Een van de mooiste momenten in Abdelkaders Benali’s nieuwe roman De weekendmiljonair is het gesprek dat vader Ahmed en zijn elfjarige zoon Osama voeren in hun knalrode Ford Transit op weg naar een klant. Vader is na zijn ontslag als arbeider in de Rotterdamse haven een bedrijfje begonnen dat voor een habbekrats overtollig meubilair opkoopt bij particulieren en dat dan weer probeert te slijten. Zoon Osama is intelligent en leest de Odyssee van Homerus. In het busje vertelt hij zijn vader – die niet vertrouwd is met literatuur - het verhaal. Deze is onder de indruk wanneer hij hoort dat Penelope na het vertrek van Odysseus werd belaagd door mannen die vrijpostig naar haar hand dongen. Want ook in Marokko gaat dat zo, dat is heel normaal. De Odyssee is voor hem daarmee een ‘goed verhaal, want 'echt'.
De weekendmiljonair is een lichtvoetige roman. Het beschrijft het leven van Marokkaans gezin in Rotterdam dat in het midden van de jaren tachtig het hoofd boven water probeert te houden. Het handeltje in meubilair staat centraal. Zo ook het bemachtigen van een betere woning dan het krot dat ze huren. Daarvoor hebben ze vijfhonderd punten nodig, dus iedere keer dat de sociaal werker langskomt om de situatie te beoordelen brengen ze het voor even in een extra belabberde toestand. De groeistoornis van Osama is een andere verhaallijn, evenals het liefdesleven van de oergezellige buurvrouw Loes. En dan is er de vermoedelijk niet te realiseren droom om terug te keren naar het land van de Atlas. In flarden kom je de voorgeschiedenis te weten.
Het verhaal doet in de verte denken aan Wees onzichtbaar van Murat Isik (zie dit blog, 6 september 2018). Die weet de lotgevallen van een Turks gezin in Nederland echter veel meer in te bedden als maatschappelijk verschijnsel. Bij Benali ontstijgt het nauwelijks het niveau van de dagelijkse sores. Daardoor is het niet minder – het is zelfs mooi ‘licht’ gedaan – maar het beklijft veel minder.
Abdelkader Benali
De weekendmiljonair
Luisterboek, voorgelezen door Francis Broekhuijsen
6 uur en 33 minuten
De Arbeiderspers / Storytel