Moest ik een toptien opstellen van de beste boeken die ik de afgelopen jaren las, dan zou De Man & het hout van de Noorse schrijver Lars Mytting daarin hoog eindigen (zie dit blog, 9 januari 2016). Het is een vlot geschreven vraagbaak voor mannen die alles willen weten van hout. Hoe daarmee een blokhut te bouwen, hoe een stevig én milieubewust vuurtje te stoken en alles wat je verder ooit wilde weten over hout. Een soort bijbel voor de volwassen padvinder, dat is misschien de beste omschrijving.
In Myttings meest recente roman, De zusterklokken, staat hout opnieuw centraal. Maar dan in bewerkte vorm, met fraai gesneden decoraties en opgebouwd tot zo’n mooie traditionele Noorse houten staafkerk. Het verhaal speelt omstreeks 1880 in het dorpje Butangen, gelegen in het Gudbrandsdal, diep in het binnenland. Het is een gebied waar de boeren zich door de lange winters en korte zomers, en de lastig te bewerken grond, maar net in leven kunnen houden. De nieuwe dominee die het dorpje krijgt toegewezen, Kai Sweigaard, wil het gebied echter opstoten in de vaart der volkeren. Te beginnen met zijn eigen parochie, waarvan de gelovigen maar nauwelijks in de veel te kleine maar mooie eeuwenoude staafkerk passen. En waar oude vrouwtjes in de winter tijdens de dienst doodvriezen. Een nieuwe kerk moet er komen, modern en veel groter, mét een kachel. Het komt goed uit dat tegelijkertijd enkele wetenschappers en museummensen in Pruisen hun oog hebben laten vallen op die mooie kerken. Die kan je toch het beste beschermen door ze zorgvuldig te ontmantelen en weer op te bouwen in een beschermde omgeving, bijvoorbeeld in een park bij Dresden?
De Duitsers sturen een jonge architect naar Noorwegen, met de opdracht een gedetailleerde bouwtekening te maken van de kerk in Butangen. Daar aangekomen maakt hij kennis met Astrid Hekne, een jonge vrouw die verlangt naar de wereld buiten het dal. Tussen haar en de architect, Gerhard Schönauer, klikt het, ze raken verliefd op elkaar. Het enige onderdeel van het plan om de kerk te verkopen aan de Duitsers waar Astrid het niet mee eens is zijn de twee kerkklokken, de zogenaamde Zusterklokken. Die zijn door een voorvader van haar aan de parochie geschonken, ter nagedachtenis aan diens vrouw die stierf bij de geboorte van een Siamese tweeling. Die klokken zullen in de loop van het verhaal de gebeurtenissen gaan bepalen. Dat, en het gegeven dat de nieuwe dominee Astrid langzaamaan als zijn ideale echtgenote gaat zien.
Kortom, Mytting positioneert zijn personages zo dat er een rijke voedingsbodem ontstaat voor heftige ontwikkelingen en personele conflicten. Het lijkt wel een negentiende-eeuwse roman ….
Die wat flauwe opmerking bevat voor mij wel een kern van waarheid. Het is soms alsof je een wat traditionele roman van omstreeks 1880 leest. Dat sfeertje bouwt Mytting natuurlijk bewust op - het geeft zijn roman een gevoel van authenticiteit – maar het doet bij vlagen eveneens wat ouderwets aan. Hij houdt de spanning daarentegen goed vast en de dramatische ontknoping is indrukwekkend en mooi gevonden. Dat, de beschrijving van het ruige landschap én de bevlogen toon waarop hij schrijft over die weergaloos mooie kerken zorgden ervoor dat ik na de laatste zin met een positief gevoel mijn telefoon uitzette. Ik luisterde het boek namelijk. Voorgelezen door Adeline van Lier, die trouwens een heel prettige stem heeft.
Lars Mytting
De zusterklokken
Vertaald uit het Noors door Paula Stevens
Luisterboek, voorgelezen door Adeline van Lier
13 uur en 32 minuten
Atlas Contact / via Storytel