in Genua. Deze Pfeijffer is daar om een roman te schrijven over de stad. Hij bewoont een klein appartement in een vervallen gebouw in het historische centrum. Hij leeft buiten, zit van het vroege voorjaar tot het late najaar op terrasjes en dwaalt door de stad om haar te leren kennen. Hij maakt vrienden, probeert een eigen plek te vinden tussen de Italianen. Hij is zijn geboorteland ontvlucht omdat alles daar te geregeld was, zijn imago als schrijver er vastgetimmerd leek, het leven er te voorspelbaar werd. In Genua hoopt hij 'wakker te worden in een nieuwe stad waar niets vanzelf spreekt en waar ik het voorrecht heb om mezelf helemaal opnieuw uit te vinden'.
Genua is een stad met een lange en roemrijke geschiedenis. Het heeft een historisch centrum met eeuwenoude gebouwen en een omvangrijk labyrint van middeleeuwse straten en steegjes waarin je gemakkelijk verdwaalt. Het is een in zichzelf besloten wereld waar Pfeijffer zich vol overgave in onderdompelt. Hij wordt verliefd op 'het mooiste meisje van Genua', de serveerster in zijn vaste bar. Een aan alcohol verslaafde Schot die al twintig jaar in Genua woont vertelt hem zijn levensverhaal. Hij leert Afrikanen kennen, die net als hij naar Italië zijn gekomen op zoek naar een ander en beter leven. Hij neemt deel aan een poging een leegstaand theatertje over te nemen en loopt tegen de mores van de maffia en de ambtenarij aan. Een oudere vrouw ziet in hem haar persoonlijke gigolo. En hij vindt een been, gehuld in een sexy kous, wat leidt tot opmerkelijke verwikkelingen. Het is een bonte stoet aan verhalen, de ene keer ontroerend, dan weer hilarisch. Tezamen tonen ze Genua als een stad met een ziel, een stad die aanleiding geeft tot verlangen en fantaseren, een stad die iets toevoegt aan je leven. Het boek is een liefdesverklaring.
Pfeijffer speelt een amusant spel met de werkelijkheid. In de eerste plaats zijn daar al de twee Pfeijffers, het romanpersonage en de echte die je als lezer kent. Zij zijn grotendeels identiek en lijken in het verhaal één-en-dezelfde persoon te zijn, maar dan opeens weer niet. Dan is er de naam van de bar waar het mooiste meisje van Genua werkt: Bar met de Spiegels. Is zijn verliefdheid echt of is het een reflectie? Wanneer de roman-Pfeijffer tegen het einde van het verhaal zijn zekerheden verliest krijgt de werkelijkheid absurde trekjes. Of is het gewoon een onwaarschijnlijke fantasie?
Leesplezier betekent voor mij dat ik wil worden verrast. En wil worden uitgedaagd om een verhaal dat soms niet eenduidig is toch te doorgronden. Dat leesplezier biedt La Superba volop. Daarbij weet Pfeijffer (de echte!) zijn liefde voor de stad over te brengen. Hij doet dat in een prachtige taal, nu eens poëtisch, dan weer spitsvondig, altijd beeldend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten