donderdag 8 november 2018

Oude en nieuwe goden

Goden horen op de Olympus. Of, wanneer dat niet mogelijk is, in een oeroude wereld van mythen en sagen. Of desnoods, maar lager mogen ze écht niet afdalen, in een religie. Goden zijn er sinds mensenheugenis, misschien nog wel eerder. In onze beleving zijn ze er in ieder geval altijd al geweest, hebben onze vroegste voorouders ze al aanbeden of vervloekt. Wij associëren goden dan ook met oude culturen. Wij associëren goden níet met de Verenigde Staten van Amerika, een maatschappij die in onze beleving heel jong is en die tot stand is gekomen door immigratie. Als je de oorspronkelijke bewoners even wegdenkt – wat in de praktijk ook het geval is geweest – hou je een samenleving over die is geworteld in het recente verleden. Goden komen daarin dan ook niet voor.

Neil Gaiman gaat in zijn roman American Gods (2001) uit van de aanname dat in de Verenigde Staten wél goden voorkomen. Die zijn meegekomen met de talloze immigranten die van over de hele wereld naar de VS zijn getrokken. Ze hebben vaak een menselijke gedaante aangenomen, waardoor je ze niet als zodanig herkent. Ofschoon ieder van hen de waarden van zijn of haar eigen cultuur koestert en ook verspreidt, zijn het voornamelijk ‘slapende’ goden. Hun aanhang slinkt, omdat steeds meer Amerikanen hun eigen cultuur minder waarderen dan de verworvenheden van hun nieuwe land. Ze laten zich verleiden nieuwe goden te volgen, of liever gezegd afgoden: het streven naar rijkdom en bezit, naar – inhoudsloos – vermaak door de media, naar invloed en macht. De oude waarden leggen het langzaam maar zeker af tegen de oppervlakkigheid en vluchtigheid. Die nieuwe goden besluiten dan ook, daarin gesterkt door hun succes, de oude goden voor eens en altijd te vernietigen. In een heuse veldslag.

Dit fascinerende gegeven heeft in American Gods een sprankelende uitwerking gekregen. Gaiman overdondert je met zijn verhaal, met zijn beelden en ideeën. Zijn afkomst als schrijver van comics en fantasy verloochent hij niet. De kern van zijn vertelling bestaat uit een tocht dwars door de Verenigde Staten die wordt gemaakt door Shadow, een man van begin dertig.  Op de dag dat Shadow na een gevangenisstraf van drie jaar vrijkomt, komt zijn vrouw Laura om bij een auto-ongeluk. Op weg naar huis ontmoet hij Wednesday, een oudere man die hem inhuurt voor ‘speciale klussen’. Die blijken te bestaan uit het assisteren en beschermen van Wednesday bij zijn grote project, het ronselen van de oude goden voor de strijd tegen de nieuwe goden. Wednesday is zelf namelijk zo’n oude god, die verschillende gedaanten kan aannemen.

Iedere verdere toelichting zou alleen maar spoilers opleveren, dus daar zie ik van af. American Gods is een roman, of eigenlijk een allegorie, die je moet ondergaan, waardoor je je moet laten verrassen. Wat in het begin misschien lijkt op niets meer dan een onafzienbare reeks spetterende scènes, afgewisseld met wat momenten van verstilling en inkeer, blijkt gaandeweg voor Shadow ook een persoonlijke louteringstocht te zijn. Dat geeft het verhaal diepgang. Vanzelfsprekend is de roman ook een subtiel verwoordde kritiek op de uitwassen van de Amerikaanse samenleving. Dat was bij verschijnen in 2001 het geval, en dat is ook vandaag de dag nog zo.

En de oude goden, overleven die het? Dat moet je zelf ontdekken, maar de veldslag tussen de oude en nieuwe goden is door Gaiman onvergetelijk weergegeven. Die strijd speelt zich trouwens – hoe kan het anders - af op een berg.

Neil Gaiman
American Gods
592 blz
HarperTorch

[Nederlandse editie: Amerikaanse goden]


Geen opmerkingen:

Een reactie posten