De eerste jaren die volgden op de ineenstorting van de USSR waren voor de voormalige communistische heilstaat van een onbeschrijflijke chaos. De nieuwe tsaar, Vladimir Poetin, was nog niet opgestaan en de ‘tussenpausen’ deden wat ze konden maar het ontbrak hen aan de macht om een echt beleid te voeren. Dus grepen slimme mannen hun kans en vergaarden in korte tijd een vermogen. Industrieën die onder de communisten staatseigendom waren geweest werden door hen voor een schijntje overgenomen. De nieuwe rijken oriënteerden zich op het vrije Westen, kochten er grond en landhuizen, stuurden hun kinderen er naar dure scholen en investeerden er hun geld. Rusland en de andere staten van de voormalige USSR werden leeggeplukt. De modale Rus werd geconfronteerd met werkeloosheid, armoede en een uitzichtloosheid die soms groter was dan voorheen. Slechts voor jongeren lagen er kansen.
Dit is de maatschappij die de achtergrond vormt voor Pieter Waterdrinkers roman Lenins balsem. De hoofdpersoon, Olaf Weber, is lichtjes gemodelleerd naar Waterdrinker zelf. Hij is een Nederlander die min of meer bij toeval in Rusland terecht is gekomen en daar groepen buitenlandse toeristen rondleidt. Want dat is in die jaren de enige industrie die opbloeit, nu het veel gemakkelijker is geworden het land te bezoeken. Ook Weber pakt waar mogelijk wat extraatjes mee. Want waarom zou je je reisgezelschap urenlang in de rij voor het mausoleum van Lenin laten wachten, als de bewakers bereid zijn ze voor een relatief klein bedragje in roebels direct naar binnen te loodsen? Je vraagt dan zelf aan je reizigers vanzelfsprekend een wat hoger bedrag, in dollars. Iedereen blij.
Webers handelwijze is slechts een minuscuul schakeltje in de van corruptie doortrokken maatschappij. Dat verandert wanneer hij in contact komt met een louche zakenman, Alexander Perelman. En betrokken raakt bij een plan om achter de samenstelling te komen van de vloeistof waarin het gebalsemde lichaam van Lenin al sinds 1924 regelmatig wordt ondergedompeld. De artsen die dat werk verrichten, hebben ze opgemerkt, zijn wat oudere mannen die opmerkelijk jonge en zachte handen hebben. De handen waarmee ze Lenin van tijd tot tijd in zijn badje laten zakken. Zou die balsem hen, op de markt gebracht als antirimpelcrème, niet schatrijk kunnen maken?
Met de jacht op de formule, een staatsgeheim dat slechts bij enkele wetenschappers bekend is, begint een dolle en uiterst vermakelijke tocht door Rusland. Dat de zoektocht voor Waterdrinker vooral een vehikel is om ons het Rusland van het begin van de jaren negentig te schetsen mag de pret niet drukken. Dat Waterdrinker het gebalsemde lichaam van Lenin benut als hart van zijn vertelling, het lichaam dat door de communisten altijd is vereerd als een van de oersymbolen van de USSR maar dat in fysiek opzicht en na 1990 ook in figuurlijk opzicht een lege huls is geworden, is pure bravoure. Dat Weber in het verhaal en passant ook de beeldschone Masja ontmoet, en dat ze elkaar aan het eind krijgen, heeft iets té zoets maar accepteer je. Voeg daarbij het verhaal over Webers tante Felicia, die vanuit Parijs naar Rusland afreist en een gruwelijk oorlogsverleden blijkt te hebben, naast de vele andere personages, ontmoetingen en soms verbijsterende, dan weer komische situaties - die met Lenin in de badkuip is onbetaalbaar - en je realiseert je dat je met Lenins balsem een boek aan het lezen bent waarvan het enthousiasme en het schrijfplezier afspatten, dat is geschreven vanuit een grote verbondenheid met het huidige Rusland en dat als ondertoon een serieuze boodschap heeft. Een boodschap die onze man in Rusland sprankelend heeft verpakt. Wat wil je als lezer nog meer?
Pieter Waterdrinker
Lenins balsem
400 blz
Nijgh & Van Ditmar