maandag 31 mei 2021

Vriesekoop in het spoor van Pearl S. Buck

Wie leest er in Nederland vandaag de dag nog de boeken van Pearl S. Buck? Ik denk dat het om een heel kleine groep lezers gaat. Slechts een enkele titel is nog in druk, de meeste zal je tweedehands moeten vinden. Dat is toch wel opmerkelijk voor een auteur die in de jaren dertig op indrukwekkende wijze debuteerde, van wie de meest succesvolle boeken wereldwijd oplages haalden van ruim een miljoen en aan wie in 1938 voor haar magnum opus De goede aarde (The Good Earth) de Nobelprijs werd toegekend. Een van haar bewonderaars is Bettine Vriesekoop. De link tussen beide is natuurlijk China, het land waar Buck de eerste helft van haar leven woonde en dat de hoofdrol speelt in de meeste van haar boeken. Vriesekoop beoefende op hoog niveau een sport die in China razend populair is – ergens in het boek noemt zij zichzelf ‘Betty van de pingpong’ – en studeerde na de afsluiting van haar sportloopbaan Chinees. Van 2006 tot 2009 woonde zij in Beijing, als correspondent voor NRC Handelsblad, om vervolgens over het land te blijven publiceren. Dit voorjaar verscheen Het China-gevoel van Pearl S. Buck.

De afgelopen decennia is een handvol dikke, doorwrochte biografieën van Buck verschenen, alle geschreven door Amerikanen. Vriesekoop koos daarom voor haar boek een ander concept. Ze besloot een reis te maken langs de plekken waar Buck heeft gewoond en gewerkt. Een soort literaire reisgids, in dit geval gewijd aan één auteur. Dat zal niet alleen een feest zijn geweest om te maken, maar werkt ook uitstekend. Als lezer reis je met haar mee, bezoekt dezelfde plekken en bent deelgenoot van haar indrukken. Vriesekoop hanteert een prettig informele journalistieke stijl, waardoor haar verslag leest als een trein. Bovendien spreekt ze Chinees, zodat ze reizend door dat land in gesprek kan gaan met de mensen die haar ontvangen. 

Pearl S. Buck werd geboren in 1892 in Hillsboro, West Virginia.  Toen ze drie maanden was, reisde ze met ouders, een zendelingenechtpaar, naar de provincie Jiangsu. Tot 1934 zou China haar thuis zijn, af en toe onderbroken door een verlof. Soms was zo’n verlof het gevolg van politieke onrust. Dat was het geval in 1900, ten tijde van de Bokseropstand, en in 1934 vanwege de toenemende strijd tussen de communisten en de nationalisten. Dat lange verblijf in China leverde haar een grondige kennis van het land en z’n inwoners op, evenals een vlekkeloze beheersing van de taal. En tevens een levenslange afschuw van het streng-religieuze zieltjes winnen van haar vader. In 1917 trouwde ze met haar eerste echtgenoot, de landbouwkundig ingenieur Lossing Buck. Diens carrière, waarvoor hij vaak van huis was, leidde tot een verwijdering en uiteindelijk tot een scheiding. Zijn naam behield ze.

Buck, die zich realiseerde dat haar liefdeloze huwelijk haar niets zou brengen en dat ze haar eigen weg moest kiezen, begon kort voor 1930 te schrijven. Ze debuteerde als schrijfster in 1930 met East Wind, West Wind. Een jaar later al volgde The Good Earth. Beide romans spelen in China en hebben de levensomstandigheden van doodgewone Chinezen tot onderwerp. Het soort mensen tussen wie Buck al decennia leefde. Het debuut werd goed ontvangen, maar de opvolger bleek een schot in de roos. Haar reputatie was hiermee in één klap gevestigd. Ofschoon een flink deel van het literaire wereldje neerkeek op de ‘streekromans van die mevrouw’. Dat neerbuigende commentaar zou nooit ophouden, haar hele oeuvre lang.

Dat Buck’s boeken in het Amerika van de jaren dertig zo aansloegen, was opmerkelijk. De gemiddelde Amerikaan had in die tijd namelijk een vrij ongunstig beeld van Chinezen – en trouwens ook van andere minderheden. Er woonden er in de Verenigde Staten veel Chinezen, maar ze waren niet bepaald geïntegreerd. En wat je niet kent, dat wil je niet. Dus aan de Chinezen werden al snel allerlei negatieve gedragingen toegekend. Maar blijkbaar voelde het lezerspubliek van Buck zich zo sterk gegrepen door de personages in haar romans, mensen van vlees en bloed die met grote regelmaat gemangeld dreigden te worden door oorlog, hongersnood en achterhaalde tradities, dat ze daarvoor hun stereotiepe beeld van Chinezen opzij schoven. Toen Hollywood echter voor de eerste keer een roman van haar zou verfilmen, was het toch echt uitgesloten dat de Chinese personages gespeeld zouden worden door Chinese acteurs. Dat werden dus Amerikanen. Niet Bucks keuze - het werd wat onbegrijpelijk - maar ze waardeerde de prestaties van de hoofdrolspelers.

Als heel toegankelijke biografie van Buck werkt dit boek prima. De meerwaarde zit hem in, ik zei het al, de opzet ervan als een reis. In de Verenigde Staten bezoekt Vriesekoop de huizen waar haar idool werd geboren en woonde. Herinneringsplekken en musea waar enthousiaste vrijwilligers met een ongelooflijke passie het verhaal van de eens wereldberoemde schrijfster levend houden. Maar waar Vriesekoop zich ook herhaaldelijk afvraagt of alles wat ze ziet wel authentiek is. Of dat zo’n huis deels met spulletjes van de lokale rommelmarkt is ingericht. In China is het soms nog een tandje erger. Een deel van die reis maakt ze in het gezelschap van een groep van zo’n dertig Amerikaanse fans van Buck. De trip, een Footprint Tour, is georganiseerd door de Pearl S. Buck International Foundation. Dat opent deuren. Op de verschillende locaties waar Buck heeft gewoond, zijn de laatste decennia kleine musea neergezet, veelal in de stijl van Bucks voormalige huis. Een enkele maal is dat met respect voor de historie en met liefde gedaan, maar meestal niet. In zo’n laatste geval voel je Vriesekoops ongeloof over de foute keuzes en de wanstaltige smaak van het papier druipen. Prachtig.

Bettine Vriesekoop / Het China-gevoel van Pearl S. Buck. Winnaar Nobelprijs voor Literatuur 1938 / 398 blz / Uitgeverij Brandt, 2021