Zijn roman Ongeduld (Ungeduld des Herzens) verscheen in 1939. Het is de geschiedenis van Toni Hofmiller, vijfentwintig jaar oud, luitenant bij de cavalerie in een kleine garnizoensstad aan de Oostenrijks-Hongaarse grens. Hij is een voorbeeldig militair, de regelmaat en discipline van het leven in het keizerlijke leger bevallen hem goed. Hij wordt gewaardeerd door zijn meerderen en geniet van de vrije uren die hij met zijn maten doorbrengt in het koffiehuis en het wijnlokaal. Meer is er in het kleine stadje ook niet te doen. Het is 1913. De Eerste Wereldoorlog ligt op de loer, maar niemand heeft dat door. Als lezer realiseer je je dat natuurlijk wel, wat het verhaal een extra lading geeft.
Het leven van Toni Hofmiller verandert als hij in aanraking komt met de voorname familie Kekesfalva, bestaand uit vader, dochter en een nichtje. Hun rijk ingerichte landhuis, vol met kunstschatten en liggend in een uitgestrekt park, is voor hem een sprookjeswereld. Hij komt er vrijwel dagelijks op de thee, blijft dan voor het diner en voelt zich opgenomen in de familiekring. De zeventienjarige dochter, Edith, raakt bijzonder op hem gesteld zonder dat Toni dit door heeft. Zij is sinds enkele jaren invalide, kan door een ziekte nauwelijks lopen. Haar behandelend arts houdt zich op de vlakte over haar kansen op genezing.
Wanneer vader Kekesfalva aan Toni vraagt om de dokter onder vier ogen eens diens werkelijke mening over Ediths kans op herstel te ontlokken maakt hij een fout die voor hem en de anderen het begin van het einde zal blijken te zijn. De dokter legt hem namelijk uit dat het oordeel 'geneeslijk' of 'ongeneeslijk' voorbarig is zolang de behandeling plaatsvindt. Voor verschillende ziekten die in het verleden ongeneeslijk werden geacht is inmiddels een therapie ontdekt. Daarom wil hij zich ook in het geval van Edith niet vastleggen op een prognose. Toni, gedreven door medelijden met het meisje, vertelt de oude Kekesfalva vervolgens dat de dokter van mening is dat Edith nog zou kunnen genezen. Zowel Kekesfalva als Edith zien Toni vanaf dat moment als hun reddende engel. Edith verklaart hem haar liefde en haar vader probeert hem met alle middelen te overreden op de avances van zijn dochter in te gaan.
Door toe te geven aan zijn medelijden voor het meisje heeft Toni zich in een onmogelijke situatie gemanoeuvreerd. Hij is niet verliefd op haar en wil tegenover haar dan ook niet die indruk wekken. Maar hij maakt dat niet duidelijk, verlamd als hij is door de consequenties van zijn gedrag, welke beslissing hij ook zou nemen. Ook op zijn maten in het leger maakt hij geen goede indruk. Die zien hem vooral als een jongen die zich handig een rijke familie binnenwerkt en een mooie erfenis in het verschiet heeft. Maar dat hij dit over de rug van een weerloos meisje doet valt hen dan toch wel van hem tegen.
Zweig is geen auteur die zich te buiten gaat aan literaire experimenten. Ongeduld is een mooie, verrassende en aangrijpende roman, zo op het eerste oog geheel in de naturalistische traditie. Maar Zweig is teveel filosoof om dat genoeg te vinden. Het echte onderwerp van zijn verhaal is medelijden, het verhaal is als het ware een lange overpeinzing, een verbeelding van de verschillende facetten daarvan. Het motto dat voorafgaat aan het boek laat daarover geen twijfel bestaan: 'Medelijden - mooi! De ene, de zwakke en sentimentele soort, is eigenlijk niets anders dan het ongeduld van het hart om zich zo snel mogelijk te bevrijden van het pijnlijke gevoel dat je bekruipt bij de aanblik van de ellende van de ander, die vorm van medelijden die helemaal geen mede-lijden is, maar louter instinctieve afweer van de eigen ziel tegen het lijden van een ander. En de andere soort, de enige die ertoe doet, is het onsentimentele maar vruchtbare medelijden, dat welbewust is en vastbesloten geduldig en mee-duldend alles tot het uiterste en zelfs nog verder te doorstaan.'
De gevolgen van Toni’s keuzes
zijn voor de direct betrokkenen ingrijpend, soms fataal. De climax valt precies
samen met een veel grotere ramp, het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog,
waardoor de hele tragedie opeens niets meer dan een rimpeling lijkt.
Terugkijkend, 25 jaar later, vertelt Toni zijn verhaal. Bezonken, relativerend,
een stuk wijzer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten