Het nieuwste project is het gevolg van een inval. Nadenkend over zijn afscheid bedacht hij dat het een mooie afsluiting zou zijn om zijn collega’s een miniatuurversie van hun IKEA aan te bieden. Daar is hij deze zondag dan ook aan bezig. Hij maakt de elf kassa’s en begint welgemoed aan de Swedish Food Market: ‘Schappen, diepvriezers, koelingen met verpakkingen op maat – potjes ingelegde haring, zakken gehaktballetjes, flessen vossenbessensap’, de complete inventaris.
De modellandschappen komen niet geprefabriceerd uit een doos. Hij snijdt, knipt, vormt en lijmt de landschappen en historische gebeurtenissen zelf in elkaar uit de ruwe materialen. Het gaat hem niet in de eerste plaats om het een-op-een kopiëren van de zichtbare werkelijkheid, maar om het vangen van een schijfje van het alledaagse, even banale als bijzondere leven. Voor hij het plan opvatte om bij zijn afscheid een model van de IKEA-vestiging aan zijn collega’s aan te bieden, werkte hij aan een glooiend landschap met een baanwachtershuisje: ‘Direct naast de ingang van het huisje voert een trap steil omhoog naar de vliering, die als slaapkamer dient en waar je alleen in het midden, waar de schuine daken in de punt bijeenkomen, rechtop kunt staan. De baanwachter, gekleed in een vaalblauw overhemd op een goudbruine corduroybroek, zit beneden in de keuken aan de vierkante houten tafel. Leest hij een boek? Schilt hij aardappelen? Schrijft hij een brief? Of moet ik hem naar de tuin verplaatsen? Is de roeiboot van hem? Hoe het verder zal gaan is me een raadsel, maar ik vertrouw erop dat het modellandschap, de krachten die er inmiddels in zijn opgeroepen, mijn hand zullen sturen naar wat ik als ik er niet aan was begonnen nooit had kunnen voorzien.’
Op deze wijze omgaan met de wereld om hem heen is een tweede natuur geworden. Hij kijkt om zich heen, bespeurt details in de natuur maar evengoed aan de ontbijttafel: ‘Aan de keukentafel drink ik nog een kop thee. De kringelende damp die al is opgelost voor ik er goed naar heb kunnen kijken, die grillige vormen - hoeveel maquettes ik ook zal maken, uiteindelijk wil ik de damp vangen die heendrijft, iets wat nooit zal lukken. Kaf dat van de dorsvloer wegstuift. De schaduw van een vlietende zomerwolk. Een geur. De door moeder gekarnde boter. Het geluid van melkstralen in de zinken emmer.’
Hij is één geworden met zijn liefhebberij. Het lijkt niet eens meer een levensvoorwaarde, het is de reden van zijn bestaan geworden. Wanneer in het dorp de kerkklokken luiden, hoort hij ze ook luiden in zijn maquettes, voelt hij hoe zijn minimensjes het horen. En soms, in de nacht, wanneer zijn miniwerelden slapen, sluipt hij er op kousenvoeten naartoe om eens in hun huisjes te ‘koekeloeren’. Het is een vertrouwde, vredige wereld. Door hemzelf gemaakt, zijn handen volgend, luisterend naar opera’s die hij ook door en door kent. Hij voelt zich gelukkig in deze wereld, waarin alles met de gelijkmatigheid van een uurwerk steeds hetzelfde verloopt. Maar wanneer op deze maandagochtend iets die wereld ontregelt, zijn wereld en de ´echte´ contact maken, wordt alles anders…
Alles in dit verhaal ademt kalmte. Het zorgvuldige taalgebruik, de voortgang van de tijd zoals aangegeven door de kerkklokken, de gedachtegang van de man. Mooi gedaan.
Donald Niedekker / Zo zie je alles. Een vertelling / 149 blz / Koppernik, 2019