zondag 19 oktober 2025

Vader op je zesenzestigste

Had hij een langdurige writer’s block, of was hij gewoon uitgeschreven? Had hij misschien niets meer te vertellen? Hij weet het nog steeds niet, maar na een reeks succesvolle en ook bekroonde romans en verhalenbundels – Vriend van verdienste in 1985, Gewassen vlees in 1994, Publieke werken in 1999, De nieuwe man in 2003 en het al wat minder positief besproken Zoete mond in 2009 – lukte het Thomas Rosenboom niet meer iets wezenlijks op papier te krijgen. Hijzelf had daar inmiddels vrede mee, was trots op zijn werk en genoot eigenlijk wel van zijn status als schrijver in ruste. Hij is van 1956.

In 2015 ontmoette hij op een borrel Blandine, een Vlaamse filmwetenschapper die was verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werden halsoverkop verliefd en trouwden korte tijd later. Hij was toen 60 jaar, zij 28. Een flink leeftijdsverschil, maar dat was voor beiden geen punt. Ook niet dat Blandine op een gegeven moment bedacht dat hun leven ‘af’ zou zijn wanneer ze een kind zouden hebben. Zo werd Rosenboom, die zijn hele leven zelfs nog nooit had samengewoond, binnen een handvol jaren zowel echtgenoot als vader. Een late vader.

Dochter Anne is nu bijna drie. In Late vader schrijft Rosenboom over haar, maar ook over wat het hebben van een kind met Blandine en hemzelf doet. En dat is nogal wat, zeker voor hem, een man die voor zover hij zich kan herinneren nooit iets met baby´s en bijna-peuters heeft gehad. Alles is nieuw voor hem, en die verwondering klinkt door in zijn tekst. Want schrijven blijkt hij nog steeds te kunnen, al is dit kleine memoir natuurlijk iets anders dan een knetterende, kloeke historische roman. Rosenboom zoekt nu meer de verstilling. Mooi zijn de passages waarin hij beschrijft hoe hij met zijn dochtertje in een draagzak steeds langere wandelingen maakt door het centrum van Amsterdam, eindeloos met de metro reist en grote gebouwen als het stadhuis bezoekt, op zoek naar plekjes waar achtergrondgeluiden of beweging Anne in slaap wiegen. De roltrappen in De Bijenkorf blijken een succesnummer.

Late vader is trouwens ook wel wat meer dan alleen maar zoiets als ‘berichten uit een kinderkamer’. Rosenboom laat ook zijn eerdere leven als man-alleen toe. Zo maakte hij met een groep vrienden uit de theaterwereld – hij leerde ze kennen toen hij eens een roman van Arthur van Schendel tot toneelstuk bewerkte – al jaren de Heerenwandeling. Rosenboom voelde zich tussen deze mannen die elkaar al veel langer kenden dan hij soms een beetje een buitenstaander. Bovendien hadden ze vrijwel allemaal kinderen, waren stuk voor stuk door de wol geverfde vaders. Hij had zich vaak afgevraagd hoe zij hem zagen, zo zonder partner of kind. Zagen ze hem als ‘kinderloos’? Dachten ze misschien dat hij uit principe alleen bleef? Het moment dat hij zijn aanstaande vaderschap met hen kan delen, en hun enthousiaste reacties daarop, doet hem dan ook daadwerkelijk iets.

Nee, voor Rosenboom was het alleen-zijn nooit iets waar hij uit principe voor had gekozen. Het was gewoon zo gelopen. Een van de aardige aspecten van Late vader is dat Rosenboom zich laat kennen als iemand die inzake het dagelijks leven niet altijd even helder doordenkt of doortastend optreedt. Wanneer zijn CD-speler de geest geeft en hij zich voorneemt nieuwe te kopen, plus bijhorende geluidsboxen, nu maar eens voor alle drie de verdiepingen van hun huis, download Blandine Spotify op zijn telefoon. Er gaat een wereld voor hem open. Evenzo wanneer hij op zoek is naar videoregistraties van zijn favoriete bands. Ook het bestaan van YouTube was nooit echt tot hem doorgedrongen. Met andere woorden: hij zocht geen echtgenote, maar vond er bij toeval een. Ook had hij nooit overwogen om vader te worden, het overkwam hem. Je overgeven aan het leven, zo zou ik dat willen noemen. En als bonus zet het je ook weer aan het schrijven. 

Thomas Rosenboom / Late vader / 245 blz / Prometheus, 2025