Haasse heeft dus een missie, zoals ze in het citaat hierboven aangeeft. En die bestaat eruit dat ze het personage van de markiezin meer diepgang wil geven dan de meeste lezers, literatuurwetenschappers en critici haar toebedelen. Ze wordt meestal gezien als een flat character, een toonbeeld van egoïsme en genotzucht. maar Haasse is van mening dat daar wel iets op aan te merken valt. De term ‘thuiswedstrijd’, die ik hierboven gebruikte, heeft trouwens ook betrekking op de locatie van Haasses avontuur. Aan het slot van Liaisons, na de dood van haar tegenspeler en gewezen minnaar de vicomte de Valmont, ontvlucht de markiezin Parijs en haar schuldeisers, ‘richting Holland zoals men zegt’, aldus Laclos. Haasse vermoedt dat Den Haag de eindbestemming had kunnen zijn en stelt zich voor dat de markiezin bij haar om de hoek woont, in een imaginair buitenhuis aan de Daal-en-Bergse Laan in het zuiden van Den Haag. Dat denkbeeldige landhuis geeft Haasse de naam Valmont, tegelijk een verwijzing naar de vicomte en een spitsvondige woordspeling op de naam van de straat.
Haasse en de markiezin wisselen dertien brieven met elkaar. Ik las Liaisons kortgeleden, dat was ook de aanleiding om dit boek te lezen. Daardoor zat het verhaal nog vrij levendig in mijn hoofd, waardoor ik Haasse echt kon lezen als een vervolg. Is dat niet het geval, heb je de prequel langer geleden of zelfs niet gelezen, wordt het boek ontoegankelijker en taaier, is mijn inschatting. Het is namelijk geen lichte kost. Zo speels als het op stoom komt, de eerste handvol brieven over en weer, zo serieus is het daarna. Haasse gaat op zoek naar de motieven van Laclos om zijn markiezin te scheppen zoals hij dat heeft gedaan, en naar de verantwoording van haar karakter en daden. Ze is daarin vindingrijk, denkt out-of-the-box zoals dat tegenwoordig heet. Plaatst het in de juiste culturele en literaire context, ziet verrassende verbanden. Het zal voor de liefhebber van het werk van Haasse geen verrassing zijn dat de naam Belle van Zuylen meer dan eens voorbijkomt. Maar het opduiken van Betje Wolf en Aagje Deken had ik niet zien aankomen. Dat zijn dan de lichtvoetige momenten in een verhaal dat soms iets teveel de toon heeft van een college literatuurgeschiedenis.
Een gevaarlijke verhouding verscheen in 1976, ruim voor de befaamde verfilming van Liaisons uit 1988 met in de hoofdrollen Glenn Close en John Malkovich. Maar kijkend naar de cover van de door mij gelezen editie, de vijfde druk uit 2005, kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat het prachtige portret van Catherine Bégon door Jean-Etienne Liotard – een tijdgenoot van de markiezin – is gekozen omdat ze wel erg doet denken aan de jonge Glenn Close. Of zie ik nu spoken?
Hella S. Haasse / Een gevaarlijke verhouding of Daal-en-Bergse brieven / 202 blz / Quenrido, 2005