Ieder kort verhaal, met een maximale lengte van zo’n dertig bladzijden, is een afgeronde, op zichzelf staande vertelling. Steeds opgebouwd rond één inwoner. Soms duikt een personage een tweede keer op, maar dat blijft een uitzondering. Wel speelt de buitenwereld regelmatig een rol, met name die welke door Schröder ‘de Stad’ wordt genoemd. Het zijn die verhalen, waarin het vertrouwde, onveranderlijke dorp de onvoorspelbare, onzichtbare buitenwereld ontmoet, die daardoor een extra spanningsboog krijgen.
Sommigen verhalen kun je zo verfilmen, doen denken aan die van Luigi Pirandello zoals ze zijn verfilmd door de broers Taviani. Bijvoorbeeld de geschiedenis van Afien Elveringa, een wat naïeve straatarme weduwe van een keuterboertje. Zij vindt in het land een baby en neemt die onder haar hoede. Een onbeschrijflijk mooie idylle, die eindigt wanneer het jongetje een jaar of zeven is en door de gemeentelijke instanties wordt ontdekt. Of het verhaal Sellinger. Daarin keert de jood Heiman Sellinger in 1951 terug naar Wenst. In 1942 was hij ondergedoken, zijn smoorverliefde vriendin Else Obbinge achterlatend. Zij nam na de oorlog aan dat hij deze niet had overleefd en trouwde met de dorpsonderwijzer. Een huwelijk waarin zij niet gelukkig is. Wanneer zij hem weer ziet, komt alles terug. Hij is rijk, en inmiddels Amerikaan. Maar wat moet ze doen?Schröder en het dorpje Wenst vormen al langere tijd een eenheid. In 2009 verscheen Wenst, verteld in acht afzonderlijke geschiedenissen uit het jaar 1952. Dertien jaar later volgde Sellinger. Wenst, het tweede boek. Om hun samenhang te benadrukken gebruikte Schröder voor de cover dezelfde afbeelding, maar dan in spiegelbeeld. Ik ontdekte beide bundels pas onlangs, en las ze kort na elkaar. Verslavend. Had nog nooit een verhalenbundel in één dag uitgelezen.
Allard Schröder / Wenst, verteld in acht afzonderlijke geschiedenissen uit het jaar 1952 / 192 blz / De Bezige Bij, 2009 & Allard Schröder / Sellinger. Wenst, het tweede boek / 240 blz / De Bezige Bij, 2022