In februari 2008 ontmoetten J.M. Coetzee en Paul Auster elkaar voor het eerst. Ze kenden weliswaar elkaars werk, maar hadden nog nooit persoonlijk contact gehad. Het klikte, want kort na die eerste ontmoeting ontving Auster een brief van Coetzee met de uitnodiging een briefwisseling te beginnen. Auster nam die aan, met als gevolg dat er tussen juli 2008 en augustus 2011 ruim tachtig brieven heen en weer gingen tussen het Australische Adelaide, de woonplaats van Coetzee en New York, waar Auster woonde.
Een correspondentie is voor de lezer natuurlijk het meest verrassend en waardevol wanneer de brieven niet zijn geschreven met het oog op publicatie. Dan is het taalgebruik naturel en schrijft men meestal openhartiger. Ik vermoed dat in dit geval vanaf het begin de mogelijkheid van publicatie niet werd uitgesloten. Je ziet beide auteurs namelijk zorgvuldig formuleren, hun betoog soms als een klein essay opzetten en af en toe zelfs even het standpunt van de ander recapituleren - voor het gemak van de lezer - voordat ze er op reageren. Dit resulteert hier en daar in een zekere stroefheid. Maar dit is mijn enige, en tevens voorzichtige, voorbehoud bij Here and Now. Letters 2008-2011. De inhoud van de brieven, de open manier waarop Auster en Coetzee elkaar bejegenen en de spitsvondigheid waarmee meningen soms worden gebracht maken het een boek een genot om te lezen.
De brieven gaan over een breed scala aan onderwerpen: vriendschap, sport, politiek, schrijven, films, liefde, poëzie, seks, geïnterviewd worden, literaire roem en nog veel meer. Het is mooi om te zien dat beide heren zichzelf blijven. Nobelprijswinnaar Coetzee is de ietwat koele analyticus - hij was in een vroeger leven computerprogrammeur - die bij voorkeur een stap achteruit doet om situaties van afstand en in hun context te kunnen beschouwen. Zijn vergelijking van de toenmalige economische crisis met Plato's grot is daar een verrassend voorbeeld van. Auster is emotioneler, denkt associatief en vertelt graag mooie verhalen om zijn argumenten te staven. Hij blijft dan de schrijver die dat in zijn boeken ook zo graag doet.
Dit verschil in houding komt ook naar voren in zoiets simpels als de manier waarop ze hun brieven schrijven en versturen. Ze beginnen de briefwisseling met brieven, verstuurd per post. Maar omdat die soms vertraagd aankomen stapt Coetzee al snel over op e-mails. Auster daarentegen blijft bij zijn traditionele werkwijze, net zoals hij geen mobiele telefoon heeft en hij zijn laptop, na die korte tijd te hebben gebruikt, aan zijn dochter heeft gegeven. Hij sleept liever overal een veertig jaar oude, gereviseerde Olivetti typemachine met zich mee. Het tekent deze briefwisseling dan weer dat enkele terloopse opmerkingen hierover uitmonden in een discussie over de gevolgen van de mobiele telefonie voor de romanschrijver en diens personages. Wanneer die personages altijd en overal van alles op de hoogte kunnen zijn, beroof je de schrijver dan niet van een van zijn meest effectieve middelen om spanning op te bouwen?
Ik heb mij indertijd, en ook nu weer even, met deze brieven uitstekend vermaakt. De heren hadden geen vooropgezet plan, hadden geen agenda van onderwerpen opgesteld. Dat leidt tot een aangename vrijblijvendheid, alles wat langskomt kan besproken worden. Je zou dat ook in negatieve zin kunnen opvatten, maar zo zitten Coetzee en Auster niet in elkaar: beiden – de eerste iets vaker dan de laatste – schrikken er niet voor terug in hun brieven stevige uitspraken te doen.
Het is jammer dat ze er in augustus 2011 abrupt mee zijn gestopt. Hoewel .... misschien blijkt ooit, bij het opruimen van hun literaire archief – Coetzee is immers ook al op leeftijd - dat ze privé, wellicht in een wat trager tempo, gewoon zijn doorgegaan. Dat deze tachtig brieven slechts een voorproefje waren. Dat zou mooi zijn.
J.M. Coetzee & Paul Auster / Here and Now. Letters 2008-2011 / 248 blz / Viking, 2013