zondag 28 mei 2023

Vastberaden vrouwen

Vanaf de omslag van dit boek kijkt ze je aan: een jonge vrouw in een opklapbare stoel. Het is geen bekend gezicht, en ook haar naam zal niet snel bellen doen rinkelen: Lili Veenman. De foto is gemaakt op de set van de speelfilm Mira, ergens in 1970. Een Nederlandse film onder regie van haar echtgenoot Fons Rademakers. Lili Veenman was bij die productie de scriptgirl. Een heel belangrijke maar soms wat ondergewaardeerde functie. Ze had haar sporen er al mee verdiend, onder andere in La dolce vita onder Federico Fellini. En ze zou, wat onderzoek achteraf duidelijk heeft gemaakt, een uiterst belangrijke rol spelen voor het oeuvre van Rademakers. Niet alleen als scriptgirl, maar ook in de totstandkoming van de draaiboeken. Dat vak beheerste ze als geen ander. En toch kennen we allemaal de naam Fons Rademakers, en is Lili Veenman een grote onbekende. ‘De vrouw in de schaduw’. Jutta Chorus wijdde aan dat verschijnsel een hoogst inspirerend boek.  

Je zou Alma’s dochters. Vijf levens in de schaduw een groepsbiografie kunnen noemen. Een biografie van vijf vrouwen, uit één familie, teruggaand in de tijd tot eind negentiende eeuw. Jutta Chorus, onder andere bekend van haar biografie uit 2013 over voormalig koningin Beatrix, raakte voor dit project getriggerd tijdens een bezoek aan de inmiddels 92-jarige Lili Veenman. Die ‘moest nog ergens een koffertje hebben liggen’ met daarin het familiearchief. Maar dat was zoek. Flink graven bracht het boven water, een dagje lezen deed Chorus zich realiseren dat ze een heel bijzonder verhaal in handen had. Vijf opmerkelijke levens, maar tegelijkertijd levens waar niet het volledige potentieel van was benut. Soms omdat de maatschappij dat nog niet toestond, soms uit misplaatste bescheidenheid, en een enkele keer door horkerig gedrag van …. ja, een man. 

Chorus vangt haar verhaal aan in 1875, wanneer de 22-jarige Alma Bimmermann arriveert in de haven van Batavia. Alma verwacht op de kade haar kersverse echtgenoot te zien, met wie ze voor haar vertrek uit Nederland met de handschoen is getrouwd. Maar in plaats daarvan wordt ze opgewacht door enkele somber kijkende heren die haar informeren dat haar echtgenoot enkele weken eerder is bezweken aan de cholera. Ze bieden aan haar terugreis te regelen, maar in een opwelling besluit Alma te blijven. Zelf een leven op te bouwen. Voor een vrouw alleen in het Nederlands-Indië van die dagen is dat niet eenvoudig, maar ze slaagt. Is gouvernante, onderwijzeres, onder andere voor de kinderen van de sultan van Yogyakarta. Ontmoet na enkele jaren een houtvester – die later hoogleraar in Wageningen zal worden – en sticht een gezin. Raakt betrokken bij de beweging voor de vrouwenemancipatie, schrijft zelfs populaire romans over het leven van vrouwen in de kolonie. Het koffertje van Lili met het familiearchief blijkt voor Chorus een goudmijn.

Voor Alma’s in 1882 geboren dochter Elly is het leven minder aangenaam. Ze trouwt in Indië met een foute man, ervaart het huwelijk met hem als een hel en belandt in depressies. Wanneer haar echtgenoot haar en de kinderen verlaat, blijkt wat de Nederlands-Indische maatschappij al snel doet met vrouwen in haar situatie: haar de mislukking van het huwelijk verwijten, terwijl de man daar in zijn verdere leven noch loopbaan merkbare schade van ondervindt.

