Dat we roofbouw plegen op onze aarde wordt hoe langer hoe duidelijker. En het besef daarvan neemt bij de bewoners van onze planeet gelukkig toe. Zeker als de gevolgen van die roofbouw tastbaar worden op de plek waar je woont: wanneer inwoners van Beijing wekenlang in een mix van zandstormen en luchtverontreiniging moeten leven, of wanneer wij ons in Nederland realiseren dat de stijging van de zeespiegel in combinatie met bodemdaling een rampscenario zou kunnen opleveren. Die bewustwording is een proces dat al decennia speelt, zeker in de westerse wereld. Het kent allerlei verschijningsvormen, van de welhaast militair georganiseerde én gecommuniceerde acties van organisaties als Greenpeace en Sea Shepherd tot kleine lokale initiatieven. Richard Powers schreef met The Overstory een magistrale, bevlogen en heel persoonlijke roman over een klein groepje burgers dat zich omstreeks het einde van de jaren tachtig verzet tegen het kappen van de Noordamerikaanse oerbossen.
Powers vliegt het verhaal op een vernuftige wijze aan: in de eerste tweehonderd bladzijden van zijn roman introduceert hij, onder de titel Roots, in niet al te lange hoofdstukken negen personages. Ze vormen een doorsnee van de bevolking van de Verenigde Staten, en hebben allemaal vanuit hun eigen persoonlijkheid iets met bomen. Of met één boom. Dat laatste geldt voor Nicholas Hoel, zoon van een familie van boeren uit Iowa, immigranten uit Noorwegen. Bij hun verhuizing vanuit Brooklyn naar Iowa nemen ze kastanjes mee die ze bij hun boerderij planten. Van een zo’n boom maken ze generaties lang exact dezelfde foto, zijn levensgeschiedenis vastleggend. Er is Mimi Ma, dochter van een immigrant uit Shanghai. En Adam Eppich, een jongetje dat zich in zijn jeugd identificeert met bomen maar ze door een studie sociale wetenschappen uit het oog verliest. Ray en Dorothy Brinkman, een jong stel dat ieder jaar op hun trouwdag een speciale boom in hun tuin plant. Opvallend in de groep is Douglas Pavlicek, die tijdens een actie in Vietnam uit zijn neerstortende vliegtuig valt en het er levend afbrengt omdat een boom hem 'opvangt'. Ook Neelay Mehta, een jongen van Indiase afkomst heeft zo’n een-op-een relatie met een boom: hij valt er als puber juist uit en raakt verlamd. Vanuit zijn rolstoel zet hij een succesvol bedrijf op dat computerspellen ontwerpt waarin je als speler een nieuwe wereld kan creëren. Patricia Westerford is de boomdeskundige in het gezelschap. Zij ontdekt tijdens haar onderzoek dat bomen met elkaar communiceren, publiceert dat in een vaktijdschrift en wordt door haar collega’s voor dwaas aangemerkt. Einde carrière. De laatste in de rij is Oliva Vandergriff, een losbandige jonge studente. Na een bijna-dood ervaring gaat zij op zoek naar zingeving en sluit zich aan bij een protestactie tegen het kappen van bossen met gigantische redwoods in het noorden van Californië.
Deze negen personages ontmoeten elkaar in het vervolg van het verhaal, fysiek dan wel op afstand, ieder op zijn of haar eigen wijze bezig met het redden van bomen.
Kern van het protest is dat de kap van de oerbossen met de woudreuzen legaal plaatsvindt, er worden vergunningen voor afgegeven. Het is een grote industrie, talloze familie’s leven ervan. Uit oogpunt van natuurbehoud, en daarmee van milieu en het welzijn van toekomstige generaties, is het echter een ramp. En daarmee in moreel opzicht illegaal. Vanuit dat standpunt binden de activisten de strijd aan met de houthakkers.
Overstory zit vol onvergetelijke beelden: Olivia en Nicholas, die bijna een jaar lang op zestig meter hoogte in een gigantische redwood bivakkeren, om te voorkomen dat deze wordt omgezaagd; de nachtelijke aanval waarbij een project in brand wordt gestoken, een actie die ijzingwekkend uit de hand loopt; Patricia als jong meisje met haar vader, een adviseur van landbouwmachines, op eindeloze autoritten door het platteland en de bossen van Ohio; en later, tijdens lange verblijven in de bush, op zoek naar de geheime taal van bomen; en nog later, door haar collega’s gerehabiliteerd maar inmiddels zo vergroeid met haar bomen dat haar wetenschappelijke houding visionaire trekjes krijgt en ze voor de tweede keer – en ditmaal op een belangrijk symposium - dreigt te ontsporen; en de vlucht, het jarenlange geheime en eenzame leven van de activisten onder de negen, wanneer ze de rest van hun leven uit handen van de FBI proberen te blijven.
Sinds kort kennen wij het woord klimaatdrammer. In een boek met dit onderwerp had Powers zomaar in die kuil kunnen vallen. Maar, afgezien van enkele passages waarin Patricia aan het woord is, weet hij dat te vermijden. Hij schrijft prachtig, soms als was het poëzie, over bomen en landschappen. De actiescènes zijn meeslepend, grijpen je soms bij de keel. Hij is betrokken, hij beheerst de materie, zijn persoonlijke standpunt is duidelijk. Dat is ook de kracht van het boek, dat maakt het een echte Powers.
Richard Powers
The Overstory
625 blz
Vintage
[Nederlandse editie: Tot in de hemel]