Beginnend met een relaas over zijn geboortedag in 1941, volgt Van Kooten zo’n beetje alle bepalende momenten uit zijn leven. De verhalen zijn veelal realistisch, maar met het grootste gemak zet hij een tandje bij en trekt het in het absurde. Spelen met de lezer heet dat. Niet ongewoon voor iemand die toch vooral van het medium televisie gebruikt maakte en zijn boodschap in sketches verpakte.
Het mooiste verhaal van de tachtig? Misschien dat waarbij ik het hardst heb moeten lachen. In dat stukje vertelt hij hoe hij op zijn vijftigste niet aan de verleiding kon weerstaan een enorme Harley Davidson te kopen. Nadat hij – klein mannetje op grote motor, met echtgenote achterop – voor de deur van zijn huis teveel gas gaf en voor het oog van zo ongeveer de hele straat in de struiken belandde, waarbij hij een arm brak en zijn vrouw ook niet ongeschonden bleef, was zijn tweede poging veel geslaagder. Dat betrof een ritje naar Gent, om een toneelpremière van zijn vriend Kamagurka bij te wonen. Een gezellige party en vier of zo Duvels later stapte hij weer op de motor naar Amsterdam. Het rijden was nu een fluitje van een cent, tot hij op de snelweg een politiecontrole tegenkwam en het lumineuze idee had zich wel uit de situatie te kunnen kletsen …
Zo’n verhaal is in alle opzichten af. Dat geldt voor veel van de stukken in deze selectie. Zo achter elkaar geplaatst ga je begrijpen waarom de uiterst kritische Kees Fens zo kon genieten van het werk van Van Kooten.
Kees van Kooten / De tachtigjarige vrede / Luisterboek, voorgelezen door de auteur / 10 uur en 32 minuten / De Bezige Bij, via Storytel