Ik las zojuist opnieuw een van zijn boeken, De jongen die met wolken speelde. Het verhaal speelt zich af in juni 1944, in Italië. Het Duitse leger, dat eerder Mussolini te hulp is geschoten, verliest langzaam maar zeker terrein aan de geallieerde troepen. De archeoloog Filippo Cavalcanti, werkzaam op het ministerie van cultuur in Rome, krijgt de opdracht om in het noorden van Italië een partij oude kunstvoorwerpen te beoordelen en het transport ervan naar Duitsland voor te bereiden. Het wordt hem niet met zoveel woorden gezegd, maar hij kan op zijn vingers natellen dat Duitse generaals en nazi-partijbonzen de ontvangers van de kunstwerken zullen zijn. Wanneer hij erachter komt dat een van de werken een antieke sarcofaag is, door hemzelf lang geleden opgegraven en gepubliceerd, een opgraving waarbij een ongeluk plaatsvond waardoor het zoontje van een goede vriend omkwam, rijpt bij hem het plan om de objecten niet bij de Duitse autoriteiten af te leveren maar ze te redden. Voor het Italiaanse kunstbezit, maar evengoed voor hemzelf. De voorstelling op de sarcofaag is die van een kleine jongen, die met wolken speelt.
Wat dan volgt is een onvervalste road movie. Met de hulp Quintino, een jonge man met een vrachtwagen, gaat hij op weg om de werken af te leveren in Rome. Wat volgt is een doldwaze tocht door Noord-Italië, veelal over afgelegen bergweggetjes. Vervolgens door Zwitserland en opnieuw door Italië maar nu zuidwaarts, koersen ze op Rome aan. Het Italië van die dagen is in verwarring, het is niet altijd duidelijk wat de militaire situatie is, waar je controles kan verwachten en waar het veilig is. Quintino blijkt zich op briljante wijze door roadblocks heen te kunnen kletsen en schrikt op andere momenten niet terug voor enig geweld. Ze slapen verborgen in bossen, in kloosters en bij particulieren. Langzamerhand ontstaat er een band tussen de oudere professor en de jonge durfal.
De beschrijvingen van de tocht door het afwisselende landschap zijn aangenaam om te lezen, en de ontwikkeling van de relatie tussen Cavalcanti en Quintino wordt geloofwaardig neergezet. Daarmee garanderen de twee belangrijkste elementen dat de roman geslaagd genoemd mag worden. Maar desondanks knaagt er voor mijn gevoel iets. Ik benoem dat maar als ‘de flitsende vaart’. De gebeurtenissen buitelen over elkaar heen, momenten van reflectie zijn nauwelijks aanwijsbaar. Enige toelichting over de precieze oorlogssituatie was welkom geweest. En waar Faggiani in de roman over de marathonloper nog momenten van verstilling inbouwde, heeft het hier meer weg van een actiefilm. Dat is ergens wel een beetje jammer.
Franco Faggiani / De jongen die met wolken speelde / Vertaald uit het Italiaans door Saskia Peterzon / Luisterboek, voorgelezen door Rik van de Westelaken / 9 uur en 45 minuten / Signatuur, via Storytel