Dit was een procedure die de Britse marine gedurende vele oorlogen volgde. De collectie ‘Prize Papers’ die nog steeds wordt bewaard In de Britse National Archives in Kew, even buiten Londen, is dan ook omvangrijk. Alleen al de brieven beslaan vierduizend archiefdozen, naast tienduizenden andere papieren. Tijdens een onderzoek dat Roelof van Gelder in 2005 verrichtte naar deze collectie stuitte hij op een fraaie achttiende-eeuwse map van rood Marokkaans leer met de gouden opdruk JAN TEERLINK TE VLISSINGEN. De inhoud hiervan bleek het topje van een ijsberg – onder andere een grote scheepskist van Teerlink afkomstig van de Henriette vol brieven en paperassen - én het begin van een speurtocht naar deze inmiddels volstrekt vergeten man.
Jan Bekker Teerlink (1759-1832) was een handelaar. Als jonge man leerde hij het vak in Amsterdam en Rotterdam, waarna hij kort voor zijn dertigste een functie bij de VOC wist te bemachtigen als onderkoopman op het schip de Zuiderburg dat gereedgemaakt werd voor een tocht naar Kanton, in China. Als onderkoopman was hij samen met de opperkoopman verantwoordelijk voor de lading van het schip en, belangrijker nog, voor de inkoop van Aziatische goederen in Kanton. Vooral de handel in thee kon in die jaren zeer lucratief zijn, een lading van topkwaliteit bracht in Amsterdam al gauw een paar miljoen op. Het was aan Teerlink en zijn chef om in Kanton de juiste soorten te kopen en ervoor te zorgen dat die in goede staat Amsterdam bereikten. Maar ook katoenen stoffen, zijde, porselein en koffie waren gewild. Betaald werden de Chinezen met gemunt en ongemunt zilver, in combinatie met producten die de Hollandse schepen op de heenreis in Batavia inkochten. Doortastende onder- en opperkoopmannen konden het verschil maken tussen een nette opbrengst en een spectaculaire. Vandaar dat zij deels op provisiebasis werkten. Ook was het hen toegestaan in de marge wat voor zichzelf te handelen. Op die manier, aan de andere kant van de wereld en deels buiten zicht van de opdrachtgever, slaagden velen er in een aardig fortuin bij elkaar te schrapen. Dat was ook wat Teerlink voor ogen had, waarom hij de niet van gevaren ontblootte reis ondernam.
Kanton, gelegen aan de monding van de Parelrivier, met aan de overzijde Macao, was een wereld op zich. Teerlink vond er al snel zijn weg, geholpen door zijn open instelling en positieve inslag. Uit zijn papieren komt een immer optimistische man naar voren, die de stroperige Chinese bureaucratie en de ongelooflijke bestuurlijke hiërarchie plus dito strijkstok ziet als uitdagingen in plaats van hobbels, en die zich na zakelijke tegenslagen snel weer opricht. Hij weet zakelijk en privé goed te scheiden, kan genieten van tripjes door het achterland, een avondje kaarten of spelen op zijn viool, zichzelf begeleidend bij het zingen van zelf gecomponeerde liedjes. En schrijft frustraties van zich af in eindeloze reeksen brieven aan familie, vrienden en relaties. Onder andere aan zijn tante Betje Wolf, die in deze jaren met haar vriendin Aagje Deken de avonturen van haar neef op de voet volgt.Teerlink reisde drie keer naar Kanton, in 1788, 1798 en in 1801. Het waren de jaren waarin Europa het toneel was van vrijwel continue oorlogsvoering. Meestal lagen Frankrijk en Engeland met elkaar overhoop, maar in wisselende coalities vochten ook Oostenrijk, Rusland, Spanje, het Ottomaanse rijk, Pruisen en Italiaanse staatjes mee. Dat maakte de scheepvaart tot een riskante onderneming, koopvaardijschepen waren meestal weerloos tegen marineschepen van vijandige naties of de legale kapers, zelfs als ze in konvooi voeren. Teerlinks schip de Henriette werd niet alleen tijdens zijn derde en laatste tocht opgebracht en in beslag genomen, ook tijdens zijn eerdere reizen op andere schepen overkwam hem dat. Hoeveel pech kun je hebben…
Van Gelder, historicus en voormalig journalist bij NRC Handelsblad, heeft zich toegelegd op het uitpluizen en beschrijven van de levens van historische personen die wat minder bekend zijn, of zelfs compleet vergeten. De meest recente zijn de biografieën van Jacob Roggeveen, die tijdens zijn tocht door de Stille Zuidzee Paaseiland ontdekte en van John Gabriël Stedman, de dichter/militair die een avontuurlijk leven leidde in het achttiende-eeuwse Suriname. Deze laatste leverde Van Gelder in 2019 de Libris Geschiedenis Prijs op. Jan Bekker Teerlink past mooi in die reeks. Van Gelder maakt veel werk van de maatschappelijke context waarin diens leven zich afspeelde, waardoor je als lezer het gevoel krijgt een tijdperk te betreden.
En wat deed Teerlink, na de gedroomde winst van drie reizen steeds te zien verdampen? Hij verzette de bakens, begon welgemoed aan een nieuw avontuur. Berekende dat hij weliswaar niet rijk was geworden, maar genoeg geld had verdiend om in een stil hoekje van Europa zijn laatste jaren te slijten. Dat werd het Franse Margaux, waar hij een klein wijngoed kocht. Hij creëerde er een paradijsje, trouwde een meisje uit het dorp en werd een bevlogen wijnboer. Maar dat is een ander verhaal.
Roelof van Gelder / De koopman van Kanton. Jan Bekker Teerlink (1759-1832) / 332 blz / Prometheus, 2022