woensdag 27 januari 2021

De Rattenlijn

De Rattenlijn is de naam van de vluchtweg die nazikopstukken in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog gebruikten om vanuit Duitsland of Oostenrijk naar Zuid-Amerika te ontkomen. Het moeten er vele duizenden zijn geweest, waaronder wereldberoemde engerds als Josef Mengele en Adolf Eichmann. De ‘helpers’ langs de route waren veelal nazigezinde of corrupte politici en hoge geestelijken uit de rooms-katholieke kerk. De meeste ontvluchtten Europa, en daarmee het directe gevaar, in Genua, maar Rome werd ook gebruikt als vertrekplaats. De Britse jurist en historicus Philippe Sands, die enkele jaren geleden indruk maakte met Galicische wetten, een studie over de oorsprong van de genocide, volgt in De rattenlijn het spoor van Otto von Wächter, een minder bekende nazi.

Von Wächter was een carrièrenazi zoals er zovelen waren. Al vroeg lid geworden van de partij, slim maar niet briljant, een arisch uiterlijk, loyaal en betrouwbaar, in essentie een bureaucraat en getrouwd met een vrouw die niet alleen bereid was veel kinderen te baren maar die zich ook voor de loopbaan van haar man wegcijferde. Von Wächter klom op tot de post van gouverneur, eerst van het district Krakau en daarna van Galicië, met als standplaats de stad Lemberg. Deze gebieden, in het oosten van het rijk, hadden een grote Joodse bevolking. Von Wächter deed wat Berlijn hem vroeg, met als gevolg dat hij zich in mei 1945 moet hebben gerealiseerd dat opgepakt worden door de geallieerden zijn doodvonnis zou betekenen. Hij verdween van de aardbodem.

Er is met dit boek iets opmerkelijks aan de hand. Ik bedoel dat niet in negatieve zin, want Sands heeft zijn onderzoek ervoor voorbeeldig opgezet en uitgevoerd en gunt ons een ruime inkijk in zijn werkwijze, wat bij vlagen fascinerend is. Maar zijn hoofdpersoon volgt uiteindelijk niet, of hoogstens nauwelijks, de rattenlijn. Hij komt niet verder dan Rome, waar hij gedurende enkele maanden onderdak vindt in een klooster alvorens in het ziekenhuis te overlijden aan een mysterieuze aandoening. Die laatste fase speelt zich af in de vroege zomer van 1949. Hoe de vier voorgaande jaren zijn verlopen, en waar Von Wächter die doorbracht, weet Sands te reconstrueren. Wat op zich een vrij bizar verhaal blijkt te zijn. En ook de Romeinse maanden puzzelt hij bij elkaar, met een vrij ontluisterend resultaat. Otto had er bij gebrek aan de nodige dollars nooit weg kunnen komen. 

Sands maakt dan, aan het slot van zijn relaas, veel werk van het ontrafelen van een mogelijk complot dat zou hebben geleid tot de dood van Von Wächter. Een moordaanslag, dus. Ook hier is zijn onderzoek weer minutieus en vindingrijk, en brengt hij het milieu in beeld dat zich bemoeide met iemand als Otto, evenals de redenen die zij gehad kunnen hebben hem uit de weg te ruimen. Op zich is dat interessant, maar deze omvangrijke hoofdstukken trekken voor mijn gevoel de balans in het boek scheef. Beetje jammer.

Uitermate interessant daarentegen is het contact dat Sands gedurende zijn hele onderzoek heeft met Horst, een zoon van Von Wächter. Deze Horst, inmiddels een verstandige man op leeftijd,  is altijd blijven ontkennen dat zijn vader zich schuldig heeft gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid. Hij levert Sands vrije inzage in de documentatie die hij over zijn vader heeft opgebouwd, brieven, foto’s en andere documenten. Gaat met hem mee naar een vernietigingskamp. Werkt op Sands’ uitnodiging mee aan een documentaire voor de BBC. Maar volhardt in zijn opvatting, al lijkt daar op den duur enige beweging in te komen. Deze sideline, door Sands als een rode draad door zijn verslag geweven, vond ik een van de aardigste aspecten van dit boek.

Philippe Sands / De rattenlijn. Leugens, liefde en gerechtigheid op het pad van een nazi-vluchteling / Vertaald uit het Engels door George Pape / 468 blz / Spectrum, 2020