woensdag 25 juli 2018

In het hoofd van de moordenaar

Op 1 mei 1999 werd zestienjarige Marianne Vaatstra laat in de avond van haar fiets getrokken, verkracht en gedood, terwijl zij op weg was van het Friese Kollum naar haar dorpje Zwaagwesteinde. De moord en het daaropvolgende onderzoek kregen veel aandacht in de media, maar de dader werd niet gevonden. Omdat er in de buurt van Kollum een asielzoekerscentrum lag, en Marianne de keel was doorgesneden, werd ook gekeken naar mogelijke daders uit die richting. Pas nadat er in 2008, onder druk van de Tweede Kamer, een wetswijziging werd doorgevoerd die veel ruimere verwantschapsonderzoeken op basis van DNA-monsters mogelijk maakte, en vier jaar later een dergelijk grootschalig onderzoek in een ruime straal rondom de plek van de moord werd uitgevoerd, werd de moordenaar gevonden. Dat bleek een boer uit de omgeving te zijn, ene Jasper S.

Peter Middendorp, die met deze zaak al bekend was omdat hij er in 1999 een reportage over schreef voor HP/De Tijd, haalt in Jij bent van mij een huzarenstukje uit. Hij kruipt namelijk in het hoofd van Jasper S. – bij hem heet die Tille Storkema - en blijft daar dertien jaar zitten, van het moment van de misdaad tot en met Storkema's verblijf in de cel, waar hij wacht op zijn proces en de verhoren door de recherche ondergaat. Je maakt als lezer kennis met een zo op het oog doodnormale man, een boer die met enige moeite een bestaan kan peuren uit zijn boerenbedrijf, een man die trouwt, kinderen krijgt en ziet opgroeien én van heel nabij de voortdurende commotie om de niet-opgeloste moordzaak meemaakt. Want in de kleine dorpsgemeenschappen op het Friese platteland leidt dat tot aardig wat verdachtmakingen, theorieën en spanningen.

Middendorp bouwt die spanning in het hoofd van Tille vakkundig op. Helikopters die met infraroodcamera’s stelselmatig overvliegen, terwijl zijn vrouw zich afvraagt wat die bruinrode vlekjes op zijn kleding zijn. Het onwerkelijke gevoel als zijn dochter Suze steeds dichter de leeftijd van het vermoorde meisje nadert en hij zich afvraagt wat hem in die nacht in godsnaam bezielde. En het net dat zich langzaam maar onverbiddelijk sluit wanneer wordt besloten tot het breed opgezette DNA-onderzoek. Waar hij vervolgens vrijwillig aan deelneemt. De confrontatie ontwijken heeft geen zin meer: 'Er is een moment in het leven dat je een ongeluk begaat, dat er een ongeluk gebeurt. Ineens trap je door de remmen. Heb je door de remmen getrapt. Een moment en je leven is voorbij, alle andere momenten van hetzelfde leven zijn waardeloos geworden. De spreeuwenwolk aan cellen die door een vorm vloog die ze Tille Storkema waren gaan noemen, was gediskwalificeerd, onbruikbaar, uit de race genomen.'

De spanning is mooi ingekaderd in een hoofdstructuur die het verloop van de vier seizoenen volgt in het laatste jaar voorafgaand aan Storkema's arrestatie. Daarbinnen springt Middendorp in de tijd voor- en achteruit, de associaties en herinneringen van zijn hoofdpersoon volgend. Je wéét hoe het afloopt, maar toch lees je terwijl het water even goed in je handen staat. Knap. 

Peter Middendorp
Jij bent van mij
248 blz
Prometheus

Geen opmerkingen: