Mag een kunsthandelaar zich laten meeslepen door zijn passie voor mooie objecten? Of moet hij of zij altijd de professional blijven die verstand boven gevoel plaatst? En wat doe je als kunsthandelaar wanneer een goede klant betrokken lijkt te zijn bij dubieuze zaakjes? Meld je dat, of hou je je van de domme? Met het in 2006 verschenen Verfhuid schreef de eerder dit jaar overleden Rascha Peper een intrigerende korte roman waarin deze vragen centraal staan.
De hoofdpersoon is Arnold Kee, een Amsterdamse handelaar in negentiende-eeuwse schilderijen.Hij is van middelbare leeftijd, zijn vriend is twintig jaar jonger. De zaak is door zijn vader opgebouwd en heeft een goede reputatie. Kee verdient goed, maar is niet rijk geworden van de handel. Het leven kabbelt eigenlijk rustig voort.
Tot op een dag een van zijn vaste klanten, een man van Duitse origine genaamd Terwindus, de winkel binnenstapt en hem vertelt dat hij een prachtig doek bezit van de beroemde Duitse schilder Caspar David Friedrich. Dat schilderij is zojuist door het museum in Keulen aangevraagd voor een tentoonstelling en Terwindus vraagt Kee advies hoe daar mee om te gaan. Ze spreken af dat Kee het schilderij bij Terwindus thuis zal komen bekijken. Wanneer Kee daar is, blijkt de verzamelaar te beschikken over een omvangrijke collectie met daarin ook echte topstukken. Kee is vooral verrukt van een klein schilderijtje van een Deense kunstenaar. Wanneer hij, terug op de zaak, dat schilderijtje nazoekt op het internet blijkt het enkele jaren eerder te zijn gestolen uit een Deens museum.
Vanaf dat moment krijgt het verhaal spanning en vaart. Kee is eerst verbijsterd door zijn ontdekking, daarna herinnert hij zich allerlei eigenaardigheden uit zijn eerdere contacten met Terwindus en vallen de stukjes van de puzzel op hun plaats. Hij kan niet besluiten hoe te handelen op basis van zijn informatie en daardoor raakt hij steeds meer verwikkeld in de situatie. De ontknoping is origineel en heel verrassend. Die zag ik echt niet aankomen. Kee zal zijn leven lang een geheim met zich moeten meedragen.
Verfhuid is een onderhoudende roman. Peper schrijft soepel, haar zinnen lezen lekker. Ze weet uitstekend voelbaar te maken hoe zowel Kee als Terwindus door hun passie voor schilderijen langzaamaan de realiteit uit het oog verliezen. 'Sterven in schoonheid' zou een passend motto voor het boek zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten