In het Art Institute in Chicago bevindt zich een uiterst aantrekkelijk zeventiende-eeuws portret van een jonge vrouw. Ze is gekleed in een stemmige bruingroene jurk met een roodbruin lijfje. Over haar witte kanten kraagje draagt ze een dubbelgeslagen ketting van rode kralen. Ze leunt op de gesloten onderste helft van een deur, waardoor het lijkt of ze zo uit het schilderij kan stappen. De schilder speelt met het licht, dat subtiel van opzij op haar gezicht valt en ook haar handen tot oplichtende accenten in de compositie maakt. Rembrandtiek, zou je die belichting kunnen noemen. Het portret werd in het verleden dan ook wel aan Rembrandt toegeschreven, maar tegenwoordig staat het op naam van zijn leerling Samuel van Hoogstraten. De naam van de vrouw is niet bekend. Simone van der Vlugt koos het portret voor de omslag van haar roman Schilderslief. Waarmee de vrouw het beeld wordt van Geertje Dircx.
In Rembrandts leven speelden drie vrouwen een grote rol. Allereerst natuurlijk Saskia, met wie hij in 1634 trouwde. Al acht jaar later, in 1642, stierf zij. Dan was daar Hendrikje Stoffels, die omstreeks 1647 in Rembrandts leven verscheen. Met haar woonde hij samen tot haar overlijden in 1663. En dan, tussen de twee andere in, was er Geertje Dircx. Zij werd kort voor het overlijden van Saskia ingehuurd als kindermeid voor de jonge Titus, de zoon van Rembrandt en Saskia. Over Geertje doen al lange tijd de meest wilde verhalen de ronde.
Geertje Dircx was afkomstig uit de regio boven Amsterdam, uit de plaatsjes Edam en Ransdorp. Ze moet omstreeks 1610-1615 zijn geboren. Toen ze bij Rembrandt en Saskia in dienst kwam zal ze achter in de twintig zijn geweest. Ze was toen al weduwe. Haar man, een scheepstrompetter, was enkele jaren eerder niet van een reis teruggekeerd. Al snel na het overlijden van Saskia kregen Geertje en Rembrandt een relatie. Een relatie die in het voorjaar van 1649 zou eindigen in ruzie – mogelijk liet Rembrandt haar vallen in ruil voor de inmiddels in dienst getreden Hendrikje. De ruzie werd een officiële strijd, want Geertje meende dat Rembrandt haar wel degelijk huwelijksbeloften had gedaan. Ze moesten beiden verschijnen voor de Commissarissen van Huwelijkse Zaken en zelfs voor de rechtbank. Het eindigde ermee dat Geertje voor de duur van twaalf jaar werd opgesloten in het spinhuis in Gouda. Iets waar Rembrandt mogelijk de hand in heeft gehad. Een zwarte bladzijde in het leven van de kunstenaar die wij graag zo hoog schatten.
Afgezien van de documenten die werden opgesteld voor de officiële procedures is er weinig informatie beschikbaar over Geertje Dircx. En dat wát er is, heeft de geur van geruzie, emoties en drama. Voor een auteur van een roman is dat natuurlijk een ideaal uitgangspunt. Van der Vlugt heeft die ruimte dan ook genomen en veel zelf ingevuld, waarbij ze wel zo zorgvuldig mogelijk te werk ging. Het eindresultaat heiligt de methode, stel ik vast. Het geheel overtuigt. Het meest geslaagd vind ik de ‘stem’ die ze Geertje heeft gegeven. Ze is in haar huid en hoofd gekropen, heeft zich voorgesteld hoe een zeventiende-eeuwse vrouw van bescheiden komaf deze situatie moet hebben ondergaan. Geertje is daardoor een geloofwaardig personage geworden. Zij draagt de roman.
En dat portret in Chicago, zou ze dat kunnen zijn? Dat is best mogelijk, ook qua tijd. Samuel van Hoogstraten was omstreeks 1645, de datering van het portret, bij Rembrandt in de leer. Zeker weten of ze het is zullen we misschien nooit. Maar iedere keer dat ik dit portret ga zien, zal het voor mij een beetje Geertje zijn.
Simone van der Vlugt
Schilderslief
Luisterboek, voorgelezen door Dieuwertje Blok
7 uur en 15 minuten
Ambo Anthos / Storytel