zondag 12 december 2021

De Italiaanse prinses

De Lady Di van de negentiende eeuw, zo zou je haar kunnen noemen. Prinses Marianne, dochter van koning Willem I. Ongelukkig in haar huwelijk met een vooraanstaande prins, verliefd geworden op een burgerman, ervoor kiezend voor hem haar man en kinderen te verlaten. Een vrouw die, ondanks het welhaast schier onmogelijke daarvan, voor zichzelf koos. In het geval van Marianne was die echtgenoot prins Albrecht van Pruisen. Hem in de steek laten werd haar niet in dank afgenomen door haar schoonfamilie, maar nog sterker waren de verwijten die haar eigen familie haar maakte. Men vond haar een regelrechte schande voor het Nederlandse koningshuis. Zij was niet langer welkom in Den Haag, evenmin in Berlijn. Dus zocht ze haar eigen weg in het leven. En dat levert een mooi verhaal op. Dat zich afspeelt op meerdere schilderachtige plekken in Europa, van Rome tot Silezië.

Marianne werd geboren in 1810, in het Niederländisches Palais aan het Berlijnse Unter den Linden. Haar vader heette toen nog niet koning Willem I maar Willem Frederik, Prins van Oranje Nassau. Hij zou pas enkele jaren later het koningschap van de Nederlanden aanvaarden. Vanaf 1813 woonde het koninklijke gezin in Nederland. Op 18-jarige leeftijd verloofde Marianne zich met de Zweedse prins Gustaf van Holstein-Gottorp, een verbintenis die beiden uit liefde sloten. Maar dat mocht niet zo zijn, de politieke belangen wogen zwaarder en Marianne werd twee jaar later uitgehuwelijkt aan haar Duitse prins, een jongere broer van de latere keizer Wilhelm I. Ondanks de geboorte van vijf kinderen ervoer Marianne dit huwelijk in toenemende mate als een hel, en in 1845 verliet ze haar echtgenoot. Toen zij even later bleek samen te leven met Johannes van Rossum, haar secretaris en koetsier, sloot men haar buiten. En toen zij in verwachting bleek van Van Rossum, was een reis naar het Middellandse Zeegebied de ‘nette’ oplossing om het kindje buiten beeld te houden. Het werd geboren op Sicilië. In Rome, de stad van haar dromen, verwierf Marianne de kolossale Villa Celimontana. Het werd de plek van een gelukkig gezinsleven met haar man en kind, en een ontmoetingsplaats voor - veelal Nederlandse – kunstenaars.

Willemijn van Dijk is historica en oudheidkundige. Eerder publiceerde zij boeken over Rome en de Romeinse oudheid. Ook hier voel je haar affiniteit met deze wereld, de hoofdstukken die zich in Italië afspelen sprankelen. 

Dat Marianne haar eigen weg koos, wat voor een vrouw omstreeks 1850 zeer ongewoon was en maatschappelijk dat ook niet aanvaard, is voor Van Dijk een belangrijk gegeven. Het wordt de kern van het personage dat zij neerzet.  

De Italiaanse prinses is een roman, gebaseerd op bronnen én op het inlevingsvermogen en de levendige fantasie van de auteur. Het leven van Marianne is uitzonderlijk goed gedocumenteerd en eerder beschreven in biografieën. Bij die laatste, vooral de iets oudere,  merk je dat een zekere sentimentaliteit altijd op de loer ligt. Willemijn van Dijk weet dat gevaar behendig te omzeilen. Met als resultaat een zeer leesbare roman.  

Willemijn van Dijk / De Italiaanse prinses. Het rusteloze leven van Marianne van Oranje-Nassau / Ambo-Anthos / 320 blz