vrijdag 11 oktober 2019

Liefdes schijnbewegingen

De inmiddels 90-jarige Remco Campert schreef 56 jaar geleden een korte roman met de titel Liefdes schijnbewegingen (1963). Ooit las ik die voor mijn lijst, zojuist las ik hem opnieuw. En het was precies zoals ik het me herinnerde, licht en speels. Een verhaal dat - schijnbaar zonder structuur – maar zo’n beetje doorfladdert. Een niemendalletje, zou je haast zeggen. Dat laatste is echter schijn, Campert bouwde het verhaal wel degelijk op vanuit een doordachte compositie. Meer nog dan zijn andere grote successen uit de jaren zestig, Het leven is verrukkulluk (1961) en Tjeempie! of Liesje in luiletterland (1968) blijft het in dat opzicht overeind onder een literaire analyse. Het knappe is dan dat hij dat fundament weet te verbergen.

Het verhaal draait om de jonge Beatrix Alice Trumbauer, roepnaam Trix, en haar liefdes. Bij aanvang van het verhaal is dat Bronzo Kamerheer, een iets oudere grootgrutter in binnenhuisverlichting. De spannende beginfase van hun relatie is wel zo’n beetje voorbij. Hij zint op mogelijkheden om haar op een nette manier aan de dijk te zetten, zij raakt opnieuw in de ban van haar vroegere geliefde Gerard wanneer zij hem in de stad ziet fietsen. Deze Gerard was ooit een vernieuwende en roekeloze dichter, maar is na een woordenwisseling met Trix op onverklaarbare wijze tijdens de Paasdagen in de koeling van de buurtslager opgesloten geraakt en sindsdien geen schim meer van zijn vroegere zelf. Hij kan nauwelijks uit zijn woorden komen – niet mondeling én niet op schrift – en werkt als inpakker in een jamfabriek. Daarnaast komen we Lex tegen, de jongere broer van Trix, en de net uit de gevangenis ontslagen Sander, een vriend van Lex.

De sfeer is die van de vroege jaren zestig in Amsterdam. De sfeer die Campert zo goed weet weer te geven dat je nu, een halve eeuw later, geneigd bent zijn weergave daarvan te beschouwen als cultureel erfgoed: foto’s en filmbeelden laten het zien, Camperts teksten brengen het tot leven. Onderdeel van dat wereldje was het loslaten van tradities en het actief slopen van de oude orde. Maar ook jezelf centraal stellen, zonder plichten of ambities anders dan vrij en zonder zorgen te willen leven. Trix is zo iemand. Ze voelt zich het gelukkigst wanneer ze wordt begeerd, dus in de eerste periode van een relatie. Ze beweegt zich als een vlinder, steeds op zoek naar een nieuwe bewonderaar. Serieuze plannen, waarop je de term maatschappelijk succes zou kunnen plakken, heeft ze wel maar de wil om die door te zetten ontbreekt. Ook Lex en Sander, beiden begin twintig, cirkelen ieder op hun eigen manier om de andere sekse heen.

Hoogtepunt van het verhaal – of dieptepunt, dat is een kwestie van smaak – is een Mis Maagd Verkiezing. Lex, de broer van Trix, raakt daarbij betrokken als jurylid. De vertoning biedt Campert, die tot dan toe juweeltjes van ironisch en fijnzinnig formuleren heeft laten zien, de gelegenheid om voluit te schmieren: ‘Eerst werden de derde en tweede prijswinnaars aan het gretige publiek voorgesteld. Twee plompe monsters met glazige ogen, bevende lippen en mislukte mannequinmaniertjes. Trix schoot in de lach, Lex stootte haar nijdig aan. De arme meisjes, die bij al hun ellende dus ook nog maagd waren, kregen ieder een grote bos bloemen in de armen gedrukt.’

Het slot van het verhaal is volstrekt ongeloofwaardig, maar tegelijkertijd zo geestig als alleen Campert dat kan bedenken. Een slot bovendien dat het mogelijk had gemaakt de roman eindeloos voort te zetten in plaats van de bescheiden 144 bladzijden in mijn 1e druk.

Remco Campert
Liefdes schijnbewegingen
144 blz
De Bezige Bij