zondag 27 juli 2025

Een PTSS ´avant la lettre´

Het Waddeneiland Texel en Atjeh, het uiterste westelijke puntje van Sumatra, zijn de plekken waar Het uur van de olifant zich afspeelt. In Atjeh in 1904, tijdens een veldtocht van de KNIL. Op Texel vijf jaar later, wanneer twee militairen die elkaar in Indië hebben leren kennen er samen een zomerse maand doorbrengen. De een is de jonge, net getrouwde Maxim. Hij woont met zijn echtgenote Roy op het eiland, waar hij is benoemd tot burgemeester.  Dat hij die aanstelling kon bemachtigen beschouwt hij als een godsgeschenk, het afgelegen en rustige Texel is de plek waar hij hoopt de verschrikkingen die hij vijf jaar eerder in Nederlands-Indië heeft meegemaakt te vergeten, of in ieder geval een plek te kunnen geven. W.A. is zijn vriend, die zichzelf heeft uitgenodigd op Texel. Hij verblijft nog steeds in Indië, maar heeft ontslag genomen uit het leger om een onafhankelijker positie te kunnen innemen in zijn kritiek op het koloniale systeem. Voor beiden zal die zomermaand van 1909 op het Waddeneiland grote gevolgen hebben.

Dat de militaire strijd in Atjeh, die ruim dertig jaar duurde, gepaard ging met gruwelijke misstanden is al lang bekend. Vooral na afloop van het koloniale tijdperk zijn de feiten daarover, die op last van hogerhand lang in de doofpot werden gestopt, boven water gekomen. Otto de Kat geeft het impact door zo’n misdaad, die welke Maxim nog jaren later nachtmerries zou bezorgen, klein te houden. Tijdens een patrouille in 1904, het laatste jaar van de oorlog, neemt zijn compagnie twee jonge Atjeeërs gevangen. Terwijl de jongens geboeid op de grond zitten, laat Maxim’s commandant zijn mannen zien hoe je met zoiets omgaat: ´Opruimen die oproerkraaiers, Van Oldenborgh, ik doe het maar één keer voor, de volgende keer doe je het zelf. […] Hij pakte zijn karabijn, schoof de bajonet erop, stapte op die jongens toe. Steek in, draai om, trap uit. Tweemaal

Een posttraumatische stressstoornis, of PTSS, wordt tegenwoordig als zodanig herkend, erkend en behandeld. Maar in de vroege jaren van de vorige eeuw stond de kennis omtrent dit ziektebeeld nog in de kinderschoenen. Maxim heeft dus alleen zijn naasten die hem helpen de beelden waardoor hij wordt achtervolgt te verwerken. Al zal het bezoek van zijn vriend ertoe leiden dat hij te rade gaat bij een van de eerste zenuwartsen die in Nederland praktijk houden.

W.A. lijkt van de twee het sterkere karakter te hebben. Wat hij voor de buitenwereld, en ook voor zijn Texelse vrienden, verborgen houdt is dat hij de schrijver is die onder het pseudoniem Wekker tientallen artikelen heeft gepubliceerd in een toonaangevende krant in Nederlands-Indië, artikelen waarin hij de vloer aanveegt met het Nederlandse beleid in de kolonie. Artikelen die veel indruk maakten. 

W.A. is trots op die stukken, overweegt meermaals tijdens de maand op Texel, en ook op de boot terug naar Nederlands-Indië, zich bekend te maken als de schrijver ervan. Maar hij aarzelt. Net als Maxim, die zich tijdens hun gesprekken realiseert dat hij hulp zou moeten zoeken voor zijn angstdromen, komt ook W. A. tijdens die maand tot een wezenlijk inzicht. Een dat zijn euforie over de invloed van zijn artikelen nuanceert: ‘Dus dit was wat het had uitgericht, dit was het resultaat van zijn schrijverij: zorg en onrust en nachtmerries in het leven van vrienden. Niet de politiek was erdoor veranderd, geen generaal sliep er minder door, geen ambtenaar voelde zich bezwaard. Alles ging zijn onverbiddelijke gang. Maar niet in het doen en laten van Maxim en Roy, en wie weet hoeveel andere oud-soldaten. Die er geweest waren, die trof het. Die liepen ermee rond, die wisten zich geen raad, droomden zich terug in de donkere tijd. Verdomme, Van Daalen en Van Heutsz, en Colijn en Van der Heijden, en hoe ze verder allemaal mochten heten, die sliepen rustig, maakten promotie, kregen erebanen, steeds meer medailles, werden ontvangen door de koningin. De koningin, ha, symbool van alles dat onder het tapijt werd geveegd, de koningin die werkelijk van niets wist, en wat ze wist was ingefluisterd door Van Heutsz, geen wanklank over Indië was vermoedelijk tot haar doorgedrongen.’

Otto de Kat (1946) is het pseudoniem van Jan Geurt Gaarlandt, uitgever en oprichter van uitgeverij Balans. Als schrijver kiest hij vaak onderwerpen die zich afspelen in een historische setting. Bescheiden en zacht, zo zou je zijn teksten kunnen karakteriseren. Maar hij weet wel heel precies de vinger op de gevoelige plek te leggen. Heel precies personages op te bouwen die het verhaal dragen.

Otto de Kat / Het uur van de olifant / 223 blz / Van Oorschot, 2022