Een kerktoren waarvan de bovenste helft boven water uitsteekt, dat is het enige teken wat aangeeft dat onder water een dorpje moet liggen. Dat is dorpje is het Italiaanse Curon, eigenlijk niet meer dan een gehucht, gelegen op het punt waar Italië, Oostenrijk en Zwitserland samenkomen. In 1911 ontstaat het plan om de rivier de Adige, die langs Curon door het dal loopt, af te dammen om zo een stuwmeer te creëren. Dat project stokt na de eerste bodemverkenningen. Maar als Mussolini aan de macht komt gaat er toch aan gewerkt worden, tot het werk vanwege de Tweede Wereldoorlog opnieuw moet worden stilgelegd. De bewoners hopen dat het plan daarmee van de baan is, maar dat hebben ze mis. Na de oorlog verrijst een hogere dam dan oorspronkelijk gepland, waardoor de dorpjes Curon én Resia ophouden te bestaan. Voor de ogen van de inmiddels moedeloze bewoners worden in 1950 ruim honderdvijftig boerderijen en huizen opgeblazen en stroomt het water het dal binnen. Alleen de kerk wordt gespaard, beslist iemand in Rome. Vandaar dat die nu zo onwerkelijk het meer beheerst.
Bijna veertig jaar leven met onzekerheid over het voortbestaan van je huis, je bestaan, je dal. Dat is wat Marco Balzano beschrijft in Ik blijf hier. Door de ogen van Trina, een jonge vrouw uit Curon die studeert voor onderwijzeres, neemt hij je als lezer mee. De maatregel van de fascisten dat Duits niet langer de voertaal mag zijn in de streek – Zuid-Tirol, van oudsher een Duitstalige enclave in Italië - is een eerste klap in het gezicht van de inwoners van het dal. Italiaans beheersen de meeste van hen niet. Het lijkt een metafoor voor monddood maken. Het serieuze voornemen van diezelfde fascisten om de stuwdam te realiseren is de tweede klap. Die zal hen van de grond verdrijven waarop ze al vele generaties lang hun brood verdienden.
De echtgenoot van Trina, de boer Erich, is een fanatiek tegenstander van de stuwdam. Hij is een van de organisatoren van het lokale verzet. Dat weet de zaak na de oorlog tot voor de verantwoordelijke minister te brengen, en zelfs tijdens een privé-audiëntie bij de paus, maar tevergeefs. Eenentwintig meter water zal hun huizen, hun levens overspoelen. De tijdelijke barakken die de overheid als vervangende woningen neerzet vormen de laatste klap. Het zal jaren duren voordat er een definitieve oplossing komt voor de huisvesting, een schadevergoeding voor hun verloren bezit komt er nooit.
Balzano heeft de complexiteit van de situatie mooi verweven met de beleving ervan door Trina. Naast de stuwdam spelen er in het dal nog andere zaken. Het is immers een grensgebied in woelige tijden, de inwoners voelen de gevolgen daarvan. De taalkwestie leidt er toe dat veel inwoners zich in de Tweede Wereldoorlog laten verleiden naar Duitsland te verhuizen, om in de industrie te gaan werken of dienst te nemen in het leger. Anderen, zoals Trina en Erich, maken van het bergachtige grensgebied gebruik om zich in de oorlog te kunnen verbergen voor de Duitsers.
Curon, Resia en omgeving vallen tegenwoordig onder de gemeente Graun im Vinschgau. De toeristen die de streek bezoeken komen vooral voor het prachtige berglandschap. Vaak maken ze een boottochtje over het stuwmeer, waarop de uit het water oprijzende kerktoren het meest gefotografeerde object zal zijn. De meesten zullen zich niet realiseren dat er voor het creëren van dat lieflijke meer een dorpsgemeenschap, een groep mensen die er geworteld waren, moest verdwijnen. Maar het zou zo maar kunnen dat in deze tijd van Europese eenwording en globalisering dat verhaal niet heel veel indruk meer maakt.
Marco Balzano
Ik blijf hier
Vertaald door Edwin Krijgsman
238 blz
De Arbeiderspers