Er zijn schrijvers voor wie ik een zwak heb. Sander Kollaard is zo’n schrijver. Ik lees hem graag omdat hij een meester is in het klein houden van een verhaal, maar tegelijk wel degelijk een groot thema aansnijdt. Zo beschrijft hij in zijn roman Stadium IV (dit blog, 3 juli 2017) een ouder echtpaar waarvan de vrouw ongeneeslijk ziek is. Ze reizen dan per camper naar een eiland voor de Zweedse kust, waar ze goede herinneringen aan hebben. Daar, te midden van de ongerepte natuur, verlost de man zijn vrouw uit haar lijden. En ook in zijn verhalenbundel Levensberichten (dit blog, 19 maart 2018) staan kleine gebeurtenissen in menselijke relaties model voor grotere thema’s. In zijn nieuwste roman, Uit het leven van een hond, heeft Kollaard die werkwijze nog verder doorgevoerd. Als lezer volg je een dag lang Henk, een man van 56 jaar, IC-verpleegkundige, gescheiden. Het is de dag dat hij hoort dat Schurk, zijn hond, ongeneeslijk ziek is.
Door zijn beroep is Henk gewend aan ziek zijn en sterven. Maar wanneer de dierenarts zijn oordeel velt over Schurk – een versleten hart, toenemende benauwdheid, misschien nog enkele maanden te leven – grijpt hem dat meer aan dan hij had gedacht. Hij wordt nu in zijn persoonlijke omgeving geconfronteerd met de eindigheid van het leven. Weer thuis zet hij zich aan zijn lievelingsfilosoof Nietzsche, aan diens opmerkingen over geluk en hoe dieren dat beleven. Dat beurt hem op, er is immers nog tijd te over voor Schurk. Die zal hij dan ook goed gebruiken, en hij trakteert Schurk op diens lievelingsmuziek, Beethoven’s Für Elise en Una paloma blanca van de George Baker Selection. De hond ligt er kwispelend naar te luisteren.
Tijdens een wandeling met Schurk langs de Vecht ontmoet Henk Mia, een vrouw die op een woonboot woont. Later die dag, na het bezoek aan de dierenarts, ontmoet hij haar opnieuw, in de bus op weg naar de verjaardag van zijn nichtje Rosa en ook op de terugweg. Hij verklaart haar in die bus zijn liefde, een overmoedige stap die niet alleen wordt ingegeven door zijn lichte dronkenschap maar ook door zijn gemoedstoestand van die dag. Zij beaamt die liefde.
Zomaar een zomerdag, die wat anders verloopt dan gedacht. Een dag waarop een slecht bericht de weg effent voor overpeinzingen en stappen die Henk een dag eerder onwaarschijnlijk zouden hebben geleken. Ik zag Kollaard in gesprek bij VPRO Boeken, waar hij op de vraag van Jeroen van Kan naar de werkwijze van de schrijver antwoordde dat Henk ‘gewoon het verhaal binnenkwam en ik maar met hem meegewandeld ben, nu eens inzoomend en dan weer uitzoomend.’ Dat lijkt me enigszins overdreven, maar de lichtheid van toon en het schijnbare ongestructureerde van de gebeurtenissen waarmee Kollaard impliciet ons leven becommentarieert is niets anders dan een knap staaltje schrijven.
Sander Kollaard
Uit het leven van een hond
156 blz
Uitgeverij Van Oorschot