woensdag 24 mei 2023

De Wadden: Een geschiedenis

Mathijs Deen en het Waddengebied zijn zo´n beetje met elkaar vergroeid, mag je zeggen. In het bijzonder met Vlieland, waar het gezin Deen begin jaren zeventig voor het eerst met vakantie kwam. Op advies van de huisarts. Vanwege de gezonde lucht, die heilzaam zou uitwerken op de longaandoening van Deens oudste broer. Dat bleek inderdaad het geval. Nog heilzamer, maar dan tussen de oren, bleek Vlieland te zijn voor vader Deen. Een wat teruggetrokken man, gewend aan het bosrijke, besloten landschap rondom Hengelo, allergisch voor alles wat zijn dagelijkse routine verstoorde. Maar op Vlieland, onder de eindeloze hemel en de weidse vergezichten, werd hij zowaar vrolijk. Dus werd de zomervakantie voortaan op dat eiland doorgebracht. 

Voor Deen breidde de liefde voor Vlieland zich door de jaren heen uit tot een aangename verhouding met het hele Waddengebied. Voor De Wadden. Een geschiedenis, dat al in 2013 verscheen, bereisde hij opnieuw het gehele gebied, sprake met bewoners en kenners, bestudeerde de woelige geschiedenis. En overgoot dat alles met zijn liefde voor en inzicht in de Wadden en alles wat daar bij hoort. Met als resultaat een boek dat recht doet aan het bijzondere karakter ervan.

‘De Wadden zijn in beweging’. Als slogan voor een of ander commercieel product zou ‘in beweging’ positief klinken, maar voor de Wadden is het de harde realiteit. De gehele reeks eilanden, van Texel tot ver in het Duitse gebied, verschoven en verschuiven jaar na jaar op de landkaart. Dat was al zo in de Romeinse tijd, Deens startpunt. De mooi in het uniform gestoken legionairs bewaakten vanuit stevige forten hun noordelijke grens, die wij nu de Limes noemen. Op de kaart een horizontale lijn, zo ongeveer van Katwijk tot aan Nijmegen. Daarboven kwamen ze wel eens, probeerden het gebied ook te beheersen. Maar wanneer je gewend bent aan het heldere water van de Middellandse Zee is het moeilijk om iets moois te voelen bij de donkere moddervlakten die het midden houden tussen eilanden en zandbanken. Die ook nog eens steeds op een andere plek liggen dan je dacht.

Via de vroege Middeleeuwen en het ontstaan van de Friese terpencultuur, de handelsplek Dorestad en de streek Westergo, een gouw behorend bij het Frankische Rijk, bereiken we het jaar 1170. Een vliegende storm die later de naam Allerheiligenvloed zou krijgen hield stevig huis in het gebied: Texel kwam los van het vasteland, de binnenzee die wij nu Waddenzee noemen kreeg haar vroegste vorm.      

Die stormen zouden in de eeuwen daarna de momenten blijven waarop de eilandbewoners en andere betrokkenen zich hun kwetsbaarheid realiseerden. Zo gingen op Kerstavond 1593 tijdens een vliegende storm meer dan veertig koopvaardijschepen verloren die op de rede van Texel voor anker lagen. Een gevoelige klap voor de verzekeraars, waaronder de Amsterdamse dichter-koopman Roemer Pietersz Visscher. Om dit nooit meer te vergeten, gaf hij zijn dochtertje dat enkele maanden later werd geboren de voornamen Maria Tesselschade. Zij zou een bekende kunstenaar worden – dichteres, zangeres, glasgraveur – waardoor haar opmerkelijke tweede voornaam doorleeft in de Nederlandse geschiedenis. Al zal niet iedereen bekend zijn met de herkomst ervan.

Wie ook heel sterk met zijn neus op de wisselingen van het lot werd geduwd was een Ierse edelman, Donough MacCarthy, de vierde graaf van ClanCarty.  Als aanhanger van de Engelse koning James II werden hem na de overwinning van stadhouder-koning Willem III in 1689 zijn titels afgenomen en moest hij wijken. In 1706 kocht hij het eilandje Rottumeroog, een puist van net tien vierkante kilometer, en ging er wonen met zijn gezin. Zijn overenthousiaste maar onvoorspelbare gedrag leverde hem in de regio de bijnaam Malle Graaf op. In de Kerstvloed van 1717 dreigde zijn huis te worden overspoeld door het water en moest hij met zijn gezin – zijn vrouw stond op punt van bevallen – hals over kop vluchten naar een naburige terp. 

Met dergelijke kleine en grotere anekdotes en verhalen staat De Wadden vol. Over de walvisvaart, en de kapitein die voor de kust van Groenland overleed en wiens stoffelijk overschot in zijn kist op sterke drank werd geconserveerd. Of over de jonge Jac. P. Thijsse, die in 1889 hoofd van de Franse school op Texel werd, en op dat eiland werd gegrepen door de bijzondere natuur. Of hoe de Engelse minister van Marine in 1914 Ameland wilde bezetten, om het zo om te vormen tot een voorpost tegen de krachtige Duitse zeevloot. Dat ging niet door, die Engelse minister bleek iets te voortvarend. Zijn naam was Winston Churchill. 

De toerist vormt het einde van Deens verhaal over het Waddengebied. De massaliteit die het toerisme met zich meebrengt vormt potentieel een bedreiging. De lokale overheden zijn zich dat terdege bewust en proberen daarop te anticiperen, gebruikmakend van de voordelen die er ook zijn: de inkomsten, de acceptatie van maatregelen ter bescherming van de natuur, besef bij een grote groep van de bijzondere geschiedenis van het gebied.

En Mathijs Deen? Voor hem is het Waddengebied sinds hij zich op het schrijven heeft toegelegd een belangrijke inspiratiebron. Na De Wadden publiceerde hij een roman die er zich afspeelt, Onder de mensen. En hij is zelfs begonnen aan een reeks thrillers waarvan zojuist het tweede deel, De duiker, is verschenen. Het Waddengebied, maar nu als sfeervolle setting voor spannende verhalen. Je ziet de verfilming, à la Inspector Morse, al voor je.

Mathijs Deen / De Wadden. Een geschiedenis / Luisterboek, voorgelezen door de auteur /  8 uur en 45 minuten / Thomas Rap, via Storytel