Sophy Roberts, een Britse reisjournaliste, deed dat de afgelopen jaren nog wél. Haar missie: voor een jonge pianiste uit Mongolië, Odgerel Sampilnorov, een piano of vleugel vinden met een eigen klank en een bijzonder verhaal. Een Siberisch verhaal. Het was een project dat werd gefinancierd door een Duitse weldoener van de pianiste. Een droomopdracht zou je denken, haast te mooi om waar te zijn. Een opdracht die ook wel wat vragen opriep over de haalbaarheid. Zou het geen onbegonnen werk zijn, het traceren van oude, kwetsbare instrumenten in een onmetelijk gebied waar het klimaat zo moordend kan zijn dat een piano of vleugel voor je gevoel nooit een lang leven kan hebben? Maar ze ging aan de slag, met De verdwenen piano's van Siberië als resultaat.
De uitgangspositie voor Roberts’ speurtocht bevatte één element dat haar flink wat hoop gaf: piano’s en vleugels waren gedurende een groot deel van de negentiende eeuw in het Rusland ten westen van de Oeral mateloos populair. Veel daarvan werden geïmporteerd vanuit Europa. Er is een contemporaine bron die meldt dat in Sint-Petersburg, in een gebouw met honderd luxe appartementen, 95 piano’s te vinden waren. Voor wat dat waard is, het mag duidelijk zijn dat piano’s geliefd waren.
Roberts ondernam gedurende vier jaar een flink aantal zoektochten, naar steden en dorpen, maar ook naar de verste uithoeken van het platteland waar je uitsluitend met een terreinwagen kon komen. Steeds vergezeld door een tolk, en vaak ook – het is immers Rusland - met een lijfwacht. Ze legde vooraf contacten, maar liet zich ter plekke ook op onverwachte ‘sleeptouwtjes’ nemen en ontmoette daardoor veel Siberiërs die op de een of andere wijze betrokken waren of zijn met de geschiedenis van de piano in hun streek: musici, pianostemmers, restauratoren, docenten van muziekscholen, verzamelaars of gewoon enthousiaste huis-, tuin- en keukenpianisten. Langzaamaan ontstond een verhaal over het instrument in het verre oosten van Rusland, over de mensen die er een piano naar toe brachten of lieten overkomen, het gebruik van de instrumenten en hun lot in de verdere geschiedenis.Roberts weet, en nog wel in haar eerste boek, haar verhaal smeuïg te brengen. Of ze nu vertelt over de tsarenfamilie die in 1917 een piano liet meekomen naar haar laatste verbanningsoord, of over de vrouw die midden negentiende eeuw besloot haar man te volgen in zijn langdurige verbanning en die ook gelijk maar haar piano meenam, een tocht van duizenden kilometers per slede: het leest heerlijk. Eye openers zijn er ook. Zo had ik me nooit gerealiseerd dat bannelingen die langdurig in Siberië verbleven er aan het einde van hun straftijd soms voor kozen niet naar de bewoonde wereld terug te keren. Ze hadden in de ijzige wereld toch een leven weten op te bouwen, waren er ingeburgerd. Dus bleven ze, uit volle overtuiging.
Jammer genoeg levert Roberts’ speurwerk naar historische piano’s en vleugels lang niet altijd iets op. De succesjes zijn in de minderheid. Dat maakt dat het vinden van de piano’s soms maar een dun verbindend draadje vormt. Dat is dan ook mijn enige minpuntje. Maar dat ligt niet aan Roberts, dat is gewoon de situatie. Ze maakt dat meer dan goed met de beschrijvingen van haar tochten door de meest fantastische landschappen, de gesprekken die ze voert met Siberiërs én de verhalen over de Russische geschiedenis die ze de lezer als context biedt.
En lukt het om voor de jonge pianiste een instrument te vinden? Jazeker. In een werkplaats bij een familiebedrijf van pianostemmers. De jongste van de drie generaties stemmers, Kostja, begeleidt het instrument zelfs op z’n lange reis naar de Mongoolse steppe. In haar ger, haar traditionele tent, waarin met bijdragen van de weldoener zelfs een klimaatsysteem is aangebracht, klinken nu de mooiste melodieën van de grote Europese negentiende-eeuwse componisten. Lijkt me een ietwat vervreemdende situatie.
Sophy Roberts / De verdwenen piano’s van Siberië / Vertaald door Robbert-Jan Henkes / 416 blz / Ambo|Anthos, 2021