dinsdag 1 juli 2025

De wereld op papier

Open de website van Mark Boog en je ziet een boekenplank met zo´n vijftien publicaties. Iets meer dichtbundels dan romans. Ik deed dat begin dit jaar, nadat ik voor het eerst – bij toeval - een boek van Boog had gelezen, het uit 2018 daterende Café De Waarheid. Het verhaal over een bewust dakloze man, die rondzwerft door de stad Utrecht en slaapt in de luwte van een steunbeer van de kathedraal. Iets van die roman bleef bij mij hangen, en dat ik zijn nieuwe, onlangs verschenen roman De cartograaf en de wereld direct na verschijnen las was dan ook geen toeval. Nieuwsgierigheid naar een door jou net ‘ontdekte’ schrijver houdt je als lezer alert.

Boog (1970) is zowel dichter als auteur van een ruime handvol romans. Voor zijn dichtbundels ontving hij zowel de C. Buddingh’-prijs als de VSB Poëzieprijs.

Hoofdpersoon van De cartograaf en de wereld is Paulus, een jonge man die in Husum is opgegroeid, een kustplaatsje op de grens van Duitsland en Denemarken. Paulus’ vader is timmerman, hijzelf droomt ervan cartograaf te worden. Na het voltooien van zijn opleiding pakt hij dan ook zijn spullen en vertrekt naar Amsterdams, omstreeks 1650 het walhalla van de cartografie. Werken voor de wereldberoemde kaartenmaker Joan Blaeu, als dat toch eens zou kunnen... Zodra hij arriveert brengt hij Blaue een bezoek, wat resulteert in een proefopdracht. 

Paulus’ beroepsmatige ambitie mag dan duidelijk zijn, Boog besteedt beduidend meer bladzijden aan diens persoonlijke lotgevallen in Amsterdam. Met de eigenaresse van het logement waar hij verblijf, de mooie en gevoelige Trijn, krijgt hij een amoureuze relatie. En Cornelis, een jonge en uitbundige kunstschilder, wordt zijn boezemvriend. Maar de échte hoofdrol lijkt weggelegd voor Amsterdam, in het midden van de zeventiende eeuw zonder twijfel een van de meest betoverende en exotische Europese havensteden. Je hebt af en toe de indruk dat Paulus, rondlopend door de stad, in trance raakt door wat hij ziet, ruikt en voelt.

Paulus is meer een beschouwer dan een actieve deelnemer aan (groeps)processen. Zijn vriendenkring is klein, en zowel met Cornelis als met Trijn vindt hij het lastig zich te uiten. Voor zijn relatie met de laatste denkt hij daar iets op gevonden te hebben. Een cartograaf kan immers op papier de zaken naar zijn hand zetten. En zo’n nieuwe werkelijkheid kan maar al te gemakkelijk worden aangezien voor de werkelijke situatie. Dus waarom Trijn niet een eilandje aangeboden, ergens ver weg in de Stille Zuidzee? Isla Catharina? Speciaal voor haar gemaakt? Het zou voor eeuwig vastleggen wat hij voor haar voelt, zonder dat hij daar woorden voor hoeft te zoeken.

Mark Boog / De cartograaf en de wereld / 256 blz / Cossee, Amsterdam