In het kader van de herdenking 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden is een flink aantal nieuwe publicaties
verschenen. Een nog grotere stroom staat ons de komende twee jaar nog te
wachten. Een van de aardigste tot nu toe gepubliceerde boeken is 1813 - Haagse bluf. De korte chaos van de vrijwording,
de studie die Wilfried Uitterhoeve schreef over de eerste weken en maanden van
het bevrijde Nederland. Het boek geeft een indringend beeld van de onzekerheid en chaos
waarmee de omwenteling gepaard ging.
Op 19 oktober 1813 leed een grote
Franse legermacht onder leiding van Napoleon een zware nederlaag in de
zogenoemde Volkerenslag bij Leipzig. De Fransen werden daardoor in heel Noord-Duitsland
teruggedrongen naar het westen, tot aan de Rijn en de Nederlanden. Het Franse
gezag in Duitsland stortte in. Toen deze ontwikkeling enkele weken later tot
ons land doordrong, ontstond grote onrust onder de hier gelegerde Franse
militairen én onder de Franse ambtenaren die met het bestuur van Nederland
waren belast. Veel van die ambtenaren vluchtten ijlings naar hun vaderland, de
militairen werden eerst samengetrokken op strategische punten en later in
zuidelijke richting verplaatst. De eerste Russische en Pruisische troepen
bereikten op 9 november onze oostgrens, op 19 november stak een voorhoede van
kozakken de IJssel over.
In Den Haag wierpen Gijsbert
Karel van Hogendorp, Frans Adam van der Duyn van Maasdam en Leopold van Limburg
Stirum zich op 17 november op als het Voorlopig Bewind, beter bekend als het
Driemanschap. Drie dagen later vaardigden zij een proclamatie uit waarin zij
het algemeen bestuur opeisten. Om dit vervolgens een dag later nogmaals te
doen, nu namens de Prins van Oranje.
Deze bevond zich op dat moment in Engeland. Het Driemanschap nodigde hem
per brief uit naar Nederland te komen en als ‘soeverein vorst’ de regering op
zich te nemen. Het driemanschap wilde voorkomen dat er anarchie zou ontstaan of
dat, bij gebrek aan bestuur, Pruisen of Engeland in de verleiding zouden komen
Nederland in te lijven. Willem stak de Noordzee over en landde op 30 november
in Scheveningen. De rest is bekend.
Het fascinerende van dit boek is
dat het zo mooi laat zien hoe chaotisch de overgang van het Franse bewind naar
het Nederlandse bestuur verliep. De chaos werd vooral veroorzaakt door trage communicatie.
De lokale Franse militairen en bestuurders wisten niet altijd wat de lijn van hun
opperbevelhebber was. Evenmin was het de Nederlanders ter plekke altijd
duidelijk of het al veilig genoeg was het bewind over te nemen, de nationale driekleur te
hijsen en het ‘Oranje boven’ aan te heffen.
Uitterhoeve koos ervoor de
ontwikkelingen steeds per plaats te beschrijven. Elk van de 29 hoofdstukken in
het boek beschrijft de omwenteling in één stad op dorp. Den Haag en Amsterdam,
waar zich de bekende, formele politieke gebeurtenissen afspeelden, keren
regelmatig terug. Maar voor mij zijn het vooral de verhalen over de
gebeurtenissen in de provinciesteden die het boek interessant maken: de spagaat
waarin Gorinchem zich bevond, het doortastende optreden van de burgers in
Kampen, de afwachtende houding in Leeuwarden en ‘de ramp van Woerden’. Het zijn plaatselijke verhalen, vaak verteld
vanuit dagboeken en brieven van inwoners die het meemaakten. Soms verliep de
wisseling van de macht vlot en zonder bloedvergieten. Andere keren was een
stadje dagenlang een strijdtoneel. Sommige steden bleven nog maandenlang onder
Frans gezag, zoals Den Helder. De vlootcommandant aldaar, admiraal VerHuell,
weigerde tot april 1814 zijn eed van trouw aan Napoleon te herroepen en zich onder Nederlands gezag te plaatsen.
Een ander voordeel van die
beschrijving per plaats is dat je als lezer een goed beeld krijgt van de soms
complexe lokale machtsverhoudingen. Verbazend vaak zijn de plaatselijke of
regionale autoriteiten van vóór 1795, tijdens de Franse tijd en na de
omwenteling van 1813 dezelfde personen, of afkomstig uit dezelfde families. En
regelmatig spelen deze verhoudingen een grote rol in het verloop van de
omwenteling.
1813 - Haagse bluf biedt een schat aan
informatie, per hoofdstuk steeds gepresenteerd
als een beknopt, afgerond relaas en daardoor zeer toegankelijk. De titel van
het boek verwijst naar het optreden van het Driemanschap. Ook voor hen was de situatie in die weken niet
altijd even duidelijk. Toen zij namens de Prins van Oranje op 21 november per
proclamatie het algemeen bestuur opeisten, hadden zij nog geen contact gehad met
de prins. Sterker, zij wisten niet eens zeker waar hij verbleef, in Engeland of
Duitsland. Naar beide landen hadden zij een diplomaat gestuurd om de prins te
zoeken. Pas een week later kregen ze contact met hem. Tot die tijd speelden ze
blufpoker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten