donderdag 19 september 2013

Alleen op een eiland

Voor de kinderboekenweek 2013 bedacht de webmaster van Boekenbijlage.nl, waar mijn besprekingen ook op verschijnen, dat het aardig zou zijn wanneer de medewerkers een herinnering zouden schrijven aan hun eigen favoriete kinderboek. Dus haalde ik wat dozen tevoorschijn van de zolder en heb een genoeglijk uurtje doorgebracht met het bekijken en doorbladeren van mijn kinderboeken, voor het eerst in jaren. 
Ik ben van 1959 en las in mijn jeugd de toen gebruikelijke kinderboeken: Pietje Bell, Arendsoog en De kameleon. Maar mooier dan deze reeksen vond ik de kinderboeken die mijn vader had bewaard en die een hele plank van zijn boekenkast vulden. Boeken uit de jaren dertig en veertig: Winnetou, Tarzan van de apen, Bulletje en Bonestaak en De zeerover van Oostzaan. Misschien niet echt kinderboeken, maar ik vond ze geweldig spannend.
Mijn favoriet was Robinson Crusoƫ. Het verhaal van de zeeman wiens schip voor de kust van Zuid-Amerika vergaat en die vervolgens op een eiland aanspoelt. Onbewoond, maar wel zo gevarieerd van landschap en begroeiing dat hij er in zijn levensonderhoud kan voorzien. Uit de wrakstukken van het schip bouwt hij een hut, hij plant graan aan, fokt geiten en begint een kalender bij te houden zodat hij enigszins grip houdt op het verloop van de tijd. Hij zal er 28 jaar blijven.
Na lange tijd ziet hij op het strand afdrukken van menselijke voeten in het zand. Het blijken kannibalen te zijn die af en toe zijn eiland bezoeken om hun slachtoffers te ‘bereiden’ en op te eten. Tijdens een van die volgende bezoeken bevrijdt hij een van de gijzelaars, een donkere jongen, en noemt hem Vrijdag, naar de dag van de week waarop dit gebeurt.
Ik heb dit boek zo tussen mijn tiende en vijftiende talloze maken gelezen. Of liever, het opengeslagen en weggedroomd. Dat lag niet uitsluitend aan het exotische van het verhaal. Mijn editie was ook heel mooi geschreven en aantrekkelijk uitgevoerd.  Het boek is een navertelling door Nienke van Hichtum, de kinderboekenschrijfster die vooral bekend is van Afke’s tiental. Zij was van 1888 tot 1907 getrouwd met de politicus Pieter Jelles Troelstra. Na haar scheiding moest ze in haar eigen onderhoud voorzien. Dat deed ze door (volks)verhalen uit de hele wereld te verzamelen en die na te vertellen, te herschrijven. Mijn Robinson CrusoĆ«, door Daniel Defoe gepubliceerd in 1719, is ook een van die projecten. De prachtige tekeningen erin zijn van Pol Dom, een Belgische kunstenaar die kort voor de Eerste Wereldoorlog naar Nederland verhuisde en veel illustratiewerk heeft gemaakt.
Mijn vader schreef voorin het boek: ‘Ter herinnering aan mijn 12e verjaardag, 17 januari 1945, van tante Gar.’ Wie tante Gar is weet ik niet. Maar ik kan me wel voorstellen dat voor mijn vader, in de maanden daarna, de gebeurtenissen in het boek qua spanning en dramatiek hebben moeten wedijveren met de gebeurtenissen in de echte wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten