De hoofdpersoon uit Paul Beatty’s roman The Sellout woont op zo’n plek. Dat is Dickens, een plaatsje dat tegen de voorsteden van Los Angeles aanligt. Het grootste deel van de inwoners bestaat uit Afro-Americans en latino’s, de blanken vormen een minderheid. Er is veel werkloosheid en de criminaliteitscijfers staan hoog in de landelijke top-tien. Wanneer het stadsbestuur van Los Angeles besluit deze smet op haar uitstraling weg te poetsen door het plaatsje stilletjes op te heffen, komt de hoofdfiguur – allen zijn achternaam, Me, wordt genoemd – in actie. Ter vervanging van de weggehaalde borden met de stadsnaam loopt hij weken door het gebied, een lijnmachine met witte verf voortduwend. Die zeer zichtbare aanduiding van de grenzen van het stadje valt in de smaak, al gauw krijgt hij hulp.
Maar hij gaat verder. Uitgaande van de gedachte dat mensen zich prettig voelen wanneer zaken duidelijk zijn geregeld, de orde der dingen vastligt, introduceert hij in Dickens de rassenscheiding opnieuw. Hij plakt stickers op de voorste rijen stoelen in een stadsbus met daarop de tekst ‘ALLEEN VOOR OUDE MENSEN, GEHANDICAPTEN EN BLANKEN’. De bus wordt een hit, men voelt zich er veilig. Hij sticht een nieuwe school, ook met rassenscheiding. De prestaties van de leerlingen verbeteren zienderogen. En een hoogbejaarde acteur van bijrolletjes, een oude vriend van hem, voelt zich zielsgelukkig als de officiële slaaf van Me.
Het is duidelijk wat Beatty beoogt met dit verhaal waarin hij de wereld omdraait: je op het verkeerde been zetten en daardoor de motieven die ten grondslag liggen aan het gedrag of de opvattingen van mensen zichtbaar maken. Het boek begint en eindigt met scénes in het Supreme Court in Washington waar Me zich uiteindelijk moet verantwoorden voor zijn acties. Daar tussenin ben je als lezer dan wel vergast op knotsgekke situaties, prachtige uitspraken en onvergetelijke beelden. Die dragen de roman.
Paul Beatty
The Sellout
292 blz
Oneworld
[Nederlandse editie: De verrader]