woensdag 30 november 2022

Het water komt ...

Wat worden wij Nederlanders toch graag boos. Op een kamervoorzitter. Op een televisiepresentator. Op de overheid die haar best doet zoveel mogelijk van ons te beschermen tegen COVID. En we worden ook zo snél boos, grijpen binnen luttele seconden nadat nieuwe feiten ons hebben bereikt naar onze mobiel om onze verontwaardiging te uiten. Aan iedereen die we kennen, en aan zoveel mogelijk anderen. Doordacht zijn die posts meestal niet. We geven de voorkeur aan snelheid boven zorgvuldigheid en bedachtzaamheid. 

Het verbaast mij telkens weer dat die agressieve energie volstrekt niet loskomt bij juist dát onderwerp dat een echte bedreiging voor ons gaat worden: de opwarming van de aarde en het als gevolg daarvan stijgen van de zeespiegel. Juist dáár zouden we boos moeten worden. Op de overheden, nationaal en internationaal, die het goede prediken maar nauwelijks tot wezenlijke daden komen. Op al onze landgenoten die lak hebben aan de meest simpele maatregelen tegen opwarming van de aarde, zoals als het scheiden van afval. Maar nee, veel te veel Nederlanders voelen bij dit onderwerp volstrekt geen urgentie. Het ligt te ver in de toekomst. ´Het zal  onze tijd wel duren, en zelfs die van onze kinderen en kleinkinderen´. Denk je …?

Eva Meijer schreef met Zee nu een korte roman waarin ze dit scenario naar voren haalt. Naar nu. Plots, zonder enige aankondiging stijgt het zeewater, stroomt de zee per dag een kilometer landinwaarts. Niet in België, niet in Groot-Brittannië of enige andere plek op de aardbol. Uitsluitend in Nederland. Dan kunnen de lezers zich de ramp duidelijk voorstellen, zal ze misschien hebben gedacht.

Want een ramp is het. Wordt eerst nog even gedacht aan het zo snel mogelijk ophogen van de dijken, al snel realiseert de overheid zich dat evacuatie, het totaal ontruimen van het lage land de enige optie is. En daarna ook van het hoger gelegen land. De minister-president, een goedlachse optimist, probeert in dagelijkse praatjes op radio en televisie de moed er zo lang mogelijk in te houden, maar veel inwoners bereikt hij niet meer. Die  zijn gevlucht naar Duitsland, België, Frankrijk, waar ze zorgzaam worden opgevangen en voorlopig gehuisvest in kampen.

Gaandeweg de ontwikkelingen focust Meijer op drie vrouwen: een wat oudere wetenschapper, gespecialiseerd in waterbeheer; een jongere klimaatactiviste en een meisje van veertien dat haar moeder is kwijtgeraakt. Zij ondernemen met een onderzoekscheepje een tocht naar de Randstad, een onafzienbare watervlakte waar alleen de toppen van hoge gebouwen en kerktorens nog zichtbaar zijn. Waar kleine groepjes ´Blijvers´ bivakkeren op daken of in bootjes die ze aan gebouwen hebben verankerd. Dat brengt het dichtbij, maakt het invoelbaar, drukt je met de neus op de onomkeerbaarheid van het dreigende onheil dat ons zou kunnen wachten.

Meijer zal Zee nu hebben geschreven als een – ietwat uitvoerig – pamflet. Een tekst waarmee ze mensen wakker wil schudden. De toon is heel licht, to the point, het voelt nergens als een oproep tot actie. Maar juist door die lichtheid, het nuchtere en zakelijk informerende komen de gebeurtenissen over als een betrouwbare weergave. Het zou zomaar kunnen gebeuren. 

Eva Meijer / Zee nu / 236 blz / Cossee, 2022