Met Elly’s dochter Sylvia, geboren in 1907, de derde generatie, zijn we aanbeland bij het zwaartepunt van Chorus’ verhaal. Het lijkt alsof Sylvia de ondernemingszin en de vastberadenheid van haar oma Alma heeft geërfd. In 1952 koopt zij samen met haar levenspartner Guus Hiltermann – beter bekend als G.B.J. – en gebruikmakend van de erfenis van haar inmiddels overleden moeder en grootmoeder, het noodlijdende weekblad de Haagsche Post. De toekomst van het blad heeft zij strak voor ogen. Dagelijks knipt zij uit een reeks internationale kranten de artikelen die haar en haar redacteuren tot voorbeeld moeten strekken. Het oubollige karakter van het blad maakt al snel plaats voor een frisse benadering: nieuwe onderwerpen, een mensgerichte focus en vooral ‘boven op het nieuws zitten’ brengen de Haagse Post – nu zonder ‘sch’ – binnen een jaar een verdrievoudiging van het aantal abonnees en zetten een trend in Nederland. Als Sylvia tijdens een tripje naar Parijs jonge Fransen ziet lopen met het blad l’Express nonchalant in de zak van hun colbert, beseft ze dat ze daar onbewust naar streeft voor haar eigen blad.

De nieuwe redacteuren die door haar worden aangezocht zijn jong en vol bravoure. Peter Brusse, John Jansen van Galen, Armando, Cherry Duyns, Remco Campert als Parijse correspondent om er een handvol te noemen. Zelf is Sylvia formeel chef van de kunstredactie, maar in de praktijk heeft zij de dagelijkse leiding van het blad, van de te varen koers tot aan de opmaak. Guus Hiltermann vertoont zich nooit op de redactie maar schrijft thuis, in zijn chique grachtenpand, elke week het hoofdartikel voor de voorpagina. Een vaak wat belerend stuk waarin hij in vogelvlucht ‘de toestand in de wereld’ beschouwt. Dat is ook de titel van de bijdrage, die hij later eveneens op radio en televisie zal hebben. Hiltermann ontvangt iedere week thuis de proef van het blad zodra die is gezet. Het zetsel van zijn eigen artikel controleert hij minutieus, de rest van het blad bladert hij vluchtig door. 

Sylvia maakt dus het blad, maar in het colofon staat Hiltermann genoemd als ‘eigenaar, directeur en hoofdredacteur’. Dat heeft hij tevens op zijn visitekaartje laten zetten, zo zal hij ook de geschiedenis ingaan. Aantoonbaar onjuist, maar hij komt ermee weg. Hoe dat op persoonlijk vlak tussen Sylvia en Hiltermann wordt gevoeld is niet duidelijk, maar de maatschappelijke conventie van die jaren maakt dat vrijwel niemand daar aanstoot aan neemt. Het is de tijd dat vrouwen formeel niet al te veel rechten kunnen doen gelden, voor financiële zaken bijvoorbeeld is altijd de goedkeuring en handtekening van de echtgenoot vereist. Nu is Hiltermann wel een extreem voorbeeld als het gaat om de bevoorrechtte positie van de man. Ook op andere vlakken, en ook heel persoonlijke, drukt hij Sylvia in de schaduw. Op basis van gesprekken met betrokkenen, waaronder Sylvia’s dochter Lili Veerman, én de inhoud van het inmiddels befaamde koffertje, fakkelt Chorus hem dan ook volledig af.

In 1919 hebben vrouwen het recht verworven om te stemmen. Op zich een vooruitgang, maar het aannemen van de wet activeerde ook de rabiate tegenstanders. Zo verkondigden pastoors graag dat Paus Leo XIII had gezegd dat ‘de vrouw hare man onderdanig is’. Opeenvolgende kabinetten, waarin de confessionelen de meerderheid hadden, namen wetten aan die de vrouw terugjoeg naar het aanrecht. En in de jaren dertig diende de katholieke minister Romme een wetsontwerp in waarbij het voor alle gehuwde vrouwen verboden werd buitenshuis te werken. Het voorstel werd weliswaar door de Hooge Raad van de Arbeid verworpen, maar het tekent een algemeen gevoelen bij een groot deel van de bevolking ten aanzien van de positie van de vrouw.

Door in de levens van vijf vrouwen te duiken – één verrassende moet u zelf nog maar ontdekken – geeft Chorus ons een boeiend beeld van de manieren waarop vrouwen die méér wilden dan het aanrecht hun ambities poogden te realiseren. En juist deze vrouwen bieden, mede door de sociale kringen waarin zij zich bewogen, door middel van hun biografieën ook nog eens een interessant tijdsbeeld.

Jutta Chorus / Alma’s dochters. Vijf levens in de schaduw / 334 blz / Uitgeverij Pluim, 2022