Dr. Livingstone, I presume? Met deze woorden begroette de journalist en ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley op 27 oktober 1871 in Ujiji, aan de oever van Lake Tanganyika, zijn collega David Livingstone. Het zijn beroemde woorden, maar of ze ooit geklonken hebben is onzeker. Ze komen uit de pen van Stanley, hij noteerde ze in het verslag dat hij maakte van de ontmoeting. Het is goed mogelijk dat hij zich daarin heeft laten verleiden tot een lichte dramatisering, want het moment van die ontmoeting was voor hem de climax van een uiterst risicovolle onderneming. Dat zijn opzet slaagde, bevestigde voor de hele wereld zijn faam als ontdekkingsreiziger. Maar evengoed had hij de zoekgeraakte Livingstone in het onafzienbaar uitgestrekte en ontoegankelijke hart van Afrika niet gevonden. Toen de mannen zich ’s avonds hadden teruggetrokken in de tent van Livingstone zei deze tegen zijn vinder: ‘You have brought me new life’. Die uitspraak was terecht, want na zes jaar onafgebroken rondtrekken door Afrika was Livingstone er lichamelijk en in toenemende mate ook geestelijk slecht aan toe.
Stanley bleef een maand of vier en maakte met Livingstone verkenningstochten in de omgeving en op het meer. Op 14 maart 1872 vertrok hij, op weg naar de kust bij Zanzibar, op weg naar de bekendmaking van zijn primeur – hij was tenslotte door zijn krant de New York Herald op pad gestuurd om Livingstone te vinden – en naar een loopbaan die hem nog drie keer terug naar Afrika zou brengen voor lange en zware expedities. Een loopbaan die hij zou eindigen met een zetel in het Engelse parlement en een ridderslag van koningin Victoria. Livingstone ging ondanks Stanley’s aandringen niet met hem mee terug maar zette zijn zoektocht naar de bron van de Nijl voort. Ruim een jaar later zou hij overlijden in een moerassige streek aan de oevers van Lake Bangweulu, in het huidige Zambia, op de leeftijd van 60 jaar.
Out of Darkness, Shining Light van Petina Gappah begint met de dood van Livingstone. Zijn Afrikaanse oppasser vindt hem vroeg in de ochtend, knielend naast zijn bed, reeds verstijfd. De vondst brengt zijn expeditie, bestaande uit zo’n zestig man en enkele vrouwen en kinderen, alle inlanders, in grote verwarring. Wat te doen nu de leider – Bwana Daudi noemen zij hem - er niet meer is? En wat te doen met zijn stoffelijk overschot, ter plekke begraven of het naar de kust brengen zodat het naar Engeland kan worden vervoerd. Ze besluiten tot het laatste, al betekent dit een barre tocht van 1.500 kilometer door deels vijandig gebied.
Gappah laat haar verhaal vertellen door twee stemmen. De ene is die van Halima, de Afrikaanse kokkin van de expeditie. Zij is wat je noemt spraakzaam, en ze neemt ook geen blad voor de mond. Zij denkt het hare over Livingstone’s zoektocht naar de bron van de rivier, en dat komen wij dan ook snel te weten. Haar droom is een huisje in Zanzibar, waar ze als vrije vrouw kan wonen. De tweede stem is die van Jacob Wainwright, een bevrijde slaaf die is opgeleid aan een Britse missieschool in India. Hij kleedt zich als de Engelsen – loopt als zwarte man in de Afrikaanse bush rond in een dik kostuum van Schotse tweed -, hij denkt als hen en zijn droom is het om in Engeland tot priester te worden gewijd en dan terug te keren om Gods Woord in Afrika te verspreiden. Dr. Livingstone is dan ook zijn grote voorbeeld. Als verteller is hij enigzins formeel, trots op zijn onbesproken gedrag en soms wat negatief over de houding van de vrouwen in de groep, vooral over Halima. De afwisseling van die twee totaal verschillende stemmen werkt prima.
Voordat ze vertrekken moet het lijk van Livingstone worden geprepareerd. De stammen door wier gebied ze zullen trekken mogen immers niet weten dat ze het dode lichaam van de beroemde dokter vervoeren, het zou kwade geesten kunnen oproepen. Dus mag het zeker niet stinken. Daarom verwijderen ze de organen en ingewanden en begraven die ter plekke. Het ‘lege’ stoffelijk omhulsel wordt in de zon te drogen gelegd. Het duurt zo’n twee weken voordat het helemaal is ingedroogd, wat Halima de verzuchting ontlokt dat het sneller zou gaan wanneer ze het net als bij geslachte geiten in reepjes en stukjes zouden snijden. Gappah heeft een prettig gevoel voor humor ...
De tocht valt ze zwaar. Er is geregeld weinig te eten, het land is uitgedroogd, soms moeten ze een grote omweg maken om de routes van de slavenhandelaren te ontwijken en ze worden niet overal even gastvrij onthaald. Gappah gebruikt de lange reisduur om ons nader kennis te laten maken met een handvol expeditieleden en hun geschiedenis. En op die wijze ook met de manier waarop de blanken en de Afrikanen hun onderlinge relatie invullen. De slavenhandel komt aan bod, in deze jaren in veel landen al verboden maar in Afrika nog springlevend. Het is immers een industrie die lange tijd florerend was, dat neem je mensen niet zomaar af. Ook de handel en wandel van Livingstone zelf wordt onder het vergrootglas gelegd. Hij was tegen slavernij, maar liet zich tijdens zijn expedities wel – soms noodgedwongen – steunen door machtige slavenhandelaren. Ook maakte hij onderscheid tussen verschillende ‘klassen’ van slaven, die voor het zware werk en die voor de meer verfijnde werkzaamheden. En hij heeft Halima van een handelaar gekocht, als vrouw voor een van zijn hoofdmannen. Maar hij heeft haar niet verteld dat zij daardoor een vrije vrouw was, zij dacht door de koop zijn slavin te zijn. Voor het gemak liet hij haar in die waan.
En Jacob Wainwright, die zichzelf heeft gekloond tot een model-Engelsman? Hij verbeeldt het volstrekt foute concept van de kolonisatie van Afrika, waarbij de onderdrukten allerlei aspecten van de ‘beschaafde’ cultuur wordt opgedrongen. Voor Wainwright als verteller baseert Gappah zich trouwens op de werkelijkheid: hij hield tijdens de tocht naar de kust trouw een dagboek bij. Ook daarin volgde hij Livingstone, hij nam het boekstaven vanaf diens dood als het ware over. Wainwright is ook de enige die zijn meester na Zanzibar blijft begeleiden. Er bestaan ontroerende foto’s en prenten die hem tonen op het schip dat de resten van Livingstone en diens bezittingen en documenten naar Engeland brengt. Hij voer niet alleen mee, maar bij de begrafenis in Westminster Abbey was hij ook een van de acht dragers.
Het is haast onbegrijpelijk dat de expeditieleden besloten de zware tocht te ondernemen, mét alle bagage van de dode. De motivatie zal voor iedereen verschillend zijn geweest, van onvoorwaardelijke trouw aan de meester tot aan de kans op een beloning. Maar het werd door de omstandigheden tijdens de tocht een heroïsche daad. Die door Gappah op indrukwekkende wijze tot leven is gebracht.
Petina Gappah
Out of Darkness, Shining Light
302 blz
Faber and Faber
[Nederlandse editie: Vanuit het duister stralend licht]